Neurogene dysartrie (spraakstoornis)
1 Dysartrie of spraakstoornis
= is een verzamelterm voor een groep spraakstoornissen ten gevolge van
een verstoring in spiercontrole over de spraakmechanismen door schade
aan het centraal (hersenen & ruggenmerk) of perifeer zenuwstelsel
(zenuwen die uit CZ vertrekken).
≠ spraakapraxie: geen probleem op spierniveau
≠ afasie: taalstoornis
Spraakcomponenten
› Ademhaling:
Type, volume, beheersing
› Fonatie:
Kwaliteit, toonhoogte, luidheid
› Resonantie
Hyper-, hyponasaliteit, gemengd, nasale emissie
Velofaryngale incompetentie
› Articulatie/mondmotoriek:
Hyper-, hypotoon
› Prosodie
Melodisch (beklemtoning), dynamisch
(luidheidsvariaties/beklemtoning) en temporeel (snelheid
spraak) accent
Neuromusculair stoornis
› Bezenuwing spraakspieren
CZS: centrale dysartrie
→ beschadiging
- Motorische cortex
- Cerebellum/kleine hersenen (coördinatie bewegingen)
- Subcorticale structuren (basale ganglia)
- Verbinding tussen deze gebieden en de craniale en
spinale zenuwen
(ogen: tractus cortico bulbaris)
PZS: perifere dysartrie
→ beschadiging
- Kernen craniale zenuwen hersenstam of bulbus (HS)
- Craniale zenuwen (spieren aangezicht bezenuwen)
» n. V: kaakspieren en sensibiliteit mondholte
» n. VII: mimische spieren, speekselproductie,
mucus neus en mond
» n. IX: velum en farynx
1
, » n. X: SB en velum
» n. XI: hoofdhouding
» n. XII: tongspieren
- Spinale zenuwen (zenuwen zorgen voor bewegen en
voelen)
› Spraakspieren
o AH: AHspieren (tussenribspieren, …)
o Fonatie: SB, …
o Resonantie: velum, tongspieren, …
o Articulatie: lipspieren, kaakspieren, tongspieren
› Spelen ook een rol
o Sensibiliteit mondholte
o Speekselproductie
1.1 Types en kenmerken
= Darley en collega’s: hoe personen klinken (begrijpen)
! EXAMEN: welke type bij casus en teken waar letsel zich bevindt
1. SLAPPE OF BULBAIRE DYSARTRIE
= spieren kunnen niet meer samentrekken
= FLACCID DYSARTHRIA
Lokalisatie:
Hersenstam
- letsel aan de kernen van de craniale
zenuwen
- letsel aan de craniale zenuwen zelf
- aandoening motorische eindplaatjes
craniale zenuwen
Oorzaken: divers
(vasculair (bloedvoorziening), degeneratief, traumatisch, infectieus,
toxisch)
Algemene kermerken:
› Gestoorde reflexmatige en willekeurige bewegingen
› Spierzwakte
› Hypotonie: aantasting tonus
› Atrofie: verminderen spieren
= geen prikkels dus verkleinen spieren, wegkwijnen van spier
› Fasciculaties
= fijne onwillekeurige spiersamentrekkingen (uitsteken tong)
Distinctieve spraakkenmerken:
› Afhankelijk van de betrokken zenuwen
o n. V, n. VII en n. XII: gestoorde articul. en trage spraak
o n. X (+ n. IX & n. XI): gestoorde AH, fonatie en resonantie
› Ademhaling:
2
, o Inspiratoire stridor
o Weinig lettergrepen op 1 ademhaling
› Fonatie:
o Gesluierde, hese stem met luchtverlies
› Resonantie:
o Hypernasaliteit
Enst: varieert afhankelijk
- Unilateriaal letsel: verzwakking
- Bilateraal letsel: verlamming
Aandoening gepaard met SD
» Verlamming van Bell (aangezichtsverlamming)
» Myasthenia Gravis (auto-immunaandoening: vermoeidheid)
» Syndroom van Guillain-Barré
2. SPASTISCHE OF PSEUDOBULBAIRE DYSARTRIE
= letsel hoger hersenstam/corticaal
= SPASTIC DYSARTRIA
Lokalisatie:
Cerebrum/grote hersenen
- letsel motorische hersenschors
- verbinding motorische hersenschors en
craniale of spinale zenuwen
o Piramidaal systeem: faciliterend/
fijne bew.
o Extrapiramidaal systeem:
inhiberend
BILATERALE beschadiging pyramidaal
systeem
(tractus corticospinalis (= weg van ) & tractus corticobulbaris (= weg
motorische hersenenschors van grote hersenen naar hersenstam))
» Alle craniale zenuwen zijn bilateraal bezenuwd
Uitz.: n. XII en n. VII → uitval ook bij unilateraal letsel
» Bilateraal letsel: uitval verschillende zenuwen
Algemene kenmerken
› Spasticiteit: duidelijke spanning spieren (bovenarm geplooid)
› Hypertonie
o trage en beperkte bewegingen
o Verhoogde reflexen
› Dwanghuilen en dwanglachen
(ongepaste emoties door letsel in motorische schors)
Distinctieve spraakkenmerken:
› Ademhaling:
o Gespannen
o Hogere frequentie
› Articulatie: onnauwkeurige consonanten
3