KWALITEITSVOL PRAKTIJKVOEREN
H1: Ziekte en gezondheid: het onderwerp van kwaliteitsvol praktijkvoeren
Leerdoelen
Definitie gezondheid WHO
Dynamische definitie van gezondheid
Modellen van ziekte en gezondheid
Biomedisch model
Biopsychosociaal model
Bio-psychosociaal-spiritueel model van ziekte
Model ‘frailty’
Ecologisch model van gezondheid
Kenmerken van het individu
Kenmerken van de omgeving
Impact van ziekte
Determinanten van gezondheid en inequity of health
H2: Gezondheidszorgmodellen
Leerdoelen
Zorgaanbod
Curatieve zorg: uitdagingen
Preventieve zorg
Zorgniveaus
Zorgvisie, zorgbeleid
Triple Aim
Health 2020 – WHO Europe
H3: Inleiding organisatie van de gezondheidszorg
Leerdoelen
Inleiding
Gezondheidszorgorganisatie in België
Indicatoren om kwaliteit van zorgstelsel te meten
WHO: health care systems
Sleutelelementen in zorgsystemen
Principes van Belgisch gezondheidszorgsysteem
3 categorieën in gezondheidssystemen volgens ideologische achtergrond
Solidariteit
Sociale zekerheidsstelsel in België
1
, Organisatie van de sociale zekerheid
Werknemersstelsel en stelsel voor zelfstandigen
Rol Ziekenfondsen
Financiële toegankelijkheid
Medicatie
Arbeidsongeschiktheid/arbeidsongevallen
H4: Inleiding palliatieve zorg
Leerdoelen
Kenmerken eerstelijnszorg
Palliatieve patiënt
Verschil palliatief en terminaal
Definitie WHO van palliatieve zorg
Kenmerken van palliatieve zorg
4 stadia in de palliatieve zorgfase
3 soorten trajecten in palliatieve zorgfase
Spirituele zorg
Expertzorg in palliatie
Zorg in de stervensfase/terminale fase
Voorafgaande zorgplanning
H5: Consultvoering
Leerdoelen
Communicatie
Stuctuur vh consult: overzicht
Aanmelding
Oriëntatie
Anamnese
Klinisch onderzoek
Beleid
Rapportage vd bevindingen
Behandelingsvoorstel
Verloop en alarmtekens
Afsluiting
Gezondheidsvaardigheden
Als afsluiter
H5 deel 2: Consultvoering: verdieping
5.1 Meeleven: enkele bijzondere situaties
Ouder en kind
Echtpaar
2
, Conflict
Slecht nieuws
Kwetsbare groepen
Laaggeletterdheid
Verslavingszorg
H6: Klinisch redeneren
Leerdoelen
Hoe redeneert een ervaren arts?
Wat is klinische logica?
Diagnostisch proces: 3 fasen
1. Diagnostisch landschap
2. Hypotheseaftasting
3. Analyse van het beslismoment
H7: EMD
Leerdoelen
1. Het Elektronisch Medisch Dossier
Definitie
Onderdelen
EMD: alleen huisarts?
Juridische en deontologische aspecten
Wetenschappelijke onderbouwing
2. Het EMD als registratie-instrument
SOEP per deelcontact
Episodes
Conclusie deel 1 hfst 7
EMD als communicatie instrument
EMD als kennisondersteunend-instrument
EMD als kwaliteitsbevorderdend instrument
E-health
H8: Diversiteit
Leerdoelen
Morele principes die het verschil maken
Wat is diversiteit
Diversiteit als normaliteit
Socio-economische achtergrond: (kans)armoede
Wat is armoede?
Gezondheidsverschillen in België
Kansarmoede: de hypotheek van armoede
3
, Armoede schaadt de fysieke en psychische integriteit
Gevolgen van armoede op welzijn en preventie
To do? Bewustwording!
Diversiteit en culturele identiteit
Definities
Cultureel en anders-cultureel
Cultuurdiversiteit in de zorg
Cultuursensitief zorgen
Kruispuntdenken
Individualistische vs collectieve cultuur
Bijzondere topics in cultuursensensitieve zorg
Laaggeletterdheid
Geletterdheid
Problemen door laaggeletterdheid
Laaggeletterdheid detecteren
Stilstaan bij risicomomenten
H8 deel 2: Superdiversiteit? Brussel!
H9: Dilemma’s in het consult
Leerdoelen
Beroepsethiek vastgelegd in beroepscodes
Ethische ‘geboden’ in de relatie tussen patiënt en arts
Ethische theorieën gehanteerd in de geneeskunde
Zorgethiek
Principe-ethiek
Deontologie
Deugdenethiek
To do: dilemma’s in de zorg herkennen
Casussen
Een kader voor bio-ethisch onderzoek
Principebenadering
Hoe doen we aan bio-ethiek
Medisch-ethisch dilemma
H10: Ethiek
Leerdoelen
Commissie voor ethiek
Ontwikkeling van ethisch advies
Besluit
4
,H11: Patiëntveiligheid
Leerdoelen
Inleiding
Definities
Epidemiologie
Type incidenten
Preventie
Wat na een incident?
KNMG standpunt 2007
Wat na incident: praktisch
Praktische toepassingen in de praktijk
Preventie van schade/incidenten: emd
Leer uit je fouten
Extra info examen uit wz
H12: Kwaliteit van zorg
Leerdoelen
Definitie
Situering
Kwaliteit van zorg
2 pioniers
Theoretisch kader
Praktisch
In de praktijk: 4 toepassingen
Leer uit je fouten
Audit van de praktijk EPA
Praktijkverbeteringsproject: pDCA cyclus
Auditing van eigen patiëntenpopulatie (EMD)
5
, H1: ZIEKTE EN GEZONDHEID: HET ONDERWERP VAN KWALITEITSVOL
PRAKTIJKVOEREN
LEERDOELEN
DEFINITIE GEZONDHEID WHO
GEZONDHEI DSPARADOX
Verbeteren gezondheid = verminderen ziekte? à Nee, niet altijd
Vb verlengen van leven door gezondheid te verbeteren -> meer ouderdomskwaaltjes
WHO : health is a state of complete physical, mental and social well-being and not merely the absence
of disease or infirmity
Problemen:
• Statische definitie = exhaustief en exclusief
• Compleet?
o Medicalisering
o Iedereen meestal ziek?
o Wat met performante nieuwe screeningsdeterminanten
• Nieuwe context
o Vandaag meer chronische dan acute ziektes
o Maar is chronische ziekte = ziek? (je kan je perfect gezond voelen, maar wel chronisch
ziek zijn)
o Gaat uit van verlies niet van mogelijkheid vb functionality-capacity vs invalidity-
incapacity
Health is a fundamental human right à probl: je kan gzh niet opeisen
• Meer dynamische modellen nodig
6
,DYNAMISCHE DEFINITIE VAN GEZONDHEID
Health is a state of complete physical, mental and social well-being and not merely the absence of
disease or infirmity with the ability to adapt and to self manage, to function… in the physical, mental,
social domains of health
Definitie houdt rekening met allostasis:
• Fysiologische homeostasis behouden doorheen veranderende omstandigheden
• Blijven ‘functioneren’ met ziekte en gezondheid in balans
Figuur
MODELLEN VAN ZIEKTE EN GEZONDHEID
BIOMEDISCH MODEL
• Ziekte = probleem in biologische processen = objectieve waarneming
• Basis van volgende modellen
• Implicatie van het model op visie op:
o Gezondheid: focus op afwezigheid van ziekte
o Financiering westerse gezondheidszorg
• Belang van model voor vooruitgang in geneeskunde, EBM à ontstaansgeschiedenis van de
medische wetenschap
BIOPSYCHOSOCIAAL MODEL
• 1977
• Biologische aspecten: genetische en somatisch
• Psychologische factoren: mentale gezondheid en persoonlijkheid
• Sociologische factoren: omgeving
BIO-PSYCHOSOCIAAL-SPIRITUEEL MODEL VAN ZIEKTE
• 2002
• Spiritualiteit = dynamische dimensie van mens-zijn die verwijst naar de manier waarop
personen zin, levensdoel en het transcendente ervaren en de manier waarop zij verbinding
beleven met het nu, met zichzelf, andere, de natuur, het betekenisvolle en/of het religieuze =
zingeving
7
, MODEL ‘FRAILTY’
Frailty = dynamische staat waarin een person verkeert die op 1 of meerdere domeinen (fysiek,
psychosociaal, omgeving) functioneel verlies ervaart
Wordt veroorzaakt/beïnvloedt door uiteenlopende parameters en
leidt tot het risico op nog meer uitval (de ene 90jarige is de andere
niet)
Balans tussen kwetsbaarheid en weerbaarheid: hoe staan
elementen in verhouding tov elkaar
ECOLOGISCH MODEL VAN GEZONDHEID
Gzh is aan meer dan alleen maar ziekte gekoppeld vb armoede maakt ziek, maar ziekte maakt ook arm
KENMERKEN VAN HET INDIVIDU
• Biogenetische
• Somatische
• Psychische
• (Sociale)
Diversiteitskenmerken van een individu: leeftijd, geslacht, functiebeperking, taal, seksuele
geaardheid… (vb worstelen met gender/geaardheid heeft impact op gzh)
KENMERKEN VAN DE OMGEVING
Ex: verschillende niveaus uitwerken bij een casus
• Individu: biogenetische, psychische, somatische kenmerken
• Interpersoonlijke factoren: gezin, werkgroep, vriendschappen, sociale steun
• Institutionele factoren: werkomgeving, transport, school, diensten, toegang tot
gezondheidszorg, educatie over gzhzorg
• Maatschappij: relaties tussen organisaties, instituten en informele netwerken (Vlaanderen <->
Wallonië)
• Beleid: lokale en nationale wetten, beleid, politiek
Screenshots van dia’s als vb (rond dia 34)
IMPACT VAN ZIEKTE
Transactioneel model en balansmodel
VERKLAREND DIASTESIS-STRESS MODEL (TRANSACTIONEEL MODEL) VOOR ZIEKTE EN GZH
8