Het economisch aspect van het handelen bestaat in het kiezen.
behoeften middelen
Economisch principe
(met opgegeven middelen een maximale behoeftenbevrediging bereiken)
1.1. behoefte
= aanvoelen van het tekort en het streven naar bevrediging ervan
primaire of levensnoodzakelijke behoeften
behoeften van immateriële aard
collectieve behoeften
Individuele behoeften
1.2. schaarse of economische middelen
schaars zeldzaam
schaars = een middel waarvan de verlangde hoeveelheid de beschikbare hoeveelheid zou
overtreffen indien het gratis ter beschikking stond
gevolg: waardeverschijnsel
schaarsheid = beperktheid van inkomen
1.3. nuttigheid en keuzeprobleem
goederen en diensten zijn nuttig als ze behoeften bevredigen
doel = maximale behoeftebevrediging
d.w.z. keuzes maken
economie = de studie v/h menselijke streven naar bevrediging van behoeften m.b.v.
schaarse middelen
2. Welvaart en welzijn
Welvaart = de mate waarin mensen de beschikbare schaarse middelen in hun behoeften
kunnen voorzien (naast geld en middelen ook vrije tijd en leefmilieu)
Welzijn = bevrediging van verlangens die geen beslag leggen op schaarse middelen
(vriendschap, liefde,…)
inductieve methode = vertrekken v/e groot aantal feitelijke gegevens een wetmatigheid
formuleren
deductieve methode = vertrekken van een algemeen beginsel om nieuwe besluiten af te
leiden
6. de ceteris paribus - clausule
effect van één variabele onderzoeken & veronderstellen dat de rest ongewijzigd blijft.
7. Micro- meso- en macro-economie
Micro-economie : beschrijven van het gedrag van een individuele huishouding
Meso-economie : beschrijven van het gedrag van een bepaalde bedrijfstak
Macro-economie : beschrijven van economische grootheden voor een heel land
-2-
, Economie
EXTRA
Verschillende visies
• Kapitalisme (liberalisme)
→ Gewone kapitalisme
→ neoliberalisme
→ staatskapitalisme
• Socialisme
• Communisme of marxisme
• Boedhistische economie
→ ipv. zo véél mogelijk…
→ ipv behoeften aan te wakkeren..
→ zie anecdote koeien(*)
• staatskapitalisme
De verschillende economische systemen uitgelegd aan de hand van 2 koeien :
Socialisme
Je hebt 2 koeien en je geeft er 1 aan je buurman die géén koeien heeft.
Communisme
Je hebt 2 koeien . De regering neemt ze allebei af en geeft je een beetje melk.
Fascisme
Je hebt 2 koeien . De regering neemt ze allebei af en verkoopt je melk.
Bureaucratie
Je hebt 2 koeien . De regering neemt ze af, schiet er ééntje dood, melkt de andere en giet de melk dan
weg... .
Traditioneel kapitalisme
Je hebt 2 koeien. Je wisselt er één voor een stier, je kweekt een hele kudde koeien, verkoopt die én gaat
leven van de rente.
Amerikaans systeem
Je hebt 2 koeien. Je verkoopt er 1 en dwingt de andere om melk voor 4 te geven. Je bent verbaasd als het
beest doodvalt.
Waals systeem
Je hebt 2 koeien. Je gaat in staking omdat je er 3 wilt.
Japans systeem
Je hebt 2 koeien. Je manipuleert hen genetisch zodat ze tien keer kleiner worden dan een normale koe én
zodat ze twintig keer méér melk geven. Je maakt eigen koe-cartoons (Koekimons) en overspoelt er de hele
wereld mee.
Brits systeem
Je hebt 2 koeien. Ze zijn alle twee gek.
Italiaans systeem
Je hebt 2 koeien, maar je weet niet juist waar ... . En nu ga je spaghetti eten.
Frans systeem
Je hebt 2 koeien. Ze zijn de belangrijkste koeien ter wereld.
Hindu systeem
Je hebt 2 koeien en je aanbidt ze.
Chinees systeem
Je hebt 2 koeien. 300 mensen melken hen dagelijks. Je beweert volledige tewerkstelling te kennen, een
hoge rundproductiviteit te kennen én laat de journalist
-3-
executeren die de cijfers naar buiten bracht.
Vlaams systeem
Je hebt één koe en je trouwt er mee.
,Economie
PATRIMONIUMKAPITALISME
- dixit Thomas Piketty
- belang van financiële kapitaal, dat je inkomen je positie determineert
MENSKAPITALISME
- dixit Marc Devos
- je arbeidspositie leidt tot kapitaalpositie sociale mobiliteit (opwaarts en
neerwaarts)
meritocratische economie = je moet ervoor werken
erfelijke meritocratie = door erfenis
diplomafetisjisme = diploma is toegansticket
HOMO ECONOMICUS
Wikipedia: Homo economicus, or Economic man, is the concept in some economic theories of
man as a rational and "self-interested" actor.
KRITIEK
- we zijn niet altijd rationeel
gewoontes en routines
impulsaankopen
me-too aankopen
- hyperconsumtie ik consumeer, dus ik besta
- turboconsumenten run- en funshoppen
-4-
,Economie
Hoofdstuk 1 : Het consumentengedrag
1.1. de optimale goederencombinatie
De eerste wet van Gossen :
naarmate men meer beschikt over een aantal eenheden van een bepaald goed, daalt
voor de consument het nut dat de laatste eenheid aan het totale nut toevoegt
vb. ijsjes
3 ijsjes > dan
maar extra nut van derde
< extra nut van tweede
Marginale nut/ grensnut = het nut van de laatst toegevoegde eenheid
LESS IS MORE
uitzonderingen
verslaafden
verzamelaars: verzamelwoede
beperking
budget
1.1.2 zie oefeningen uit de les
nominaal inkomen
o inkomen in geldeenheden
reëel inkomen
wat je er effectief mee
kunt kopen
koopkracht
-5-
,Economie
wordt gevormd door
reële inkomen
-6-
,Economie
1.2. De prijsvraagcurve
1.2.1. De Afleiding van de individuele vraagcurve
Als de prijs daalt, stijgt de vraag
Negatief verband tussen vraag en prijs
Ceteribus paribus:
→ Preferenties, inkomen en prijzen van goederen zijn constant
Hoe lager de prijs, hoe meer we consumeren
1.1.2 Een beweging langs de individuele vraagcurve
Het gevolg van het wijzigen van de
prijs
-7-
, Economie
1.2.3. Verschuivingen van de individuele vraagcurve
De individuele vraagcurve zelf verschuift evenwel wanneer, bij constante prijs van het goed,
de overige determinanten van het consumentengedrag wijzigen :
bij een verandering van het inkomen
bij veranderingen in de prijs van de andere goederen
bij veranderingen in de preferentieschaal
1.2.3.1. Veranderingen in het inkomen
Besluit:
Een verandering v/h inkomen heeft een verschuiving
van de vraagcurve tot gevolg. Zo is bij een toename
van het inkomen de consument bereid meer v/e
bepaald goed te kopen voor eenzelfde prijs en
verschuift de vraagcurve naar rechts. Wanneer zijn
inkomen vermindert verschuift de vraagcurve naar
links.
1.2.3.2. Veranderingen in de preferentieschaal
Het budget en de prijzen blijven onveranderd.
De consument krijgt een grotere preferentie voor
boeken.
Het logische gevolg is dat de consument minder cd’s
consumeert.
-8-
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur charlottedeprez. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.