Pathologie, alarmsignalen en variante ontwikkeling bij kinderen
1. Motorische ontwikkeling observeren en meten
1.1 Motometrie
SEM
= standaarddeviatie van meetfouten die gekoppeld zijn aan test scores à verspreiding van meetfouten rond
een testscores
- SEM laat toe een schatting te maken van de mate waarin een testscore accuraat is
- Lage SEM wijst op een hoge betrouwbaarheid van een test resultaat <-> hoge SEM, lage
betrouwbaarheid
Berekening SEM
= je vertrekt van de standaarddeviatie van de testscores, deze ga je vermenigvuldigen met de vierkantswortel
van 1 minus de betrouwbaarheidscoëfficiënt van de test
SEM = SD * !(1 − %) à r= betrouwbaarheidscoëfficiënt van de test
coëfficiënt
↳ betrouwbaarheid
Hoe gebruiken
= SEM laat toe om een betrouwbaarheidsinterval (CI) te bepalen rond een testresultaat
- 68% CI = score +/- (1* SEM)
- 95% CI = score +/- (1,96*SEM)
- 99% CI = score +/- (2,58*SEM)
Bv: IQ test met gem 100 en SD van 15 à SEM berekenen voor betrouwbaarheid .70, .80, .90
<70 = verstandelijke beperking
Score = 100/ betrouwbaarheid = .70
SEM = 15(!(1 − .70)
SEM = 15*.548
→
] T t
SDI
÷
'
t
SEM = 8,22
¥Í¥
68% CI = 1*8,22 = 8,22 95% Cl 1,96 8,22
'
= =
16,112
68%
à 10068%CI = 100 + 8,22 = 108,22
%]]
→
100ns , .cl
=
100 t 16,112
à 10068%CI = 100 – 8,22 = 91,78 95%
951.1
ooasi.cl
→ ' = 100 -
a. „ 2
Kwaliditaiet bepaald door ~
9478
- Standaardisatie 83,888
.
116,112
- Betrouwbaarheid
- Validiteit
Standaardisatie:
- Duidelijke handleiding (organisatie, instructie) à alles letterlijk uitgeschreven hoe de test wordt
uitgevoerd, hoe beter de handleiding hoe beter gestandaardiseerd
- Materiaal beschikbaar gesteld of duidelijk omschreven à materiaal bijgeleverd zodat iedereen
dezelfde materiaal gebruikt
- Duidelijk scoresysteem à iedereen gelijk, om fouten te voorkomen
Betrouwbaarheid:
- Test-hertest betrouwbaarheid à echte waarde gaan altijd een benadering beoordelen à 2 keer
testen, met tijdsinterval, dezelfde tester gaat 30 kinderen testen en na 2 weken dezelfde kinderen nog
eens hertesten.
- Inter-tester betrouwbaarheid à twee testers op video score gaan ze dan hetzelfde score,
verschillende testers kunnen dan naar deze test kijken
- Intra-tester betrouwbaarheid à 1 iemand dezelfde test met tijdsinterval zal die dan dezelfde score
bekomen?
1
, Pathologie, alarmsignalen en variante ontwikkeling bij kinderen
Kinderen indelen in groepen à diagnostische classificatie à KAPPA of ICC à standaard meetfout è zie
kennisclip (ufora)
Validiteit: “meten wat je wil meten”
- Inhoudsvaliditeit à (facevalidity) kijken naar de test
- Begripsvaliditeit à theoretisch is dit ene juist construct, algemeen concept motorisch evalueren,
theoretische achtergrond
- Criteriumvaliditeit à test vergelijken met criterium
o Predictieve validiteit à na een tijd kijken of kinderen waar je in het verleden zegt dat ze zwak
motorisch zijn dat nu nog zijn
o Concurrent validiteit à twee testen hetzelfde resultaat krijgen
o Sensitiviteit en specificiteit
à Alle kinderen met aandoening er wel uithaalt, zo weinig mogelijk vals negatieven
à Alleen kinderen met probleem eruit halen, geen vals positief bekomen
o Discriminant validiteit à test die iets anders meet, die andere test mag niet samenhangen
met andere test, geen hoog verband, motorische test mag niet afhankelijk zijn van bv het IQ
omdat het te moeilijk te begrijpen is. validiteit t validiteit T validiteit
{
fbetrouwbaarheid t betrouwbaarheid in betrouwbaarheid
•
O
O O
o O
Betrouwbaarheid vs validiteit à target pictogram
O O
-
i .
°
-
,
•
•
②
Norming: -0
- Standaardisatie groep van typisch ontwikkelende kinderen en atypisch ontwikkelende kinderen
(normaal en abnormaal terminologie vermijden)
- Per leeftijdsgroep, jaren, maanden
- Per geslacht, enkel voor beperkt aantal motorische tests
- Bepalen van percentielscore of standaardscore à gemakkelijkst, bv 60% dat minder scoort en 40% dat
beter scoort à in wetenschappelijk onderzoek nie kunne gebruiken omdat ze niet normaal verdeeld
zijn à> wiskunde omzetten naar normale verdeling, moeilijk om te gebruiken dus zetten we dit om
naar een schaal bv schaal van 100 met SD van 15 bv IQ, kan ook andere standaarddeviaties
gebruiken… puur statistisch omrekenen
Stokpaardje: motorische testen een beperkte betrouwbaarheid zijn dus voorzichtig met de interpretatie
Functies die de motoriek beïnvloeden
- … à alles staat in de cursus è LEZEN‼
Filmpje: Tonus probleem bij kinderen à hypotonie
Filmpje over coördinatie wordt later nog eens bekeken.
Hoe onderliggende disfuncties identificeren
Handschrift; jongen van 8 jaar nog altijd een heel lelijk handschrift
- Aandacht
- Visio motorische integratie
- Mentale presentatie van de bewegingen
LDD
= least detectable difference
LDD kan beschouwd worden als de minimale wijziging die dient gezien te worden in een testresultaat (het
minimale verschil tussen twee metingen) om beschouwd te worden als een reëel verschil.
à Op twee momenten metingen doen van eenzelfde kind, kijk je of het verschil groter is dan de DLL, om te
zeggen dat het verschil niet het gevolg is van een meetfout.
Een verschil tussen twee metingen va minstens een waarde gelijk of groter aan de LDD, kan met met een
bepaald % zekerheid beschouwd als een verschil dat niet het gevolg kan zijn van een meetfout.
‼ niet te verwarren met ‘minimal detectable difference’ in klinisch research of ‘minimal clinically important
difference’
= kleinste verschil tussen twee behandelmethodes dat medisch relevant is
= nodig op de ‘power’ van een studie (trial) te bepalen.
2
, Pathologie, alarmsignalen en variante ontwikkeling bij kinderen
Berekening LDD
LDD95= SEM * √2 * 1,96 à 95% zekerheid
LDD68= SEM * √2 * 1 à 68% zekerheid
Hoe kan je LDD gebruiken?
- Als een test herhaaldelijk wordt afgenomen om spontane evolutie of het effect van een interventie te
meten, dan dien je het verschil tussen twee tests te interpreteren
- LDD laat toe om met bepaald percentage zekerheid te besluiten dat het verschil niet het gevolg is van
een meetfout van de test
- Als het verschil groter of gelijk is aan de LDD dan weet je met 95% zekerheid dat er een reëel verschil
is.
o belangrijkste doelstellingen om de motorische ontwikkeling te evalueren
• identifieceren van kinderen die nood hebben aan uitgebreider onderzoek of behandeling
TE • evalueren van de ontwikkeling in de tijd
• in kaart brengen van kinderen hun sterktes en zwaktes als basis om interventie te plannen
:B
o wat is kwantitatief
• je bekijkt het product, het resultaat (mijlpalen in motorische ontwikkeling)
o wat is kwaliteit
• de manier waarop, hoe de beweging wordt uitgevoerd
• kwaliteit wordt bepaald door
§ standaardisatie
§ betrouwbaarheid
✓ § validiteit
o wat is een gestandaardiseerde test?
• iedereen die de test afneemt, moet zoveel als mogelijk op exact dezelfde manier de test
uitvoeren —> test zo nauwkeurig mogelijk worden beschreven in een overzichtelijke en
duidelijke handleiding
o wat is de betrouwbaarheid van een test?
• de kans dat de gemeten waarde in een test representatief is voor de werkelijke waarde
• verschillende soorten betrouwbaarheid
§ test-hertest betrauwbaarheid
→ twee keer testen van een groep kinderen door éénzelfde tester met een
tijdsinterval tussen
− hoe noemt de overeenstemming tussen deze twee opeenvolgende
metingen
- ICC = intraclass correlation coëfficient (waarde hoger dan 0,80)
− wat is een standaard meetfout?
- SEM = Standard Error of the Measurement —> estimatie van de
distributie van de testscore rond de 'ware score' (theoretisch:
gemiddelde van zeer groot aantal metingen van éénzelfde
persoon)
- SEM laat toe een schatting te maken van de mate waarin testscore
accuraat is
- Lage SEM = hoge betrouwbaarheid vs hoge SEM = lage
betrouwbaarheid
- SEM = SD * vierkantwortel(1-r) → r = betrouwbaarheidscoëfficiënt
van de test SEM =
SD #
.
− Wat is het kleinst mogelijk detecteerbaar verschil
- LDD = least detectable difference
3
, Pathologie, alarmsignalen en variante ontwikkeling bij kinderen
§ inter-tester betrouwbaarheid
→ als verschillende testers dezelde test afnemen bij dezelfde persoon (ook hier ICC
en Kappa coëfficenten gebruikt)
§ intra-tester betrouwbaarheid
→ dezelfde tester twee maal dezelfde test afneemt bij dezelfde persoon met een
aantal weken tussen (ook hier ICC en Kappa coëfficiënt gebruikt)
§ interne consistentie
→ aspect van betrouwbaarheid = dimensionaliteit, samenhang van items in een test,
begripsvaliditeit van een test, mate dat een test of de meting zijn doel beantwoordt.
o wat is validiteit:
= geldigheid, "meten wat je wilt meten"
• verschillende soorten validiteit
§ inhoudsvailiditeit
= inhoud van de test representatief, kijken naar de test zelf
§ begripsvaliditeit
= theroetische inbedding
§ criteriumvaliditeit
= test vergelijken met criterium
− predictieve validiteit → iets dat in de toekomst ligt voorspellen
− concurent validiteit → resultaten van twee verschillende testen correleren
die hetzelfde meten
− sensitiviteit → correct identificeren, zo weinig morgelijk vals negatieven
− specificiteit → identificeren en correct uitsluiten, zo weinig mogelijk vals
positieven
− discriminatie validitiet → resultaten afhankelijk zijn van een andere
variabele, kijken naar samenhang tussen onderzoekresultaten. Hoe lager de
correlatie, hoe beter
o wat is normering
= vergelijken met een normgroep dat representatief is voor het te testen publiek
• wat is een cut-off
§ richtlijn te bepalen of een resultaat afwijkend is
1.2 Kwantitatieve vs kwalitatieve observaties
Kwaliteits-observatie
- Gemakkelijk bij ernstige problemen
- Moeilijker bij zeer jonge kinderen, milde problemen
- “gestalt”-observatie (bvb bij general movements)
- Problemen worden vaak opgemerkt door ouders, verzorgers maar niet altijd duidelijk of het variatie is
of problematisch
Heel veel testen die mijlpalen meten, … à niet allemaal kennen
General movements
à hoe complex (= niet altijd gwn flexie extensie, maar combinatie van allerlij bewegingen over heel het
lichaam) en hoe variabel
Filmpje abnormale beweging à verhoogde tonus, gespannen, asymmetrie, zelfde beweging met de benen
(stereotype, wijst heel vaak op pathologie)
Kijken naar kwaliteit EN kwantiteit à niet allen wat maar ook hoe doet hij dat
Centraal in onderzoek
- Wat doet het kind
- Wat niet
- Hoe voert een kind een handeling uit
4