Neuropathologie (incl KNO)
Neurologie
Het sensorieel systeem
Modaliteiten van gevoel (3 modaliteiten) afhankelijk van plaats laesie: gescheiden of samen aangetast
1. Pijn – en temperatuur
2. Druk en grove tastzin
3. Proprioceptie, fijne tastzin en vibratiezin
o Pijn en temperatuur zin: romp en ledematen
• Pijnprikkels uit inwendige organen worden via zenuwvezels van het AZS (onwillekeurig)
vervoerd
• Gerefereerde pijn: pijn veroorzaakt door interne organen wordt op de huid gevoeld
§ Hart à binnenzijde linkerarm
§ Ureter à liesstreek
• Klinische test
§ Pijn: prik Pt met naaldje op vermoedelijk gestoorde plaatsen (scherp/dof), van
intacte naar gestoorde zone en omgekeerd. Pt zegt of het scherp of dof voelt.
§ Temperatuur: buisjes met warm/koud water (Pt zegt of het warm of koud voelt)
o Gevoeligheid van het aangezicht
N. trigeminus (5e craniale zenuw) à 3 takken
÷::::::
ÉËËËËË À
• N. ophtalamicus à voorhoofd, neus
• N. maxillaris à kaak, naast het oog I
max im i I ar is
• N. Mandibularis à kin, onderkaak, slaap
à Voert alle sensiebele prikkels aan van: aangezichtshuid, voorste deel hoofdhuid (scalp) en
hersenvliezen, tanden en sinussen en mondholte
Trigeminus-neuralgie
= schietende pijn in één aangezichtshelft, vaak uitgelokt door wrijven, scheren, kauwen.
• Meestal idiopatisch (zonder onderliggende oorzaak
• Soms symptomatisch tgv
§ Drukkend bloedvat (vasculaire loop)
§ Zenuw-, zenuwschede-, of andere tumor
§ Multiple sclerose
• Behandeling: anti-epileptica, pijnkliniek, neurochirurgisch
o Klinisch aspecten: enkele voorbeelden
à Uitval – klinische lokalisatie
• Aantasting van de receptoren (brandwonden)
• Perifere zenuwstelsel (meestal gemengd)
§ Gekend innervatiegebied, overlapping tss naburige gebieden
• Radiculaire letsels (mbt zenuw op de plaats waar deze uit ruggenmerg komt)
§ Compressie zenuwwortel
• Letsels van sensibel ganglion (poly-ganglionopathie)
§ Gevoelsstoornis
• Medullaire letsels
ËË § Totale sectie: anesthesie voor alle modaliteiten en complete motorische uitval onder
letsel
§ Hemisectie (syndroom van brown- séquard):
ËË Contralateraal: verlies pijn en tempzin
Ipsilateraal: verlies andere modaliteiten, plegie (verlamming)
§ Tabetisch syndroom: aantasting achterstrengen en dorsale ganglion
ËË Verlies proprioceptie, fijne tast en vibratie onder niveau letsel
Schietende, radiculaire, pseudo-radiculaire pijnen op niveau letsel
§ Syringomyelisch syndroom: letsel centraal in ruggenmerg (canalis centralis zet uit)
ËËJËË Eerst aangetast: kruisende vezels voor pijn & temp
1
IJ
,Neuropathologie (incl KNO)
Voortschrijden letsel: voorhoorn – en/of pyramidebaanaantasting
§ Achterstrengsyndroom
Uitval diepe gevoeligheid onder niveau letsel
Sensorische ataxie (ontbreken proprioceptie, minder evenwicht)
§ Arteria spinalis anterior syndroom: infarct hele ruggenmerg (behalve
achterstrengen)
§ Uitval gevoelsmodaliteiten en kracht onder niveau letsel
§ Urinaire incontinentie
• Hersenstamletsel: Uitval afhankelijk van plaats letsel
§ Lateraal medullair (oblongata) syndroom van Wallenberg
Kern N. trigeminus valt ipsilateraal uit
Tractus spinothalamicus ( pijn en temp) valt contralateraal uit onder letsel
• Thalamusletsel: contralaterale totale hemihypoësthesie
§ Syndroom van déjérine-roussy: vervolg van herseninfarct
Hevige contralaterale pijnen
• Pariëtaal letsel:
§ Letsel van gyrus postcentralis: contralaterale stoornis van alle modaliteiten
Herkennen voorwerpen – posititiegevoel – pijn, temp, vibratie
Klinische testen voor pariëtaal letsel
- 2-punts-discriminatie (2 naalden)
o Verschil in verschillende huidzones, vergelijk beide kanten lichaam
- Identificatie gevormde figuur, cijfer
- Stereognosie: identificeren voorwerp zonder visuele controle
- Extinctie: gelijktijdige stimulatie van 2 huidzones
• Niet-organische hysterische gevoelsstoornis
§ Niet overeenkomend met bepaalde organische innervatiegebieden
Bv: brandvormige zone midden het bovenbeen
2
, CORTEX
PRIMARY MOTOR
Ë{Íd Ë ËÉ Ï ËËËËËË:÷÷÷÷÷
""
-
" S / ON
hypertone spastische parese
of paralyse
>
r
GR ZE STOF -• ,
soms slappe parese ) CVA
" "
"
" " "
[{ spieratrofie
INTERNE multiple sclerose ( Ms )
✓ degeneratieve
ziekten
trauma hersenen
ruggenmerg
_ Ë
ZWAKTE ,
RED NUCLEUS
µ , DBRAIN Ë
" " " "" synkinesieën
" "" "" ÷
•
MEDULLA
BABINSKT TEKEN
LOWER MOTOR NEURON LESION
hypotone of paralyse
↳
parese
" "
" " " " " " "
Poliomyelitis
"" "
☒ "° "° " " "
" " """
↳ SPINALCORD '
F- Amyotrofe lateraal sclerose
Ë
" 's '
|
SPIER ☐
→
ATROFIE
GEEN
| PEESREFLEX
NOPLANTAR RESPONSE
, Neuropathologie (incl KNO)
Motorisch systeem
o Pyramidaal systeem: banen voor willekeurige motoriek en onwillekeurige reflexboog
o Extrapyramidaal systeem: automatische aspecten van beweging
• Oogknipperen, meezwaaien met armen bij het gaan, houding, slikbeweging
o Cerebellair systeem: coördinatie
o Pyramidaal systeem
• Klinische beelden
§ Monoplegie: verlamming 1 lidmaat
§ Hemiplegie: halfzijdige verlamming
§ Paraplegie: OL
§ Quadriplegie: alles
§ Parese in geïsoleerd perifeer zenuw-, zenuwwortel- of plexusgebied
§ Neuromusculaire transmissiestoornis en myopathie (ziekte spierweefsel)
§ Conversieve parese: inconsistent, geen objectiveerbare klinische tekens
Teken van hoover positief: poging tot heffen aangetast been à geen druk
op contralaterale hiel (wel bij reële paralyse)
Reflexboog
= Spierspoelen (motorisch geïnnerveerd door gamma-motoneuronen) en golgi peesapparaatjes voelen
spiertonus en stimuleren bij uitrekking via de achterste radix de alfamotoneuronen in de
voorhoorncel. Via de voorste radix komt de prikkel in de spier.
à Tractus corticospinalis reguleert de reflexbogen.
• Klinische test
§ Bekloppen van de pees induceert door uitrekking van de spierspoelen en golgi
orgaantjes een afferente impuls à contractie spier in betrokken myotoom.
§ Voorbeelden
§€- ÷
:
Kniepeesreflex: dermatoom L3-L4
←
-
Achillespeesreflex: S1
Bicepspeesreflex: C5-6
Triceps Brachii: C7
• Verminderde reflexen: letsel in afferente/efferente delen van de reflexboog
• Hyperreflexie: letsel van de corticospinale baan boven niveau ruggenmerg
Klinische aspecten
Lower motor neuron syndroom
• Letsel: in voorhoorncellen of motorische radices
• Symptomen
§ Hypotone parese of paralyse
§ Atrofie spieren
§ Verminderde of afwezige peesreflexen
§ Spontane activiteit van individuele spiervezels (fibrillaties) of groepen van
spiervezels (fasciculaties)
• Ziekten
§ Poliomyelitis: infectieziekte van voorhoorncellen in medulla oblongata en medulla
spinalis
Vroege kindertijd
Vaccinatie
Importpathologie
§ Post-poliosyndroom: secundaire functionele achteruitgang jaren na poliomyelitis
Vijftiger
Spierzwakte, verminderde uitgangshoudingsvermogen, spier- en
gewrichtspijn (myalgieën en artralgieën)
Behandeling: submaximale oefeningen, relatieve rust, kortdurende NSAID
3
ij