Leerpad B – verpleegkundige diagnostiek en interventie
bij IAD
1. inleiding
⟹ vocht geassocieerde huidschade noemt ‘moisture associated skin damage –
MASD’. Door de blootstelling aan vocht ontstaat er inflammatie of erosie vd huid
met evt. een secundaire infectie:
- kan door transpiratie vocht - intertrigo
- urine
- stoelgang - IAD
- slijm
- speeksel
- wondvocht - WAD
- stomavocht - SAD
- fistelvocht
Incontinentie geassocieerde Roodheid, inflammatie, T.h.v de stuit
dermatitis erosie
Wondvocht geassocieerde Roodheid, inflammatie, 4 cm rond de wondranden
dermatitis erosie
Intertrigo Roodheid, inflammatie, In en rond de huidplooien
erosie
Stomavocht geassocieerde Roodheid, inflammatie, Rond de stoma
dermatitis erosie
1.1 chronische wonden
⟹ een niet geheelde wonde na 6w of een huidletsel met niet onmiddellijk
corrigeerbare onderliggende pathologie
- diabetische voet
- ulcus cruris
- decubitus
- IAD
- Skin tear
- Stomata
- Oncologische ulcus
- ….
2. pathofysiologie
1. excessief contact met lichaamsvocht
2. flexibiliteit vd hoorncellen in de huid daalt en deze krimpen
3. door verzwakking huidbarrière kunnen lichaamsvochten makkelijker
penetreren
4. toename vochtverlies via de huid (transepidermaal vochtverlies - TEWL)
5. pH van huid daalt en productie keratinocyten neemt toe
6. cytokines worden hierdoor vrijgelaten → stimulering afgifte histamine in
gebied
1
, 7. inflammatie en roodheid vd huid is zichtbaar
8. oedeem, blaasjes, erosie en invasie van bacteriën en schimmels in een later
stadia
2.1 beïnvloedende factoren
⟹ wordt beïnvloed door 3 factoren
- door van het contact
- frequentie van het contact
- type vloeistof → vloeibare stoelgang is meest schadelijk, dan komt urine én
stoelgang, daarna komt vaste stoelgang en urine
- urine bevat water, ammoniak en evt. bacteriën en schimmels
o vergroting van risico: door gebruik van afsluitende materialen bv.
incontinentiemateriaal
o effect: daling hardheid huid en meer gevoelig voor frictie, verlies
functies van huidbarrière (minder bescherming tegen pathogenen en
irriterende stoffen in urine en stoelgang)
- stoelgang bevat protease en lipase, na contact stoelgang huidschade na 12d
te zien
o effect: protease en lipase breken belangrijke elementen vd
huidbarrière af (verhoogde TEWL en pH)
meer schade aanwezigheid van galzouten en vloeibare
stoelgang is schadelijker dan vaste
- galzouten: meer schade
- Transpiratie: bevat water, ureum,
glucose, NaCl en andere zouten (600-
700ml/dag)
- Wondvocht: bevat bacteriën, toxines,
histamines, inflammatoire cytokines (II-1,
II-6, TNF-α,
o Effect: inflammatie, splitsing
extracellulaire matrix en versnelde
apoptosis (afsterving cellen)
3. prevalentie en incidentie
⟹ prevalentie en incidentie van fecale incontinentie ligt tss 6%-10% en voor
urinaire incontinentie 46%, 3,4% tot 50% met incontinentie krijgt IAD. Het komt
frequent voor bij neonaten en oudere pt.
3.1 risicogroepen
- Hoger BMI
- Slechte verdamping van transpiratie of vocht
4. diagnostiek
⟹ verschil tussen decubitus en IAD moet gemaakt worden, combinatieletsel met
urine, feces, frictie, druk- en schuifkrachten bestaat ook
4.1 diagnose – patiënt gerelateerde factoren
2