Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Antwoorden Juridische thema's €7,09   Ajouter au panier

Notes de cours

Antwoorden Juridische thema's

 13 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Overzicht van de antwoorden van Juridische thema's

Aperçu 3 sur 21  pages

  • 9 septembre 2022
  • 21
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • L. ramdjanamsingh
  • Toutes les classes
avatar-seller
Juridische thema’s
Week 1

5.In welke rechtsbronnen is het strafrecht te vinden?

a. Het strafrecht is in alle informele en formele bronnen te vinden.
b. Het strafrecht is alleen te vinden in het wetboek van Sr en het Wetboek van Sv.
c. Het strafrecht is te vinden in specifieke wetten, APV’s, Jurisprudentie, Verdragen en in het
wetboek van Sr en in het wetboek van Sv
d. Rechtspraak van het EHRM heeft invloed op de werking van het strafrecht en is daarmee ook
een belangrijke rechtsbron

6.Welk beginsel is in het strafrecht allesbepalend?

a. Het legaliteitsbeginsel, het fair play beginsel en het gelijkheidsbeginsel
b. Het legaliteit beginsel met de vier deelbeginselen die daarin ingebed liggen; een bestaande
delictsomschrijving, verbod van terugwerkende kracht, verbod van gewoonterecht, verbod
van analogie.
c. Het rechtszekerheidsbeginsel
d. Art 1 Sr en art 16 Gw: geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane
wettelijke strafbepaling

7.Aan welke voorwaarden moet voldaan zijn voor strafbaarheid?

a. Er moet sprake zijn van menselijk gedrag, en er moet delictsomschrijving bestaan, het gedrag
is wederrechtelijk en er is sprake van schuld of verwijtbaar gedrag.
b. Er moet sprake zijn van een delictsomschrijving en voldoende bewijs
c. Er moet sprake zijn van strafbaar gedrag en er moet tenminste 1 getuige zijn.
d. Er moet sprake zijn van de onder a genoemde componenten en er moeten geen
strafuitsluitingsgronden zijn.

8. In het wetboek van strafrecht zijn twee soorten strafbare feiten, misdrijven en overtredingen,
opgenomen. Waarom is het belangrijk dit onderscheid te kennen?

a. Omdat het soort strafbare feit bepaalt welke dwangmiddelen gebruikt mogen worden en
welke rechter bevoegd is in de strafzaak
b. Omdat de dader dan meteen weet welke straf hij opgelegd zal krijgen.
c. Omdat een poging en medeplichtigheid bij een overtreding niet strafbaar is bij een misdrijf is
een poging en medeplichtigheid wel strafbaar.
d. Omdat kennis van soorten strafbare feiten inzicht geeft in welk bewijsmateriaal nodig is om
de rechter te overtuigen.

,9.Het strafrecht kent strafuitsluitingsgronden hiermee wordt de oplegging van straffen en de
strafbaarheid beperkt. De belangrijkste strafuitsluitingsgronden zijn onder te verdelen in
rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden. Welke uitspraken zijn juist?
a. De rechtvaardigingsgronden zijn te vinden in art 41 lid 1 Sr, 40 Sr, 42 en 43 lid 1 Sr en voorts
in het Veeartsarrest (jurisprudentie), in deze situaties ontbreekt de wederrechtelijkheid.
b. De schulduitsluitingsgronden zijn te vinden in art 41lid 2Sr, 40 Sr,43lid 2 Sr en 39 Sr en voorts
in het Melk- en waterarrest (jurisprudentie), in deze situaties ontbreekt verwijtbaarheid.
c. De strafuitsluitingsgronden zijn verspreid in allerlei rechtsbronnen te vinden en er komen
steeds bijzondere gronden bij.
d. De strafuitsluitingsgronden vormen een gesloten stelsel en er komen geen nieuwe gronden
bij

10. In het strafrecht kan soms voordat het delict voltooid is al sprake zijn van strafbaarheid d.w.z. een
strafbare poging of voorbereiding van een misdrijf kan bestraft worden. Welke uitspraken zijn juist?

a. De kenmerken van een strafbare poging zijn te vinden in art 45 lid 1 Sr en in jurisprudentie
b. De strafbare voorbereiding gaat vooraf aan de poging, het zijn voorbereidingshandelingen en
o.g.v. art 46 lid 1 Sr, strafbaar gesteld.
c. Ook al is het delict niet voltooid bij een strafbare poging of een voorbereiding kan bij
overtuigend bewijs een maximum van de hoofdstraf opgelegd worden.
d. Bij een strafbare poging als bij een strafbare voorbereiding krijgt de dader een taakstraf of
geldboete opgelegd, gevangenisstraf is niet mogelijk omdat het strafbare feit niet voltooid is.

11. Pieter en Tarik hebben een inbraak bedacht in een loods op het industrieterrein in A’dam -Noord.
Zij ontmoeten elkaar volgens afspraak om 22.00 uur om naar de loods te rijden. Maar dan zegt Tarik
dat hij geen goed gevoel heeft en afziet van de hele actie. Pieter is woedend op Tarik, zij hadden alles
toch goed besproken! Hij had alle gereedschap bij zich! Hij rijdt alleen naar de loods en ziet ineens
een politiewagen rondrijden op het terrein. Hij besluit geen risico’s te nemen en rijdt onmiddellijk
terug naar huis. Welke redenaties zijn juist?

a. Bij Tarik is er sprake van vrijwillige terugtred en hij is daarom niet strafbaar.
b. Bij Pieter is er geen sprake van vrijwillige terugtred immers hij stopt omdat hij de politie ziet
rondrijden, bij genoeg bewijs is hij strafbaar.
c. Pieter zou bij genoeg bewijs veroordeeld kunnen worden voor poging tot diefstal met braak
immers hij was van plan in te breken.
d. Tarik zou bij genoeg bewijs veroordeeld kunnen worden voor of poging tot diefstal met braak
immers hij had bijgedragen aan het bedenken van de inbraak.

12. Een strafbaar feit kan door meerdere daders gepleegd worden daarom zijn er
deelnemingsvormen te onderscheiden. Welke deelnemingsvormen zijn in de wet vastgelegd?

A. In verschillende artikelen in het WvSr komt samenwerken aan een misdrijf voor.
B. In art 47 Sr; medeplegen, uitlokken, doen plegen, chanteren en bedreigen.
C. In art 47 en 48 Sr; medeplegen, medeplichtigheid, uitlokken en doen plegen.
D. In art 47 en 48 Sr en nader bepaald in de jurisprudentie.

, 13. Welke personen/ instanties spelen een belangrijke rol in een strafzaak?
.
a. Alleen de verdachte, de raadsman, de rechter, de OvJ (het OM) en de Reclassering.
b. Alleen de in a genoemde personen/instanties maar soms zijn het slachtoffer, de getuige, de
deskundige en de opsporingsambtenaar ook van groot belang zijn.
c. Alleen de rechter nadat de OvJ de tenlastelegging en de strafvordering heeft genoemd
d. Alleen de rechter en de OvJ zijn van belang, zij oordelen over de strafmaat.

14. Het strafproces kent de volgende fasen vanaf de eerste betrokkenheid van de politie door
aangifte of heterdaad. Welke faseringen zijn juist?
a. Het opsporingsonderzoek (voorbereidend onderzoek) en het onderzoek ter terechtzitting.
b. Het opsporingsonderzoek (voorbereidend onderzoek), de uitspraak van de rechter,
tenuitvoerlegging van de straf.
c. Het opsporingsonderzoek (voorbereidend onderzoek), onderzoek ter terechtzitting, uitspraak
van de rechter, inzet rechtsmiddelen, ten uitvoerlegging van de straf.
d. Het opsporingsonderzoek (voorbereidend onderzoek) kan leidend tot sepot dan ziet het OM
af van strafvervolging, er komt er geen onderzoek ter terechtzitting en de strafzaak wordt
beëindigd.

15. Met de term voorarrest wordt een bepaalde fase in het strafproces bedoeld waarbij
vrijheidsbenemende dwangmiddelen worden toegepast voordat de verdachte voor de rechter
verschijnt. Welke beweringen zijn in deze strekking juist?

a. Het gaat om het voorbereidend onderzoek waarbij de verdachte inverzekering wordt gesteld
voordat hij/zij voor de rechter verschijnt, dat is 3x24 uur met nog 1x verlenging van deze
periode.
b. Het gaat om de inverzekerstelling en vervolgens de voorlopige hechtenis samen, dat is de
bewaring (14 dagen) en de gevangenhouding (30 dagen met 3x verlenging van deze periode)
van de verdachte tijdens het voorbereidend onderzoek.
c. Voorarrest is hetzelfde als voorlopige hechtenis, de verdachte moet in het kader van het
voorbereidend onderzoek vastgehouden worden gedurende een onbepaalde tijd voordat
hij/zij voor de rechter verschijnt.
d. Voorarrest geeft een bepaalde periode aan waarin elkaar opvolgende dwangmiddelen
kunnen worden aangewend eerst de inverzekeringstelling daarna voorlopige hechtenis in het
kader van het voorbereidend onderzoek i.v.m. het soort misdrijf.


Opdracht 1
Een eenvoudige strafzaak; geef antwoord op de volgende vragen. Gebruik het pdf-bestand om de
tekst van de opdracht te lezen.

a. Uit welke fasen bestaat een strafproces?

Fase 1: opsporingsonderzoek
Fase 2: onderzoek ter terechtzitting
Fase 3: beraadslaging en uitspraak
Fase 4: rechtsmiddelen
Fase 5: tenuitvoerlegging

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sydneykloosterman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

84669 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,09
  • (0)
  Ajouter