Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Inleiding tot de Rechtswetenschap €7,09   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Inleiding tot de Rechtswetenschap

 4 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van de stof van week 8 tot en met week 14 voor het vak Inleiding tot de rechtswetenschap. samenvatting van het boek 'Inleiding in het Nederlandse recht'.

Aperçu 3 sur 22  pages

  • Non
  • 4 t/m 14
  • 12 septembre 2022
  • 22
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Inleiding tot de rechtswetenschap- Samenvatting week 8 t/m week 14

Week 8: Rechtsvinding II
Hoofdstuk 4, paragraaf 7 + 8 +10:
Rechtsspraak bestaat uit het toepassen van de wet en uit het uitleggen en aanvullen van de
wet wanneer deze zwijgt. De rechter is niet gebonden zich te houden aan de rechtspraak,
formeel gezien is er geen sprake van precedentwerking, in de praktijk is deze er wel.
Precedentwerking laat zich als volgt verklaren:
1. De rechter zal in elke aan hem voorgelegde zaak een beslissing proberen te nemen
die zoveel mogelijk in overeenstemming is met de bestaande jurisprudentie.
2. De rechter leeft in het besef dat de jurisprudentie ook buiten de rechterlijke macht
gezag heeft. Betrokkenen oriënteren zich op eerdere rechtspraak en verwachten
terecht dat de rechter dit ook zal doen.
3. De Hoge Raad houdt zich aan zijn eigen, eerdere rechtspraak, dit wordt constante
jurisprudentie genoemd.
De Hoge Raad wijkt zelden van zijn eigen rechtspraak af, dit gebeurt wanneer een uitspraak
van de Hoge Raad door maatschappelijke ontwikkelingen tot onaanvaardbare resultaten
gaat leiden. De Hoge Raad brengt dan verandering aan in zijn vaste rechtspraak, de Hoge
Raad gaat om.

Er zijn twee soorten arresten van de Hoge Raad:
1. Standaardarrest: Hoge Raad geeft zijn veranderde mening over een bepaalde
kwestie weer, vaak voorzien van een uitgebreide motivering.
2. Overzichtsarrest: Betreft een bepaalde, nauwkeurig omschreven juridische kwestie
uit de jurisprudentie. Soort handleiding voor de rechter met aanwijzingen hoe de
betreffende kwestie in een vonnis moet worden verwerkt.

Rechtsvinding is te onderscheiden in de volgende vormen:
1. Autonome rechtsvinding: Rechtsvinding is volledig autonoom wanneer de rechter
zich bij zijn beslissing uitsluitend laat leiden door zijn eigen oordeel en hij daarmee
strijdige wettelijke bepalingen terzijde schuift.
2. Heteronome rechtsvinding: De rechter laat zich volledig leiden door de bestaande
regels van het wettelijk, verdrags- en gewoonterecht. De rechter doet niets anders
dan die regels op het hem voorgelegde geschil toepassen. De rechter is dan niet
meer dan een spreekbuis van de wet.

In de rechtspraak zijn er verschillende interpretatiemethoden voor wanneer er een
onduidelijke rechtsregel is:
1. Grammaticale interpretatie
2. Wetshistorische interpretatie
3. Systematische interpretatie
4. Teleologische interpretatie
5. Anticiperende interpretatie

Als er sprake is van een leemte in de wet, is de rechter gedwongen de wet in zo’n geval aan
te vullen om tot een beslissing te komen. Er zijn twee redeneerwijzen:
1. Redenering naar analogie
2. A contrario-redenering

Rechtsvinding door interpretatie of redenatie leidt tot een bepaald resultaat. Er zijn twee
soorten:
1. Extensieve uitleg: Aan een begrip of een rechtsregel wordt een ruimere betekenis
gegeven dan voorheen.
2. Restrictieve uitleg: Een begrip of rechtsregel krijgt een beperktere betekenis dan
voorheen.

,De rechter heeft ook de mogelijkheid om een rechtsvraag onbeantwoord te laten. De rechter
doet uitspraak, maar dit heeft een incidenteel karakter en de rechter laat het aan de
wetgever over om desgewenst de onderliggende problematiek in haar algemeenheid op te
lossen met andere of nieuwe wetgeving.

Er zijn gevallen waarin de wetgever ervoor gekozen heeft om de uitleg van een wettelijke
regeling over te laten aan de rechter. Het gaat hier dan om de zogenoemde open normen,
de wetgever laat de invulling van een term bewust over aan de rechter. Open normen
worden ook wel vage normen genoemd.
Het voordeel van open normen is dat de rechter in het individuele geval beter recht kan
doen. Het nadeel is dat de invulling van open normen casuïstisch en afhankelijk van het
oordeel van een individuele rechter is.

De algemene rechtsbeginselen komen op diverse plaatsen aan de orde:
1. Rechtspraak
Zie week 13.
2. Bestuursrecht
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het vertrouwensbeginsel,
beginsel van zorgvuldige voorbereiding, beginsel van evenredige belangenafweging,
etc… .
3. Burgerlijk recht
o Redelijkheid en billijkheid
o Zorgvuldigheidsbeginsel
o Afweging van belangen
o Vertrouwensbeginsel
4. Strafrecht
o Legaliteitsbeginsel!
o Onschuldpresumptie
o Ne bis in idem

Jurisprudentie:
o HR: Mensenroof: Onzuivere vrijspraak van ‘over de grenzen van het Rijk in Europa
voeren’ art. 278 Sr. De Hoge Raad geeft, mede gelet op gewijzigde omstandigheden
en opvattingen, aan art. 278 Sr een ruimer toepassingsbereik dan de wetgever
voorstond door daaronder ook het voeren van een kind vanuit het buitenland naar
Nederland te brengen (teleologische-, wetshistorische- en grammaticale
interpretatie).

Week 9: Materieel strafrecht I
Hoofdstuk 13, paragraaf 1 t/m 4.1:
Het hoofdbeginsel van het strafrecht is het legaliteitsbeginsel, dit houdt in dat geen feit
strafbaar is dan uit kracht van een daaraan voorafgaande wettelijke strafbepaling. Het kent
twee aspecten, ten eerste is een gedraging alleen strafbaar op grond van de wet en ten
tweede kan een gedraging niet met terugwerkende kracht strafbaar worden gesteld. Het feit
moet strafbaar zijn op het moment dat het wordt begaan. Het strafrecht heeft een verbod op
analogie.

Het materiele strafrecht kent een algemeen deel en een bijzonder deel. Het algemene deel
bevat voorschriften die van toepassing zijn op alle wettelijke regelingen die strafbepalingen
bevatten. Het bijzondere deel bevat alle afzonderlijke gedragingen die strafbaar zijn en geeft
aan welke sancties op die gedragingen zijn gesteld.

, De belangrijkste indeling van strafbare feiten is die in misdrijven en overtredingen.
Overtredingen zijn lichtere delicten, misdrijven zijn zwaardere delicten. Wanneer is een
strafbaar feit een misdrijf of een overtreding?
1. Plaats in het wetboek van strafrecht bepalend. Staat het delict omschreven in boek 2,
dan is er sprake van een misdrijf. Staat het delict omschreven in boek 3, dan is er
sprake van een overtreding.
2. Als een feit strafbaar is gesteld in een andere wet in formele zin dan het Wetboek van
Strafrecht, dan is in die wet in formele zin meestal zelf aangegeven welke strafbare
feiten een misdrijf zijn en welke een overtreding opleveren.
3. Voor strafbare feiten van lagere regelgeving dan de wet in formele zin geldt dat dat
altijd overtredingen zijn.

Wat is het belang van het onderscheid tussen misdrijven en overtredingen?
1. Het onderscheid is bepalend voor de bevoegdheid van de rechter in eerste aanleg.
Overtredingen worden door de kantonrechter behandeld en misdrijven door de
strafrechter.
2. De delictsvormen poging, voorbereiding en medeplichtigheid zijn alleen bij misdrijven
strafbaar.
3. Tegen een Nederlander kan een strafvervolging worden ingezet voor een misdrijf dat
hij buiten Nederland heeft gepleegd. Het moet gaan om een feit waar je hier een
gevangenisstraf van ten minste 8 jaar voor kan krijgen en het moet strafbaar zijn in
dat buitenland.
4. Slechts op verdenking van het plegen van een misdrijf kan een bevel tot voorlopige
hechtenis worden gegeven.

Een gedraging is strafbaar als er van de volgende sprake is:
1. Delictsomschrijving: de benoeming of formulering van de verboden gedraging in de
wet. De gedraging zelf en de voorwaarden waaronder de gedraging strafbaar is,
heten de bestanddelen. De delictsomschrijving is opgebouwd uit een aantal
bestanddelen waaraan moet zijn voldaan, wil er sprake zijn van een strafbaar feit.
2. Wederrechtelijkheid: Elk strafbaar gedrag moet in strijd zijn met het recht.
3. Schuld: Iemand die een strafbaar feit pleegt, moet een verwijt van zijn gedraging
kunnen worden gemaakt. In ons strafrecht kan men alleen vervolgd worden als
diegene schuld heeft, ons strafrecht wordt daarom gekarakteriseerd als
schuldstrafrecht.

In het strafrecht wordt ervan uitgegaan dat iemand die een delictsomschrijving vervult,
verwijtbaar en wederrechtelijk heeft gehandeld. Daarom geldt als hoofdregel dat de
elementen wederrechtelijkheid en schuld niet met zoveel woorden in de delictsomschrijving
zijn opgenomen.

Bestanddelen moeten bewezen worden en elementen worden verondersteld. De elementen
moeten alleen bewezen worden wanneer er beroep wordt gedaan op het ontbreken ervan.

Soorten schuld:
o Schuld / Culpa: de dader wist of behoorde te weten dat zijn gedraging strafbaar was
en hij was zo onzorgvuldig om de gedraging toch te verrichten. In deze betekenis is
schuld een bestanddeel.
o Opzet / Dolus: Willens en wetens een strafbaar feit verrichtten.
 Voorwaardelijk opzet: dader is niet doelbewust uit op het ontstaan van het
gevolg, maar als door zijn handelen dat gevolg ontstaat, dan neemt die dat
voor lief.

Niet alleen het plegen van een delict is strafbaar, ook de poging tot misdrijf en de
voorbereiding van een misdrijf zijn strafbaar volgens art. 45 e.v. Sr.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lisavanhet. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

62491 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,09
  • (0)
  Ajouter