WERELDGESCHIEDENIS VAN
BELGIË: BEGRIPPEN
INLEIDING
Begrip Definitie
Misbruik van geschiedenis Instrumenteel gebruik van geschiedenis voor eigentijdse politieke,
ideologische, commerciële, religieuze, … motieven
Invented traditions Geschiedenis wordt verkeerd toegeëigend voor instrumenteel gebruik
tradities krijgen sinds de 19E eeuw nieuwe betekenis voor politieke
doelen (zaken worden aan het volk toegeëigend)
Historiografie Via studie van originele bronnen en bestaande literatuur
Geschiedmethode Volgens een wetenschappelijk en kritische onderzoeksmethode origineel
bronnenmateriaal en bestaande wetenschappelijke literatuur beschrijven
en zoeken naar betekenis, samenhang, oorzakelijkheid en een verklaring
(adhv 5 W-vragen)
Heuristiek (eerste fase) Actief op zoek gaan naar bronnen of getuigenissen die ons iets kunnen
vertellen over een gebeurtenis/feit uit het verleden
Historische kritiek (tweede Uitoefenen van kritiek met als doel belangrijke én betrouwbare informatie
fase) over het verleden te achterhalen
Interne kritiek Bepalen vd positionaliteit vd bron (wie, wat, waarom en voor wie?)
Externe kritiek Authenticiteit vd bron bepalen, verifiëren
Negationisme Complotdenken
Constructie van de historicus Actief proces van verslag over zijn/haar werkwijzen, gebruikte methodes,
(derde fase) selectie- en interpretatieprocedures, etc. om tot een bepaalde uitspraak
over dat verleden te komen
Transparantie Reconstructie van de weg waarlangs kennis tot de lezer komt (bv:
voetnoten)
Hineininterpretierung of post- Interpretaties maken die voor tijdgenoot niet vanzelfsprekend zijn
factum analyse
Anachronisme Verkeerd in de tijd situeren v/e gebeurtenis (geen besef van oorzaak en
gevolg)
Le temps geógraphique Tijd beweegt zich onzichtbaar voort (voortdurend in beweging zonder we
het zien)
Le temps sociale Events, conjuncturen over langere periode (20-30 jaar)
Le temps individuel Dagdagelijkse feiten
Demografische transitie Van demografische nulgroei naar demografische groei
Economische transitie Van kleine wareneconomie naar industrieel kapitalisme, het ontstaan van
economische groei, verhoging van de output per capita, industriële
samenleving en een stijging vd arbeidsproductiviteit
Politieke transitie Van immobiele standenmaatschappij naar een moderne liberale natiestaat
die gebaseerd is op individuele vrijheden, dus van oligarchie naar
democratie
Culturele transitie Niet meer geleid worden door godsdienst en er zijn nieuwe manieren over
, denken over mens en samenleving door de Verlichting
Deconfessionalisering Niet meer op basis van godsdienst, maar op basis van eigen overtuigingen
beslissingen maken
Sociale transitie Van sterk gemeenschapsgevoel (“Gemeinschaft”) naar meer fragmentatie
en individualisme (“Gesellschaft”)
HOOFDSTUK 1: DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN IN HISTORISCH PERSPECTIEF
Begrip Definitie
Demografie Onderzoek naar de omvang, de samenstelling, de spreiding en de groei vd
bevolking
Historische demografie Bevolking in het verleden bekijken en de deelaspecten (geboorte, sterfte,
huwelijk, vruchtbaarheid, migratie, samenstelling huishoudens,
gezinsvorming en huwelijksmoraal)
Oversterfte Periode waarin de sterfte in vergelijking met normale/vorige jaren hoger is
(graadmeter voor crisissen)
Mortaliteit Sterftegraad, aantal overledenen per 1000 inwoners in een bepaalde
periode en in een bepaald gebied
Nataliteit Geboortecijfer, aantal levendgeborenen op een bepaald tijdstip of in een
bepaalde periode in een bepaald gebied (snelheid vd bevolkingsevolutie
meten)
Fertiliteit Huwelijksvruchtbaarheid, aantal geborenen per 1000 gehuwde vrouwen
Sociale statistiek Statistisch materiaal gebruiken om meer inzicht in de samenleving te
krijgen en er beleid rond voeren
L’homme moyen (Adolphe Berekeningen doen omtrent de ‘gemiddelde mens’ (gemiddelde grootte,
Quetelet) leeftijd, …) waardoor afwijkingen worden geviseerd
Natuurlijk verloop Geboortecijfer - sterftecijfer
Migratiesaldo Immigratie – emigratie
Positief migratiesaldo = migratieoverschot of migratiesurplus
Bevolkingsverloop (geboorten – sterfte) + (immigratie – emigratie)
Morbiditeit Ziektecijfer, verhouding vh aantal lijders v/e ziekte tov de totale bevolking
Gezinsreconstructie Reconstructie van gezinsverbanden in een bepaalde plaats en gedurende
een bepaalde periode
Cohorte-analyse Groep nemen die op dezelfde leeftijd dezelfde historische periode
doormaakte en die volgen in hun demografisch gedrag
Levensloopanalyse Individuen volgen doorheen verschillende fasen in de levensloop
(geboorte, verlaten ouderlijk huis, huwelijk, eerste geboorte, …) meer
weten over omstandigheden en de daarop gebaseerde beslissingen
Malthusiaans perspectief Spanning tss de bevolkingsomvang en de mate waarin de wereld in staat is
die bevolking te voeden (bevolking mag niet stijgen)
Point of crisis Spanning tss behoefte om mensen te voeden en de mogelijkheden die de
aarde heeft (is onafwendbaar!)
Oplossingen voor point of Positive check: meer sterfte
, crisis Preventive check: minder geboortes (niet huwen of huwelijk uitstellen)
Neomalthusianisme Problematiek van schaarste kapitaal en uitputting van niet-hernieuwbare
grondstoffen
Homeostatisch systeem Gesloten systeem dat wijst op een link tussen bevolkingsomvang en
voedselprijzen
Populationisten Geloven in evolutie naar diensteneconomie dus menselijk kapitaal ipv
grondstoffen zijn nu belangrijk schaalvoordelen ipv schaarste (bevolking
mag stijgen)
Optimistische visie (Boserup) Bevolkingstoename stimuleert mensen tot innovatie (nieuwe technieken
om schaarste tegen te gaan)
Structurele mortaliteit Mortaliteit die behoort tot factoren die door de samenleving worden
bepaalt (lage gemiddelde levensverwachting)
Urban graveyard effect Meer sterftes in de stad dan op het platteland
Amenorroe Het uitblijven vd eerste menstruatie en ovulatie door hongercrisis
Economiehuwelijk Pas huwen als men een zelfstandige economische eenheid had (voldoende
grond, vee, vast inkomen, woonplaats, …)
Neolocaliteit De gewoonte in West-Europese landen om bij het huwen niet in te wonen
bij de ouders, maar zelf een eigen huishouden te stichten (pas bij
economische zelfstandigheid)
Eerste demografische Een grote bevolkingsgroei doordat de nataliteit op een hoog pre-industrieel
transitie niveau blijft en een daling van de mortaliteit dankzij de industrialisatie
Epidemiologische transitie Infectieziekten hebben een dominante rol tot midden 18 e eeuw, later zijn
luchtwegen en spijsvertering van belang tot het Interbellum om daarna
meer chronische ziekten te hebben en kanker, waardoor de
mortaliteitsdaling vertraagt
Proletarisch demografisch Meer kinderen geboren door verhoogde arbeidsmogelijkheden
patroon (Thompson)
Deconfessionalisering Impact van de kerk wordt minder groot
Biopolitiek Overheid grijpt in bij voortplanting (maatregelen ivm voortplanting)
Nulgroei Nauwelijks veranderende bevolkingsomvang v/e land of regio (door
beperkte geboorte- en sterftecijfers)
Casti conubi Streng verbod van de paus op anticonceptiva (1930)
Demografische spagaat Snelle veroudering in rijkste landen en snelle bevolkingsgroei door hoge
nataliteit en dalende mortaliteit in armste landen heeft impact op
positie vd landen in het wereldtoneel: economisch, sociaal en politiek
Grijze druk Aandeel van mensen in ouderdomscategorie wordt groter
Verhouding vd omvang vd 65-plussers tov de actieve bevolking
Groene druk Aandeel van mensen in jongere categorie wordt kleiner
Verhouding vh aantal 14/19-jarigen tov de actieve bevolking
Seniliteitscoëfficiënt Verhouding tussen de niet-meer-actieven en de nog-niet-actieven
2de demografische transitie Versnelde daling vd nataliteit
Vervangingsniveau 2,1 Cijfer dat minimaal moet gehaald worden om, gegeven de actuele
mortaliteitscijfers, de reproductie vd bevolking nog te kunnen garanderen
De-institutionalisering van het Er wordt minder (of niet meer) getrouwd
huwelijk