Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting SVAA €9,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting SVAA

 14 vues  0 fois vendu

Samenvatting van 10 pagina's voor het vak SVAA aan de UGent (Samenvatting SVAA)

Aperçu 2 sur 10  pages

  • 5 septembre 2022
  • 10
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (33)
avatar-seller
emmahermans1
H3 taxonomie en cladistiek
Termen

 Classificatie: methode die gebruikt wordt voor het indelen van dieren
 Taxonomie: methode van de karakteristieken en het naamgeven van organismen met het oog
op de classificatie
 Taxon: een groep soorten
 Fylogenie: een methode dat rekening houdt met de evolutionaire geschiedenis van de
diersoorten
 Cladistiek: vorm van classificatie die organismen in taxa groepeert op basis van de fylogenie
 Clade: groep verwante soorten
 Cladogram: de fylogenie en de evolutionaire verwantschap met overige clades wordt grafische
weergegeven
 Systematiek: studie dat evolutionaire verwantschappen omvat (fylogenie), samen met hun
naamgevig (taxonomie) en hun classificatie (cladistiek)




Geschiedenis

 Linnaeus introduceerde het systeem van de binominale nomenclatuur
 Verschillende soorten werden gegroepeerd in een geslacht (=genus)
 Alle taxonomische rangen boven het genusniveau worden nier in cursief weergegeven, maar
blijven hun hoofdletter behouden
o Genus species
o Canis lupus
o Canis sp
 Trinominale naam
o Genus species subspecies
o Canis lupus familiaris


Clades

 Monofyletische groep: alle groepsleden zijn verwant met elkaar en zijn te herleiden tot 1
gemeenschappelijke voorouder
 Parafyletische groep: omvat de meest recente gemeenschappelijke voorouder van alle
groepsleden, maar niet alle nakomelingen van deze gemeenschappelijke voorouder
 Polyfyletische groep: groepeert verschillende organismen, maar omvat niet de meest recente
gemeenschappelijke voorouder van deze organismen

, Cladogram

 Dichotoom vertakkingspatroon: uit een gemeenschappelijke voorouder mogen er maar 2
takken vertrekken gescheiden door een knooppunt
 De oriëntatie van het cladogram is willekeurig
 Zustergroepen: 2 clades die nauw verwant zijn aan elkaar en waartussen geen extra clades meer
geplaatst kunnen worden
 Outgroep: zustergroep dat geen onderwerp is van het onderzoek, maar die wel voorkomt in het
cladogram


Reconstructie van de fylogenie

 Lijst opstellen van de verschillende soorten organismen
 Lijst opstellen van homologe kenmerken
o Kenmerken die duidelijk vanuit een gemeenschappelijke voorouder evolutionair verworven
zijn
o Convergente evolutie kan leiden tot zeer gelijkaardige kenmerken die verworven zijn door
een gelijkaardige selectie druk, en dus niet door een gemeenschappelijke voorouder. Deze
kenmerken worden analoge kenmerken (gelijkenis in functie) of homoplasie (gelijkenis in
vorm) genoemd
 De meer recentere, gemeenschappelijk verworven kenmerken waarmee men zich kan
onderscheiden zijn bruikbaar in het bepalen van evolutionaire verwantschap. Deze kenmerken
worden apomorfie genoemd bv levendbarend
o Plesiomorfie: een kenmerk dat een minder recent, gemeenschappelijk kenmerk is waarmee
men zich kan onderscheiden bv eierleggend
 Synapomorfie: een recent aanverworven kenmerk dat door meerdere, maar niet alle, groepen
die onderwerp uitmaken van de studie gedeeld worden
 Autoapomorfie: een kenmerk dat recent verworven is, maar slechts voorkomt bij 1 groep
binnen de studiegroep
 Omgekeerde evolutie: diersoorten verwerven soms een kenmerk, maar verliezen het erna weer
in latere evolutie (de voorouders van slangen hadden vroeger 4 poten)
 Bepalen van de polariteit: wat is de apomorfie en wat is de pleisomorfie
o Is het oude kenmerk het hebben van geen staart of is het oude kenmerk het hebben van een
staart
o Hierdoor is het belangrijk om een outgroup in rekening te brengen
 Maximale spaarzaamheid: de meest aannemelijke fylogenetische stamboom is die dat verklaard
kan worden adhv het laagst mogelijke aantal evolutionaire veranderingen/ zo weinig mogelijk
homoplasieën

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmahermans1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

56326 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,99
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté