Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Economie A Handelswetenschappen €6,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Economie A Handelswetenschappen

 31 vues  0 fois vendu

Samenvatting Economie A Handelswetenschappen

Aperçu 4 sur 64  pages

  • 1 septembre 2022
  • 64
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (10)
avatar-seller
LouiseBakkers
Economie A
Les 1: Basisconcepten

Wat te kennen voor examen:

- Boek
- Extra lessen (1-2 punten van de 20 op examen)
- Slides en notities

BBP = brute binnenlands product

Slide 5: schaarse goederen = te weinig goederen voor ’t aantal goederen dat we willen

Economie is altijd kiezen

Slide 6: niets is gratis, er is altijd een kost voor iemand/bedrijven/de maatschappij

Slide 7: er is geen geld voor een zeer uitgebreide sociale zekerheid en een zeer uitgebreide defensie
=> keuzes maken

Het gemiddeld aantal uren werken per land zit al decennia lang in een dalende trend => mensen
hebben meer tijd over en terzelfde tijd minder tijd over (veel vrije tijd)

We werken minder uren, maar toch meer depressies en burnouts dan ooit

Slide 11: opportuniteitskost = de kost is wat je opgeeft

De echte kost van een beslissing is de mogelijke opbrengst van het alternatief

Slide 12: marginaal als in ‘eerste afgeleide’, marginaal is denken in incrementele

stappen Marginaal -> wat gaat er in de toekomst gebeuren

Mega slecht rendabel project behouden omdat er in de toekomst winst gemaakt zal worden (vb. Tesla
paar geleden)

Slide 13: de marginale opbrengst bij studeren wordt op de duur negatief en de marginale kost stijgt

De marginale kost van het beste alternatief is: werken / kot dat je betaalt zou je niet nodig hebben
als je niet studeert

De marginale opbrengst: het loon dat je meer zal verdienen, het loon dat sneller zal stijgen, omdat je
iets bijleert over de wereld, jezelf beter ontwikkelen/leert kennen

Door corona stijging eerste jaarsstudenten -> opportuniteitskost is lager omdat er minder
jobmogelijkheden zijn doordat bedrijven stil liggen tijdens corona

Optimale punt wordt bereikt als de marginale opbrengst gelijk is aan de marginale kost

De totale opbrengst van studeren = optelsom van elke marginale opbrengst

Effect van een recessie op studieduur -> marginale kost zal

dalen Slide 14: economie is een sociale wetenschap

Slide 15: financiële markten zijn niet

perfect Ceteris paribus = niet altijd waar

,Tweede aanname = niet altijd waar, aanname die uiteindelijk niet zo slecht is (= geen ethisch oordeel,
maar bedrijven moeten winst maken om te blijven bestaan). We zijn niet altijd rationeel

Beginnen zonder aannames -> dan kan je uitkomen wat je wil, DAAROM vertrekken vanuit een
denkkader maar kritisch zijn

Slide 17: Stelling: alle lonen dalen met 5 procent, dat is goed voor de werkgevers.

➔ Niet juist: loonsdaling -> koopkracht daalt en dan hebben bedrijven minder vraag en
kunnen ze minder produceren

Slide 18: Productiemogelijkhedengrens: simplistisch voordeel: ofwel kokosnoten maken ofwel ananas
ofwel combi van beide

Elke punten middenin zijn inefficiënt

Enkel de punten op de blauwe lijn zijn efficiënt

Sommige stukken land zijn beter voor kokosnoten te produceren en andere voor ananas te kweken

Pareto-efficiënte grens: de grens waar je niet meer kan krijgen van iets zonder iets minder te krijgen
van het andere. Schaarsheid is hierbij belangrijk

Je hebt alleen maar efficiënt gestudeerd als je achteraf niets aan je plan zou veranderen, als je dat
wel zou doen: ben je niet efficiënt geweest (Pareto-efficiënt).

Slide 20: niet elk land is even geschikt voor telen van olijven. Niet elke persoon is even geschikt om in
het onderwijs te staan

⇨ Heterogeniteit

Slide 21: productiefactoren kan je (her)alloceren (toewijzen)

Productwinsten in één sector van de economie sijpelen door naar alle sectoren van de economie
via herallocatie van kapitaal en van mensen -> als er ergens iets van productiviteit stijgt wordt
iedereen beter want sijpelt door naar de rest van de economie

Industrialisering = er komen mensen vrij om andere nuttige activiteiten te doen

Economische groei = een verschuiving van de productiemogelijkheden grens. Economische grens kan
door verleggen door meer arbeid en kapitaal OF arbeid en kapitaal beter te gebruiken. Enige 2
bronnen van economische groei zijn toename productiefactoren en verbetering technologie.

Les 2 Basisconcepten

Slide 22: productiemogelijkhedengrens: idee: alle punten op de blauwe lijn kan je bereiken op
basis van 2 redenen: huidige inputs en stand van de technologie

Economische groei = blauwe lijn verschuiven -> meer investeren, meer mensen of meer technologie
(opleiding behoort hier ook toe want je gaat de mensen beter kunnen gebruiken)

B = recessie,

coördinatieprobleem B naar A

gaan = relance

Slide 23: migratie: vergroot arbeidsbevolking maar zullen niet allemaal

werken Musk geboren in Zuid-Afrika, Steve Jobs’ vader is Syriër

,Slide 24: chocolademaker (Neuhaus) was initieel een apotheker en deed er chocolade rond zodat
de patiënten die pillen liever slikten. Maar op de duur besefte hij dat ’t zo goed ging door de
chocolade dus stapte volledig daar op over

Leonidas is een Turkse Griek die ooit is weg moeten vluchten uit Istanbul en via via in Brussel
terechtgekomen op een wereldtentoonstelling voor chocolade prijs gewonnen en zich in Gent
gevestigd

Daskalides was neef van Leonidas

Slide 25: Nougat Vital (gemaakt in Nevele) was een Spaanse Turk, ook gevlucht uit Istanbul, in Gent
belandt bij zijn maten Leonidas en Daskalides

Moraal: migratie heeft ook grappige en positieve effecten

Slide 27: BioNTech hebben ze samen opgericht, ze hebben het Pfizer vaccin ontwikkeld

Slide 28: Brexit gaat over migratie, Britten waren migranten uit Oost-Europa beu, dat is de reden dat
Britten voor de Brexit stemden

Een opgekomen probleem -> weinig taxichauffeurs -> maar ook geen tijdelijke visums voor Oost-
Blokkers

Recenter artikel over te kort aan slagers

Er is een tekort aan lageloonarbeiders in VK

Meest recente voorbeeld: ze hebben wel genoeg brandstof, maar ze krijgen de brandstof niet aan
de pomp door tekort chauffeurs

➔ Dus nu gaan ze toch tijdelijke visums uitgeven voor

chauffeurs Kijk naar mensen op basis van wat ze kunnen, niet op

basis van labels Slide 29: Model 2: de economische kringloop

Het marktsysteem coördineert economische activiteiten tot een min of meer evenwicht (ik ga
broodje halen ’s middags ookal heb ik het niet besteld bijvoorbeeld), vandaag beseffen we dat omdat
het evenwicht zoek is (denk aan chiptekort)

Geldstromen zijn een manier om de reële stromen een getal te geven

Lonen dalen over algemeen = slecht idee -> mensen hebben minder inkomen en minder te
besteden, dus minder vraag naar producten. WEL positief voor bedrijf als loon enkel bij het bedrijf
daalt en niet bij concurrenten en werknemers toch blijven

= wat individueel juist is, is niet altijd goed voor de kringloop

Slide 30: binnenste stromen zijn reële stromen

Kapitaal uitlenen aan bedrijven: bijvoorbeeld: geld op de bank is uitlenen aan de bank, investeren in
aandelen in geld uitlenen aan een bedrijf

Interest: betaling voor kapitaal

Gezinnen betalen voor goederen en diensten en die uitgaven komen bij bedrijven terecht waarmee
ze huur, loon, interest en winst betalen en de gezinnen daarmee terug inkopen kunnen doen

, Dit is een lokaal, gesimplificeerd ecosysteem

We gaan de geldpijlen voortaan tonen, ook al zijn de reële stromen er wel

Slide 31: nog steeds sterk vereenvoudigde versie van de wereld

Uitgaven aan goederen en diensten naar bedrijven maar ook naar rest van de wereld (kleren worden
gemaakt in Azië), omgekeerde gebeurd ook: export

Overheid krijgt geld van gezinnen en bedrijven en regelen daarmee de sociale zekerheid, vaccinaties,
kindergeld, pensioen, openbaar vervoer,… bedrijven krijgen subsidies

Overheid betaalt ook loon aan ambtenaren

Bedrijven zijn mentale constructies want er zijn altijd menselijke eigenaars, al die stromen gaan en
komen van een persoon/personen

Economie competitiever maken door 32/u per week met behoud van loon -> is een loonsverhoging,
misschien worden ze competitiever, zijn ze gemotiveerder, door automatisering minder uur per
week nodig,… -> in dat geval zou dat kunnen. Maar als mensen niet competitiever worden komt dat
neer op een loonsverhoging die niet beantwoord aan een productiviteitsverhoging

⇨ Komt op ’t zelfde neer als de vraag van de loonsverlaging (niet exact hetzelfde want hier
gaan prijzen niet verhogen): de prijzen gaan gewoon verhogen doordat bedrijven de hogere
kosten gaan doorrekenen en daardoor minder welvaart aangezien mensen hetzelfde loon
behouden

Slide 32: nu is ’t geen bevolkings’piramide’ meer

Slide 33: ontgroening, minder jongeren -> daarom gaan we allemaal werk

vinden Meer ouderen, je ziet duidelijk de babyboom in de jaren ‘60

Vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen

Slide 34: tegen 2060 gaat de vergrijzing nog harder gevorderd zijn

Slide 35: idee van gemeenschapsbezit of collectief bezit is upcoming

Circulaire economie is belangrijk om de economie duurzaam, efficiënt,… te maken

Bijvoorbeeld in Zweden -> staal maken met waterstof zodat ’t geen CO2 uitstoot (staal telt voor 8%
van de CO0 uitstoot)

Maatschappij -> Graslei was een dode boel x aantal jaar geleden -> onder de Leie een afvalcollector,
kostte heel veel geld maar daardoor werd de omgeving wel meer leefbaar en is ’t nu een toeristische
trekpleister. Ander voorbeeld: In Gent mocht je eerst overal met de auto rondrijden, nu niet meer =
politieke beslissing

Sociale normen: vind je dat sigarettenpeuken nog mag weggooien? In België nog semi
aanvaard, Zweden niet meer. Schuift wel snel op want vroeger was sluikstorten ook semi-
aanvaard, nu niet meer

Hoofdstuk 2: Het individu in de economie

➔ Gaat over alle economische denksystemen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur LouiseBakkers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67474 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49
  • (0)
  Ajouter