Basisboek recht, bronnen boek voor juridische opleidingen.
Geschreven door Mr. Lydia Janssen.
Deze samenvatting bevat de inhoud van de eerste examentoets volgens de toets matrijs.
Je kan de kenmerken van de rechtsbronnen onderverdelen in de
begrippen: wet, jurisprudentie, gewoonte en verdrag.
Wet:
De eerste vindplaats van het recht is de wet. De wet is de belangrijkste
vindplaats van het recht, want het grootste deel van het recht staat in de
wet. Wettelijke regels vind je in wetboeken. Er zijn verschillende
wetboeken:
- Burgerlijk Wetboek
- Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
- Wetboek van Strafrecht
- Wetboek van Strafvordering
Burgerlijk Wetboek: dit is het dikste wetboek. Dit wetboek wordt afgekort
met de letters BW. In het BW vind je onder andere regels over
familiezaken, over ondernemingen, erfrecht, overeenkomsten die mensen
en bedrijven met elkaar sluiten en over eigendom. Het BW is
onderverdeeld in negen ‘boeken’ met ieder een eigen thema. Zo gaat
Boek 1 over personen- en familierecht, Boek 2 over rechtspersonen en
Boek 4 over erfrecht. Als er een artikel uit het BW wordt genoemd, staat
altijd het boeknummer voor het artikelnummer. Zo wordt met art. 1:198
BW bedoeld: artikel 198 van Boek 1 van het BW.
Wetboek van Strafrecht: Het Wetboek van Strafrecht wordt afgekort met
de letters Sr. In het Wetboek van Strafrecht vind je strafbare gedragingen
zoals diefstal, oplichting, aanranding, discriminatie en doodslag. Ook
beschrijft het Sr de maximale straffen die er op de verschillende strafbare
feiten staan.
Wetboek van Strafvordering: Het Wetboek van Strafvordering wordt
afgekort met de letters Sv. In dit wetboek staan de regels en de
procedures als er een strafbaar feit is gepleegd. Wat mag de politie dan
doen? Welke rechten heeft een verdachte? Hoe verloopt de strafzaak?
Enzovoort.
Wetboeken zijn verzamelingen van wettelijke bepalingen over één
onderwerp. Naast wetboeken kennen we ook veel ‘losse’ wetten zoals de
Wegenverkeerswet, de Opiumwet, de Wet wapen en munitie, de Algemene
wet bestuursrecht, de Vreemdelingenwet, enzovoort.
De belangrijkste rechtsbron is de wet.
,Jurisprudentie:
De wet is niet in alle gevallen meteen duidelijk. De wet geeft wel een
regel, maar geldt die regel ook precies in dit geval? Dat is de vraag wat de
rechters moeten beantwoorden. In de uitspraken van de rechters vinden
we dus uitleg van de wet. De verzameling van alle rechterlijke uitspraken
wordt de jurisprudentie genoemd. Deze jurisprudentie is de tweede bron
van het recht.
Gewoonte:
Als je ziet hoeveel wetten er zijn en wat ze allemaal regelen, kun je je
nauwelijks voorstellen dat ook de gewoonte nog een bron van recht is.
Toch is dat wel het geval, al wordt de betekenis van de gewoonte als
rechtsbron wel steeds kleiner. Er blijken bepaalde gebruiken te zijn die
mensen in het gewone verkeer als recht ervaren. Zo geldt bijvoorbeeld op
de veemarkt nog steeds dat de koop psa is gesloten als koper en verkoper
elkaar driemaal op de handen hebben geslagen (eenmaal.. andermaal……
verkocht). Zouden een koInper en verkoper ruzie krijgen over de vraag of
de koop nu wel of niet gesloten is, dan zal een rechter normaal gesproken
kijken wat de wet hierover zegt. Maar zou het conflict zich afspelen op de
veemarkt dan zal hij ook onderzoeken of koper en verkoper hun koop al
bevestigd hadden door het handengeklap.
Een gewoonte is pas rechtsbron als het gaat om een langdurig gebruik in
een bepaalde kring die door de betrokkenen als rechtsregel wordt ervaren.
Internationale verdragen:
Ook internationale verdragen vormen een steeds belangrijker rechtsbron.
Verdragen zijn overeenkomsten tussen landen. Al heel lang maken staten
in verdragen afspraken met elkaar. Bijvoorbeeld over de vraag waar
precies de grens loopt tussen de landen of wie het recht heeft om een
bepaald deel van de zee te bevaren of te bevissen. Dit gebeurd de laatste
vijftig jaar veel met de Europese Unie, zoals handel en economie (vrij
reizen). Deze Europese afspraken hebben steeds meer invloed op onze
nationale wetgeving. Bijvoorbeeld op het terrein van eerlijke concurrentie,
toelaten van onderdanen uit andere EU-landen tot ons land,
veiligheidsvoorschriften voor producten, enzovoort.
Hoofdstuk 1 Wat is recht?
In het recht heb je verschillende rechtsgebieden. Er is een indeling
mogelijk in privaatrecht en publiekrecht maar je kan het ook
onderverdelen in materieel recht en formeel recht. De verschillende
rechtsgebieden:
- Staatsrecht
- Bestuursrecht
- Strafrecht
, - Burgerlijk recht
- Internationaal recht
Het privaatrecht regelt de juridische relaties tussen burgers onderling en
tussen burgers en bedrijven. Je kan ook zeggen, burger vs burger
Tot het publiekrecht behoren staatsrecht, het bestuursrecht en het
strafrecht. Dit houd in dat het allemaal met de overheid te maken heeft.
Burger vs overheid of overheid vs burger.
Er is nog een andere manier om het recht in te delen: in materieel recht
en formeel recht.
Het materiële recht beschrijft de rechten en plichten van mensen, zoals
de werknemer die zijn werk moet doen, de werkgever die op tijdloon moet
betalen en de veroorzaker van de schade die deze schade moet
vergoeden.
Het formele recht beschrijft hoe je je materieel recht kunt halen. Of iets
juridischer geformuleerd: hoe de rechten en plichten uit het materieel
recht gehandhaafd worden. In het formeel recht vind je antwoord op
vragen zoals: Wat moet een werknemer doen als hij zijn loon niet op tijd
krijgt? Moet de koper genoegen nemen met een iPad die na drie maanden
al niet meer werkt? Wat moeten echtgenoten doen als ze willen scheiden?
Enzovoort.
, Appellant is iemand die in hoger beroep gaat.
Hoofdstuk 3 Een rechtszaak in het burgerlijk recht
Er zijn elf rechtbanken in Nederland. Het werkgebied van een rechtbank
wordt het arrondissement genoemd. Dit werkgebied bepaalt onder welke
rechtbank een zaak valt. Zo is er een arrondissement Amsterdam, Midden-
Nederland, Den Haag, enzovoort.
Er zijn drie rechterlijke instanties:
Rechtbank
Gerechtshof
Hoge Raad
De kantonrechter behandelt in het burgerlijk recht:
zaken tot € 25.000
alle zaken – om welk bedrag het ook gaat – uit huur, huurkoop,
consumentenkoop, pacht, arbeid; en
consumentenkrediet tot € 40.000.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur thijsp0. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.