Al mijn notities en PPT's worden in deze samenvatting gecombineerd met extra informatie uit het boek. (behaalde resultaat met deze samenvatting: 17/20)
Gedragsneurowetenschappen
I. HOOFDSTUK 1: CONCEPTUEEL NEUROWETENSCHAPPELIJK KADER
1.1 inleiding
1.1.1 hersenen zijn een onderdeel van het zenuwstelsel
Functies hersenen:
- houden ons alert om te reageren op onze omgeving
- verzamelt constant informatie uit onze omgeving/ons lichaam (vormt een neuraal
communicatie netwerk)
➔ terwijl het informatie verwerkt en interpreteert, vangt het prikkels (beelden, geluiden,
gedachten…) op
- veranderingen in ons lichaam teweeg brengen (bewegen, handelingen uitvoeren…)
- hartslag
- ademhaling
Alles wat het zintuig opneemt van fysische energie (visueel, auditief, geur, aanraken, smaak...=
kanalen vh zenuwstelsel/prikkels) van de omgeving
INFORMATIE opnemen en verwerven
Zenuwstelsel gemaakt om te reageren in de omgeving. “Hoe kan ik me aanpassen aan de
omgeving”
1.1.2 wat zijn de bouwstenen van onze hersenen en dus ook ons gedrag
Bouwstenen:
➔ miljarden zenuwcellen (neuronen) en steuncellen (meer bij H2)
steuncellen: zorgen voor bescherming en steun voor neuronen
neuronen: kunnen contact maken via uitlopers met anderen= het geheel ervan is een
ingewikkeld/ indrukwekkend communicatienetwerk, 1 neuron verbindt steeds met 100den
anderen
➔ informatie verwerkend systeem
Via zintuigen vangt men informatie op -> hoeveelheid beperkt (kunnen niet alles tegelijk verwerken)
We kunnen veel tegelijk maar er zit een limiet op.
Wat hersenen doen, niet altijd perfect-> testen
Bv: iemand neergeschoten in bank wie heeft wie neergeschoten. Hoe het informatie
verwerkt is niet altijd correct. Vanaf dat je meer informatie krijgt, worden er nieuwe
1
, connecties gevormd die deze informatie anders verwerkt en legt uw brein meer aandacht op
wat belangrijk is.
Elk moment wordt er informatie verwerkt door zenuwcellen-> vermogen om te veranderen en
nieuwe connecties te leggen= dynamisch geheel. Brein is veranderbaar= plastisch
Bv: als je met anderen praat, ben je de hersenen aan het veranderen
Therapeutische gesprekken kunnen helpen
Impact op gedrag van mensen.
1.2 een conceptueel biopsychosociaal kader voor het begrijpen van hersenen-gedragsrelaties
Genetica en omgeving (endogene en exogene factoren) zijn steeds in interactie met elkaar
TIJD IS EEN BELANGRIJKE ONAFHANKELIJKE VARIABELE
De factor tijd is in ons hersengedrag heel belangrijk. Hoe is ons gedrag geëvolueerd
doorheen de tijd.
Komt door tijdsafhankelijke veranderingen die het resultaat zijn van:
Fylogenese Doorheen onze evolutie
Ontogenese Vanaf de geboorte, ontwikkeling, tijdens de individuele levensloop
Bv: gepest worden heeft beschadiging op het brein (zelfvertrouwen, sociaal durven
zijn, identiteitsontwikkeling (ook hersenen)) -> Hersenen heel kwetsbaar
Plasticiteit Verandert van moment op moment. Hersenen een uur geleden zijn anders dan nu.
Breinweefsel continu in interactie
Systeembiologische beschrijving:
➔ Interactie tussen omgeving en genetica
Hersenen maken ons wie we zijn door onze omgeving en het
biologische aspect. Je kan de externe en interne factoren niet
loskoppelen van elkaar. Je hebt een goede afstemming nodig tussen
deze 2 om gezond te zijn. Als er exogeen iets misloopt, heeft dat
invloed op het endogene. Resultaat van ons brein is resultaat van
intern biologisch metabolisme en de omgeving.
➔ Toenemende complexiteit
Hoe hoger in de kader: hoe complexer de realiteit
➔ Gelaagde niveaus
De realiteit kan beschreven worden in verschillende niveaus. Elk beschrijvingsniveau licht een ander
aspect toe maar ze zijn wel onderling gerelateerd
➔ Hiërarchisch continuüm
2
,Verschillende lagen maar wel hiërarchie. Als we een oplossing willen vinden voor een probleem,
moeten ze allemaal samenwerken. Het is een dynamisch interactie=> hiërarchisch georganiseerd
netwerk van interacties (veel impulsen door heel uw lichaam)
De blokjes zijn continu met elkaar bezig, veel interactie tussen alles. Je kan ze niet van elkaar
loskoppelen
➔ Emergente eigenschap
Elke blok op zichzelf heeft een eigen verhaal
➔ Bouw en structuur ↔ werking en functie
Deze zijn tot stand gekomen door een selectiedruk van een complexe omgeving. Bouw en werking op
elk niveau te bespreken. Een eigen functie die je los kan bekijken (eigen status, vakdomein… niet
geneeskunde moeten bestuderen om de rest te begrijpen)
Activiteiten en participatieniveau:
➔ Al de activiteiten die we kunnen uitvoeren en de rol
die we daardoor krijgen in de maatschappij
➔ in de maatschappij (niet “officieel” vastgesteld
bv: leerkracht zegt dat een kind concentratieproblemen
heeft/ mens begon gebruik te maken van werktuigen/
iemand neemt een geneesmiddel en begint te beven alleen
tijdens autorijden
Gedragsniveau:
➔ De werking van het circuits (motorisch,
emotioneel…)
➔ artificiële labo achtige situatie (los van alle afleiding
een test afnemen), experimentele opzet
Biopsychosociaal model: bio
bv: een geheugentest/ psycholoog meet de ernst van een
endogeen en sociaal exogeen. Elk
mogelijke aandachtstoornis/ geneesmiddel heeft trillen als
probleem breder zien dan enkel
bijwerking
Neurale circuits (anatomisch niveau):
➔ Zenuwcellen vormen neurale circuits die deel uit maken van een orgaansysteem. Binnen
Cel niveau:
een zenuwstelsel zijn er vele circuits, onder meer in de hersenen zelf
➔ 1 cel specifiek bekijken
➔ in een hersenscan (welke gebieden er aan het werken zijn)
➔ Biologische basiseenheid is de zenuwcel
bv: hersenscan voor geheugenproblemen/ er wordt bij iemand een hersenbloeding vastgesteld na
Bv: eiwitafzetting in een random zenuwcel bestuderen
een auto-ongeluk
3
,“pillen” voorschrijven. Oog op de genetica en omgeving.
Conceptueel kader in verband met de relatie tussen hersenen en gedrag
Evolutie van:
• Ééncelligen → meercellige organismen
• Elektromechanische processen in 1 cel → differentiatie van functie in specifieke meercellige
weefsels en organen
Zo komen we tot een uitermate sterk geëvolueerde coördinerend zenuwstelsel bij de
mens (gedrag: meest complexe resultaat)
Neurale circuits zorgen ervoor dat informatie uit de omgeving in de hersenen verwerkt wordt zodat
de mogelijkheden en uitingsvormen van het gedrag vergroot en flexibeler worden.
Biologische systemen kennen grotere flexibiliteit
We zijn zo in staat om:
➔ ons aan te passen (adaptie) aan een veranderende omgeving
➔ leren uit verleden en te anticiperen op toekomstige ervaringen
Structuur en bouw= onlosmakelijk met elkaar verbonden om het gedrag van de mens beter te
kunnen beschrijven en begrijpen:
➢ neuroanatomie: wetenschap die zich richt op de structuur en organisatie van het
zenuwstelsel (de bouw)
➢ neurofysiologie: wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van het functioneren of
de werking van al die onderdelen van het zenuwstelsel. Anatomie en fysiologie kan je niet los
van elkaar zien. Je kan pas goed inzicht krijgen in fysiologie met grondige kennis van
anatomie
➢ neuropathologie: wetenschap betreffende de veranderingen van vormen en functies die zijn
ontstaan door bepaalde ziekteprocessen van het zenuwstelsel
nauw met elkaar verbonden
1.3 een conceptueel biopsychosociaal kader voor het beschrijven en begrijpen van aandoeningen
van het zenuwstelsel
Hersenaandoeningen leiden vaak tot blijvende stoornissen, beperkingen en handicaps.
➔ Interne etiologische oorzaken liggen bij het individu zelf zoals een genetische afwijking,
bepaalde neurologische aandoeningen zoals hersenbloedingen…
4
, ➔ externe etiologische oorzaken liggen buiten het individu zoals traumatisch hersenletsel of
bijwerkingen van medicatie…
Cellulaire stoornissen:
= stoornis in de structuur en/of functioneren van zenuwcellen
Bv:
➢ Iemand krijgt een verkeersongeval (zware impact op lichaam, zenuwstelsel en hersenen) op
celniveau gaat alles beschadigd geraken door die klap van uw hersenen tegen uw schedel
➢ Stress: zenuwcellen die minder connectie maken met elkaar
Stoornissen in neurale circuits:
➔ kan structurele beschadiging van de hersenen (hersenletsel) of het
functioneren van de hersenen en neurale circuits veroorzaken
➔ ernst is afhankelijk van de plaats en grootte van beschadiging
➔ worden vaak vastgesteld door hersenscans
Bv:
➢ Schedelbreuk: anatomisch niveau van miljarden cellen samen: schedelbreuk=> hersenen ook
beschadigd
➢ Een depressie
Onderzoek: gingen kijken wat hersenen deden in deze geestesziekte: rood/oranje (veel zenuwcellen
werken, verbruiken veel energie) groen (niet aan het werken). Vooraan in de hersenen liggen onze
interesses en controle over ons gedrag (motoriek, denken…).
Deze vallen “stil” bij een depressie. Brein kan hier niets aan doen en hebben geen controle meer.
Men kan er zelf niet uit geraken en zijn niet meer toerekeningsvatbaar voor wat ze doen = medicatie
kan dit terug op gang krijgen
Oorzaak: je kan geboren met minder zenuwcellen vooraan in de hersenen en dus kwetsbaarder bent
voor een depressie. Het kan ook door de omgeving komen= iets erg meemaken dat hiervoor zorgt.
Stoornissen in de gedragsfuncties:
➔ Afwijking of afwezigheid van gedragsfunctie (motorisch, cognitief, emoties)
➔ Directe gevolgen van hersenletsel op het zenuwstelsel
➔ Worden vastgesteld aan de hand van observaties en specifieke profielen op
gestandaardiseerde gedragstesten
Bv:
5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emiliegoethals. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.