Leerpad B – urologie en zindelijkheid bij het kind
1. incontinentie
⟹ blaas is niet volledig of onvolledig leeg en er is een constante druppeling met residu en
reflux
- Urine-incontinentie: constante druppeling en er is geen spontane eenmalige mictie
bij verlamming en is er kans op urineretentie en blaasontsteking
- Zuigelingen: normale spontante mictie maar gewoon nog geen controle van de
blaasfunctie omdat ze nog niet zindelijk zijn.
- Observatie mictiepatroon? Indien dit aanwezig is bij bv. zuigelingen en kleine
kinderen, dan wordt er gekeken naar mictiepatroon bij elke wasbeurt, opname van
temperatuur. Bij tieners is er extra aandacht voor privacy en vooral door vraagstelling
info zoeken. Door goede infoverstrekking kan er een medewerking plaatsvinden
- Oorzaak?
o Neurogeen: gestoorde bezenuwing bv. spina bifida
o Structureel: een open blaas (blaasectopie)
o Functioneel: luie blaas, te grote blaas, overrekte blaas, minder werkende
sluitspier
- Behandeling? Combinatie van verschillende mogelijkheden nl.:
o medicatie (anticholinergica) voor de blaasspasmen te onderdrukken
o blaasaugmentatie bij te grote drukken, blaas zal minder samendrukken maar
er blijft toch residu over
o appendectovesicostomie: appendix wordt gebruikt om verbinding te maken
naar buiten
o ingreep t.h.v de sluitspier
o intermittente blaassondage
o urotherapie multidisciplinair
2. intermittente blaassondage
- indicaties: beschadiging, uitrekken van de blaas voorkomen, residu verwijderen,
infectie voorkomen, sociaal aanvaardbaar maken, bij bepaalde functionele
stoornissen kan de blaas opnieuw correcte functie aannemen na sondage
o gevolg? actiever en gezonder kind, minder incontinent zijn en meer
zelfvertrouwen hebben + nieren en blaas zullen beschermd worden
- infectiegevaar: blaas heeft eigen anti-infectiemechanismen zoals volledige
blaaslediging, door blaasspoelende activiteit ‘drinken’, en correct afsluiten van de
sfincter
o open verblijfskatheter: al na 3-4 dagen een blaasinfectie
o gesloten systeem: pas na 30 dagen een infectie
o incontinentie: sondage zal levenslang zijn, de ouders en de kinderen leren
het zelf snel en er wordt een aangepast leerschema opgesteld dat wordt
aangeleerd door de vpk vanaf 6à8j (procedurele en sensorische info) +
copingsstrategieën worden in het oog gehouden. Sondage zal worden gedaan
op verschillende tijdstippen
- zelfsondage: via normale urethraopening of via een stomie
- aandachtspunten nelatonsonde: soort sonde wordt bekeken
o buitendiameter: 1 charrière is 0,3mm
o charrière: bij verblijfssonde altijd kleine dm en er moet een weg zijn tss
katheter en slijmvlies. Voor eenmalige sonde is de dm iets groter
1
, o baby, peuter, kleuter: CH van 6-8 (mandrin verwijderen op voorhand omwille
gevaar van perforatie.
Bij pasgeborene CH6, vanaf 1 jaar CH8
Stomie: CH 10-12, grote dm geeft vlottere blaaslediging
Glijmiddel: altijd bij een stomie, via urethra altijd bij jongens over
lengte van urethra, bij meisjes kan het zonder
Drankschema: als een blaasspoelende activiteit: voldoende drinken
aangepast aan de sondage uren, bij teveel drinken wordt er meer
gesondeerd en bij te weinig en te donkere urine meer drinken
- Techniek sondage: als er urine loopt niet verder duwen en urine helemaal laten
aflopen is belangrijk zodat hij helemaal leeg is! Sonde moet worden afgeknikt voor
het te verwijderen – als er spoortje bloed is is het ok, bij veel bloed wordt arts
verwittigd en bij een globus wordt er meer gesondeerd
3. verpleegkundige zorgen bij zindelijkheidsproblemen
3.1 normale functie
⟹ urine gaat van de nieren zo via de ureters naar de blaas. Door de tegendruk van de
blaaswand sluiten de ureters zodat er geen urine meer kan terugvloeien.
- Gevulde blaas: blaasspier ontspant waardoor de druk in de blaas niet te groot is.
- Vollopen van de blaas: als de blaas maximaal gevuld is dan wordt de druk groter en
aanpassingsmechanisme dat de druk herstelt zal minder effectief werken. Hierdoor
trekt de blaas regelmatig samen, die signalen gaan via de zenuwbanen naar de
hersenen waar ze als ‘aandrang’ worden gezien
- Lozing: bekkenbodemspieren trekken samen zodat de buitenste kringspier opent om
de urine te lozen, op datzelfde moment trekt de blaasspier zich samen.
3.2 aandachtspunten voor sonderen bij kinderen
- Eenmalige blaaskatheterisatie bij een meisje is no touch. Bij een jongen kan er
littekenweefsel zijn
- CH6 met ronde tip (LoFric Primo)
- CH8 met ronde tip (LoFric Origo)
- Overige materiaal: 3 steriele deppers, een flapulle van 10ml steriel water,
disposable onderlegger, materiaal voor intiem toilet (altijd) en 2e vpk om te fixeren
- Veilige kamer behouden: sondage wordt daarom niet in de box of kamer gedaan
maar in de onderzoekskamer; informeer de ouders wat zij evt. kunnen doen
o ID en voorschrift
o Ligging? Bij voorkeur liggend
o Zorg voor afleiding en gebruikt niet steriele handschoenen
- Haal de katheter steriel uit de verpakking ‘no touch’ → zie filmmateriaal
- Urinestaal? Liefst de midstream
- Uithalen? Klem de katheter af of afstoppen bij het verwijderen zodat er geen
terugvloei is
o Nazorg? Beleving navragen en een beloning geven
3.2.1 verblijfsonde bij kinderen
- Kan bij meisje en jongen
- Verblijfskatheter wordt atraumatisch, steriel geplaatst
- Geeft ook een continue drainage omdat het continu ter plaats is
- Blijft zo lang als nodig ter plaatse
- Is een B2 handeling en altijd toestemming van de arts
2