In dit document staat al de leerstof uit de theorieboeken beschreven voor het eerste tentamen op de ALO (BOK 1 "Body of Knowledge").
De stof komt uit de boeken: Handboek voor leraren, De sportwereld op het HBO en Lichamelijke opvoeding op de basisschool.
Handboek van leraren H1 , H1.1, H1.2 en H1.3
Tout pour ce livre (39)
École, étude et sujet
Lycée
Inconnu
BOK
1
Tous les documents sur ce sujet (1)
Vendeur
S'abonner
lindepastoor
Aperçu du contenu
Theorie BOK toets
Week 37
Handboek voor leraren H12 (bladzijde 395 – 429) – een goede leraar
worden
12.1 Wat wordt er van mij als leraar gevraagd?
Een docent moet zich aan de volgende bekwaamheidseisen voldoen (Wet BIO, de Wet op de
beroepen in het onderwijs):
Vakinhoudelijk bekwaam
Pedagogisch bekwaam
Vakdidactisch bekwaam
De vier beroepscontexten:
1. In de klas met leerlingen
2. Met collega’s in het team van leerkrachten
3. De schoolomgeving (bijvoorbeeld de ouders van je leerlingen)
4. Jijzelf in je eigen ontwikkeling als leerkracht
Om je vak als leerkracht goed uit te voeren, zul je leiderschap moeten
tonen. Hierbij heb je assertiviteit en een proactieve attitude nodig.
Assertiviteit = weerbaarheid
In staat om op een niet-agressieve manier voor zichzelf op te
komen. Er is respect voor andere meningen en iedereen wordt in
zijn waarde gelaten. (complimenten geven, kritiek geven, nee zeggen)
Proactiviteit = je anticipeert, bent initiatiefrijk en daadkrachtig. Je wacht niet af tot er wat
gaat gebeuren, maar bedenkt van tevoren wat je wilt en wat er zou kunnen gebeuren.
Leiderschap zichtbaar maken:
Zet een assertieve en proactieve houding om in te handelen: je acties moeten erop gericht
zijn dat het zichtbaar is dat jij alles in de smiezen hebt.
Vorm je een helder beeld van waar je naartoe wilt: dit geldt op alle vlakken van het doel dat
je met een bepaalde invuloefening wilt bereiken tot de normen en waarden die je in de klas
wilt zien.
Besef dat de leiderschapsrol de som is van een aantal ‘subrollen’: een van deze subrollen is
die van didacticus – je bent leerkracht en wilt leerlingen iets leren. Je bent een gastheer -
ontvangt de leerlingen in ‘je ruimte’ en bepaalt de sfeer. Pedagoog - want je hebt te maken
met kinderen. En ook heb je een rol als coach.
Om overtuigend te zijn in rol als leider, is het belangrijk om door te hebben in welke subrol je
speelt op het moment.
Tips voor goed leiderschap:
Handhaaf en schakel
(leerling is te laat en je wijst hem erop dat dat de regels niet zijn, maar heet hem wel welkom in je les)
Wees enthousiast
Maak je doel helder
Maak de stappen helder
In het team
,Als docent krijg je ook te maken met je collega’s met wie je moet samenwerken in je team of
vaksectie. Samen heb je overdag geregeld overleg over bijvoorbeeld resultaten van leerlingen.
- Samen zijn samen verantwoordelijk voor het uitvoeren van de onderwijsvisie op je school en
de gezamenlijke afspraken.
- Je zult een balans moeten vinden tussen wat je zelf belangrijk vindt en wat nodig is voor de
gemeenschappelijke doelen van het team.
- Je moet een open houding tonen, bereid zijn om samen te werken en zorgen dat de
communicatie goed verloopt.
Binnen het team zul je je ook assertief en proactief op moeten stellen. Aandachtspunten:
Transparante en professionele communicatie: door open te zijn en zeggen wat je denkt ben
je transparant. Als je assertief communiceert, weten collega’s hoe jij over bepaalde dingen
denkt en wat je belangrijk vindt. Stel je professioneel op; je boodschap is bij elke collega
hetzelfde en je praat niet achter de rug van een andere collega om.
Feedback vanuit wederzijds respect: collegiale feedback ontvangen/geven. Blijf respectvol.
Geef je grenzen aan
Samenwerken; door te benoemen wat er speelt, vergroot je de kans dat je samen een oplossing bereikt.
1. Uitspreken: om ervaringen, feiten en persoonlijke beleving uit te spreken zijn tijd en
luisterende aandacht van de ander noodzakelijk.
2. Bespreken: elkaar vragen stellen en zo interesse tonen.
3. Afspreken: conclusies trekken over de situatie en hoe het probleem zal worden aangepakt.
4. Aanspreken: elkaar aanspreken op gemaakte afspraken als hier niet aan voldoet wordt.
Drie dimensies van goed onderwijs
1. Kwalificatie; het overdragen van kennis en vaardigheden.
2. Socialisatie; manieren van doen en manieren van zijn. HORIZONTALE SYSTEMEN
3. Subjectvorming; persoonsvorming.
Ze worden horizontale systemen genoemd, omdat deze gericht zijn op de onderwijspedagogische
opgave om de verbinding tussen de leerling en de wereld mogelijk te maken en de leerling voor te
bereiden op de maatschappij.
Het vinden van een balans tussen de dimensies zit in het hart van het werk van een docent. De
praktijk leert echter dat op scholen veel nadruk wordt gelegd op de verticale systemen: de
zogenoemde cijfercultuur met controle van bovenaf.
Wat als je ondervindt dat de verticale systemen je pedagogische systemen in de weg zitten? Je zult je
assertief en proactief moeten opstellen. Bepaal als onderwijsprofessional waar je de ruimte neemt.
Een proactieve onderzoekende houding: maak bespreekbaar als systemen of afspraken
‘goed onderwijs’ in de weg staat. Geef aan wat je constateert, zeg ook hoe het ander kan.
Feedback: het is lastig om systemen te veranderen. Het geven van feedback op dit gebied zal
constante aandacht nodig hebben als je iets wilt veranderen.
Accepterende grondhouding = je bent in staat tot empathie, wat het vermogen is om je in te leven in
de gevoelens en gedachten van een ander. -> moet zichtbaar zijn in gedrag.
Een ‘echte ontmoeting’
Is nodig om mensen zich emotioneel veilig te voelen bij een ander.
Rituelen: kleine gebaren waaruit blijkt dat je moeite doet om je leerlingen te zien. Door vaste
patronen ontstaat structuur en creëer je veiligheid.
, Tijd verdrijven: samen met één of meer leerlingen doe je iets zonder een doel (kletspraatje).
Activiteiten: kunnen leiden tot een echte ontmoeting. Breng samen iets tot stand.
Sympathiek zijn:
Mensen voelen zich dan goed bij jou, vinden je aardig en voelen zich begrepen.
- Is nodig om weerstand te voorkomen.
- Kun je ontwikkelen door te delen (laat zien wie je bent, vertel wat over je leven)
- Ontwikkel je door leerlingen de ruimte te geven.
- Verplaats je in de leerling en houd rekening met wat je dan ervaart.
Begrijp je leerlingen, dan begrijpen zij jou.
12.2 Reflectie als leermiddel
Reflectie = stilstaan bij ervaringen en van daaruit kunnen leren.
- Door systematisch te reflecteren, wordt je visie op je eigen lesgeven helderder en kun je je
tegenover collega’s, schoolleiding en ouders verantwoorden.
- Je ontdekt essentiële aspecten in jezelf, in je aanpak, in de leerlingen en leerstof.
Gedragsgerichte reflectie: mensen die een lastige situatie hebben meegemaakt en zichzelf
verschillende soorten leervragen stelt.
Betekenisgerichte reflectie: anderen vragen zich af wat er nu precies aan de hand was. Hoe
kwam het dat de situatie lastig werd?
Stappenplan voor betekenisgerichte reflectie:
1. Handelen/ervaring
Je hebt iets gedaan wat een succes kan zijn geweest of juist
niet. In beide gevallen is het de moeite waard om van de
ervaring te leren.
2. Terugblikken
Je blikt terug op deze ervaring. De basisvraag: wat is er
precies gebeurd? Neem een breed blikveld en pas op voor
tunnelvisies, waarbij je de situatie maar vanuit één
perspectief bekijkt. -> vragen bij deze stap
0 Wat was de context?
1 Wat wilde ik? 5 Wat wilden de leerlingen?
2 Wat voelde ik? 6 Wat voelden de leerlingen?
3 Wat dacht ik? 7 Wat dachten de leerlingen?
4 Wat deed ik? 8 Wat deden de leerlingen?
3. Bewustwording van essentiële aspecten
Door bovenstaande vragen ontdek je de essentie van de situatie: wat was belangrijk?
Als je reflecteert op een succesvolle les, zul je in stap 3 vaak doorkrijgen wat de les tot een
succes maakte en wat jij er zelf aan hebt bijgedragen.
4. Alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen
Je denkt na over wat je de volgende keer wilt gaan doen. De basisvraag: wat neem ik mij
voor? Wees niet tevreden met de 1e de beste inval, pas het nog wat aan voor verbetering?
5. Uitproberen in een nieuwe situatie
Aanpak helder, probeer hem uit. Dit is eigenlijk weer stap 1 van het spiraalmodel.
Reflectie in actie = je hebt op het moment door wat er precies gebeurt en hoe het komt, zodat je
meteen in actie kunt komen om je aanpak bij te stellen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lindepastoor. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.