ZSO 20 HC arteriële bloeddruk: bepalende factoren en regulatie
Bloeddruk / tensie (in mmHg)
: druk / kracht die bloed uitoefent op vaatwand -> hydrostatische druk
Factoren die bloeddruk bepalen zijn CO, perifere weerstand, bloedvolume:
Hartminuutvolume (HMV) / cardiac output (CO) / hartdebiet
: hvl bloed die per minuut wordt uitgepompt door hart -> l/ min, ml / min
CO = HF . SV
Hartfunctie is adequaat zolang hartdebiet voldoende is om aan O2 en
voedingstoffen aanvoer en CO2 afvoer v lichaam
o Hartfrequentie
: snelheid waarmee hart samentrekt -> aantal slagen / min -> bepaald door
gangmakercellen SA-knoop
Frequentie kan gewijzigd worden door autonome zs
Orthosympatisch zs -> F&F
: bezenuwt hart en werkt via neutrotransmitter (nor)adrenaline
-> versnelt hartslag
Parasympatisch zs -> R&D
: bezenuwt hart en werkt via neurotransmitter acetylcholine
dat via n. vagus afgegeven wordt aan hart -> vertraagt hartslag
Als hartfrequentie verandert -> invloed op hartdebiet -> invloed bloeddruk -> invloed
op slagvolume
o Slagvolume
: hvl bloed at door ventrikel tijdens hartslag wordt weggestuwd naar grote
bloedvaten (aorta, arteria / truncus pulmonalis) -> ml / slag
Beïnvloed door:
Preload / eind diastolisch volume /vullingsdruk / voorbelasting
: hvl bloed in ventrikel aanwezig voor hart samentrekt -> bep door
veneuze retour (bloed naar hart)
(alle factoren die invloed hebben op vulling ventrikel hebben bepalen mee slagvolume en hebben dus
invloed bloeddruk -> vulling bepaald door veneuze retour dus de toevoer v bloed naar hart, hoe hoger
veneuze retour -> hoe meer hart gevuld -> hoe groter slagvolume)
Afterload / nabelasting / eind systolische volume
: druk waartegen ventrikel moet uitpompen -> bep of slagvolume
groter / kleiner is
Hoe groter tegendruk -> meer moeite ventrikel ledigen -> kleiner slagvolume
L ventrikel afterload -> druk aorta
R ventrikel afterload -> druk truncus pulmonalis
, Contractiliteit
: kracht waarmee hartspier kan samentrekken hoe sterker contractiliteit -> hoe
meer volume naar buiten gepompt
(nor)adrenaline -> vergroot contractiekracht -> vergroot slagvolume en hartdebiert
Acetylcholine -> remt contractiekracht
Medicatie die contractiliteit beïnvloed
+ inotroop effect -Inotroop effect
Ventrikel trekt krachtiger samen Ventrikel trekt minder krachtig
-> slagvolume groter -> samen -> slagvolume kleiner ->
contractilieit groter contractiliteit afgeremd
HF stijgt HF daalt
Bv. adrenaline
Bv. B-blokkers -> remmen centrale zs
B-blokkers zijn anatagonisten voor
bètareceptoren -> blokkeren beta-receptoren,
binden aan adrenaline waardoor de werking v
adrenaline geblokkeerd worden en de
contractiliteit verminderd
Introtropie
: + inotroop wilt zeggen dat hormoon bevorderend effect heeft op
contractiliteit bv. adrenaline afkomstig v ortho -> bevordert contraciliteit -> contractiekracht hart
Chronotropie
: + chronotroop wilt zeggen dat bevorderend effect heeft op
hartfrequentie bv. adrenaline afkomstig v ortho -> bevordert hartfrequentie
Wet v Frank Starling
: beschrijft relatie tssn lengte hartspiervezel (afh v preload, hoe meer ventrikel gevuld -> hoe meer
spiervezel uitrekt) en gepresteerde arbeid (contractiekracht) hartspier
Perifere weerstand
: weerstand v arteriële systeem
Hoe groter weerstand -> hoe meer druk op vaatwand -> hoe hoger hydrostatische
druk -> hoe hoger bloedruk
Vlotte passage bloed -> weinig druk op vaatwand
Bepaald door:
Mate waarin bloedvaten al dan niet samentrekken -> diameter
o Vasoconstrictie -> als orthosympatisch systeem aanstaat
: bloedvaten sterk samengetrokken -> verhoogde druk vaatwand -> voorhoogde hydrostatische
druk -> verhoogde bloeddruk
o Vasodilatatie -> als ortho uitstaat want parasympatisch systeem geen invloed
op bloedvaten
: verwijden bloedvaten -> afname perifere weerstand
Elasticiteit bloedvatwand
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur gioiapignataro. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.