Samenvattin
Psychologie van arbeid en gezondhei
- Deel 2
‘De psychologie van arbeid en gezondheid’ - Schaufeli & Bakke
Thema 5: Interventie
7. Counseling, coaching en online-interventiemethode
8. Arbeidsreïntegratie en arbeidsrehabilitati
9. Werk- en organisatiegerichte interventi
10. Positieve interventies om welbevinden op de werkvloer te verhoge
Thema 6: Bevorderende factoren voor arbeid & gezondhei
23. Succesvol ouder worden en duurzame inzetbaarheid op het wer
26. Leiderschap en gezondheid op het wer
Thema 7: Diversiteit, discriminatie en peste
22. Diversiteit op het wer
24. Pesten op het wer
Thema 8: Technologie en baanonzekerhei
17. Technologie, gezondheid en welbevinde
25. Baanonzekerhei
Thema 9: Onderzoe
11. Onderzoek binnen de psychologie van arbeid en gezondhei
12. Interventie onderzoek in organisatie
Artikel
• ‘An integrated framework for sustainable return to work in workers with common mental
disorders
• ‘Succesvol ouder worden op het werk
• ‘Succesvol ouder worden op werk? Positief psychologische perspectieven op zelfmanagement op
het werk’
• ‘Lichaamsbeweging als remedie tegen werkgerelateerde vermoeidheid’
• ‘Stimuleer gezondheid, welzijn en duurzame inzetbaarheid van uw medewerkers. Toolkit voor
werkgevers’
• ‘Naar effectief diversiteitsbeleid: het bouwen van bruggen tussen wetenschap en praktijk’
• ‘Towards a de nition and an Emotion Reaction model of workplace cyberbullying
• ‘Insights into workplace bullying: psychosocial drivers and effective interventions’
• ‘De invloed van technologische vernieuwingen op de kwaliteit van werk en welzijn: een
systematische literatuurstudie’
• ‘De vergelijking van werklozen en baanonzekeren naar welzijn en gezondheid: een systematisch
literatuuroverzicht’
• ‘Best-practice guidelines for positive psychological intervention research design’
’
s
fi d
k
k
g
s
-
k
s
’
k
e
n
d
e
n
n
d
d
k
n
’
r
d
, 7. Counseling, coaching en online-interventiemethode
Om medewerkers te faciliteren in hun ontwikkelwensen, functioneren en (werk) geluk, kan een
werkgever overwegen om werk- of taakaanpassingen door te voeren, (bij) scholing aan te bieden
of een individuele interventie in te richten, zoals coaching of counseling. Ook worden
tegenwoordig online interventies aangeboden die worden ondersteund door digitale middelen, e-
counseling, e-coaching, apps en online programma’s
Interventies obv zwaarte casuïstiek en inzet begeleidingsprofessiona
De rol van de begeleidingsprofessional verschilt naargelang de zwaarte van de casuïstiek
• Hoe ingewikkelder of hoe omvangrijker een gewenste gedragsverandering of een bepaalde
problematiek, hoe meer inzet van de begeleidingsprofessional gewenst is
• Bij ernstige casuïstiek of psychische stoornis waarvoor kortdurende begeleiding niet volstaat,
dient te worden doorverwezen naar een therapeut voor psychotherapie
Counseling
Counseling: kortdurende, individuele psychosociale begeleiding voor mensen die in emotionele
of sociale problemen zijn geraakt of dreigen te geraken. Het gaat om een manifeste problematiek.
Coaching
Coaching: creatieve proces waarbij de cliënt als partner wordt geïnspireerd en uitgedaagd om tot
zijn maximale persoonlijke en professionele potentieel te komen. Het gaat hierbij om een
ontwikkelingswens van de cliënt.
Herkomst en werkende ingrediënte
De technieken van counseling en coaching zijn veelal te herleiden naar het veld van de
psychotherapie. Er zijn meer dan 500 verschillende vormen van psychotherapie, waarvan de
belangrijkste zijn
• Gedragstherapie: veranderen en aanpassen van ongezond gedrag
• Cognitieve therapie: veranderen en aanpassen van disfunctionele gedachten
• Psychodynamische therapie: zichtbaar maken onbewuste gedachten en vergeten ervaringen
• Schematherapie: achterhalen en aanpassen van de oorsprong van bepaalde gedragspatronen
• Interpersoonlijke therapie: begrijpen en veranderen van ongezonde interacties met anderen
• Oplossingsgerichte therapie: gericht op sterke kanten en hulpbronnen van de cliënt
• Acceptance and Commitment Therapy ACT: context en waarden van de cliënt staan centraal
Algemeen zijn er 2 benaderingen die fundamenteel van elkaar verschillen
• Speci eke factoren: de effectiviteit van de therapie wordt bepaald door de aanwezigheid van
factoren die speci ek zijn voor de desbetreffende therapie
• Generieke factoren: benadering die ervan uitgaat dat therapie vooral effectief is dankzij
factoren die in vrijwel elke therapie vorm terugkomen. (‘Dodo’-effect, cfr iedereen wint in
Alice in Wonderland). Zolang een behandeling volgende generieke factoren bevat, maakt het
niet uit welke vorm men kiest (dus onderling inwisselbaar!)
fi :
fi n
.
.
:
.
.
.
:
.
.
s
:
.
.
.
l
, • Motivatie en hoop van de cliënt
• Therapeutische relatie: empathie, consistente aanwezigheid, steun
• Therapeutische ingrediënten: zolang de ingrediënten werken, maakt het niet uit welke
ze precies zijn
Uit onderzoek blijkt dat de precieze therapie weinig uitmaakt, maar het succes vooral afhangt van
de therapeutische relatie en kenmerken van de therapeut en de cliënt. Een goede cliënt-therapeut
band, een gemotiveerde cliënt en een empathische therapeut lijken het verschil te maken
Counseling als interventi
Counseling: kortdurende, individuele psychosociale begeleiding voor mensen die in emotionele of
sociale problemen zijn geraakt of dreigen te geraken. Het gaat om een manifeste problematiek en
wordt vooral ingezet voor medewerkers met negatieve gevoelens, gebrek aan energie, hoofdpijn,
lusteloosheid en spanningsklachten. Counseling is gestoeld op het ‘medisch model’ en gaat er dus
vanuit dat er sprake is van disfunctioneren dat verholpen kan worden
Counseling
• Kortdurend: 1-8 sessies, dus geschikt voor mensen met klachten die in relatief kort tijdsbestek
(enkele maanden) te reduceren zijn
• Individueel: 1-op-1 begeleiding binnen een veilige en afgebakende omgeving, vertrouwelijk
• Psychosociaal: verwijst naar de aard van de begeleiding. Psychisch functioneren heeft
betrekking op iemands overtuigingen, gedachten en gevoelens. Sociaal functioneren betreft
iemands omgang met de wereld om zich heen, bvb andere mensen, werk, instanties,.. Soms
wordt ook gewerkt vanuit het biopsychosociaal model waarbij ook het lichamelijke aspect van
het probleem wordt meegenomen, bvb slaapproblemen, spanning, overmatige stressreacties,.
• Begeleiding: in de basis vooral bestaande uit gespreksvoering met focus op klachtenreductie,
bewustwording van het probleem en het onderzoeken van zichzelf in de praktijk dmv
opdrachten en huiswerk
• Klachtenreductie: wanneer de cliënt gebukt gaat onder zware (emotionele) klachten,
staat de klachtenreductie centraal
• Gesprekken: naast klachtenreductie wordt gestuurd op het krijgen van nieuwe inzichten
ahv vragen stellen en empathisch luisteren
• Oefeningen/huiswerk: vergelijkbaar met coaching oefeningen, meestal ontleend aan
technieken van de psychotherapieën
• Terugvalpreventieplan: meestal naar einde van interventie: cliënt staat stil bij factoren
die terugval kunnen veroorzaken en hoe deze obstakels gepareerd kunnen worden
De bakermat van counseling: cliëntgerichte therapie van Roger
In de cliëntgerichte therapie van Rogers staat het inzit van de cliënt in zichzelf centraal. De
behandelaar is er slechts ter begeleiding en faciliteert de genezing door de cliënt in zijn hele
volledigheid te accepteren: met alle goede kanten en alle problemen. Volgens de cliëntgerichte
benadering heeft deze behandelingswijze positieve effecten op het gevoel van regie en de
motivatie van de cliënt
Counselor is geen door de overheid gereguleerd beroep. Om de kwaliteit van counseling te
borgen, zijn er verschillende beroepsverenigingen, zoals Nederlandse Associatie voor Counseling,
Algemene Beroepsvereniging voor Counseling, Landelijke Vereniging voor Psychosociaal Werk. Elk
van deze beroepsverenigingen heeft een competentiepro el, gedragscodes en beroepscodes.
:
.
.
.
.
.
.
e
.
.
fi .
.
s
.
.
!
.
, De basishouding van de counselo
3 basiselementen in de houding van de counselor, die zijn te scharen onder generieke werkzame
ingrediënten zoals motivatie en hoop van de patiënt, en therapeutische relatie
• Empathie: bepalend voor het succes van de behandeling omdat het een belangrijk onderdeel
is van een effectieve therapeutische relatie
• Onvoorwaardelijke acceptatie: de counselor benadrukt dat de cliënt waardevol is zoals hij is
en dat hij vrij is zijn gevoelens en ervaringen te delen. De counselor luistert accepterend en
zonder oordeel
• Congruentie: cliëntgerichte therapie gaat ervan uit dat ongelukkige mensen incongruent zijn:
ze stoppen hun innerlijke belevingswereld weg achter wat zij denken dat sociaal wenselijk
gedrag is. Om de cliënt te helpen congruenter te worden, is de counselor zelf een congruent
rolmodel en moedigt hij eerlijkheid en oprechtheid van de cliënt aan mbv onvoorwaardelijke
acceptatie
Coaching als interventi
Coaching: creatieve proces waarbij de cliënt als partner wordt geïnspireerd en uitgedaagd om tot
zijn maximale persoonlijke en professionele potentieel te komen. Het gaat hierbij om een
ontwikkelingswens, het potentieel van de cliënt. Er wordt in zijn geheel niet verwezen naar
problemen, disfunctioneren of psychische stoornissen
International Coach Federation ICF: grootste internationale beroepsorganisatie
Van probleemgericht naar ontwikkelingsgerich
Waar vroeger bij coaching nog de nadruk lag op het medisch model, wordt het tegenwoordig meer
ingezet als preventieve en ontwikkelingsgerichte interventie. Coaching komt daarmee uit de
taboesfeer: werken aan jezelf wordt gezien als kracht ipv oplossing voor zwakte
Binnen coaching zijn vele specialisaties ontstaan
• Executive coaching: leiderschapsontwikkeling
• Performance coaching: prestatieverbetering
• Loopbaancoaching: carrière en loopbaanvraagstukken
• Teamcoaching: verbeteren van samenwerkingen binnen teams
• Lifecoaching: persoonlijke ontwikkeling en groei
• Lifestylecoaching: realiseren van een gezonde levensstijl
De top-5 van coachvragen, blijkt vooral werkgerelateerde thema’s te bevatten (NB: 2/3 van
coachtrajecten wordt betaald door de werkgever)
• Werk-privébalans
• Zelfontplooiing
• Stress en burn-out
• Samenwerken met collega’s en functioneren in een team
• Loopbaan
.
.
.
.
.
e
.
r
.
.
:
.
:
.
.
.
.
t
.
:
.
.
, Effectief inzetten van werkgerelateerde coachin
In de verschillende de nities van coaching is volgende overlap te vinden
• Gestructureerd en doelgericht proces
• Gericht op groei en ontplooiing van de cliënt
• Gelijkwaardige relatie tussen coach en cliënt
• De cliënt bepaalt de eigen doelen
Uit metastudies blijkt dat coaching een positief effect heeft op
• Versterken van de manier waarop iemand omgaat met problemen, stress en nare situaties
(copingtechnieken)
• Verbeteren van de manier waarop iemand streeft naar het behalen van doelen (doelgerichte
zelfsturing)
• Verbeteren van iemands houding ten aanzien van werk (werkattitude)
• Vergroten van de motivatie
• Leren van nieuwe vaardigheden
• Verbeteren van prestaties op het werk
• Vergroten van welzijn
Het belangrijkste element voor elk coachingstraject is het gesprek: de dialoog tussen coach en
cliënt. De ICF onderscheidt volgende gespreksgerelateerde competenties
• Creëren van een relatie
• Volledige aandacht
• Actief luisteren
• Effectieve vragen stellen
• Open communiceren
Soms zetten coaches ook aanvullende hulpmiddelen in
• Oefeningen, bvb om inzicht te vergroten, bewustzijn te creëren of een leerervaring op te doen
• Uit oplossingsgerichte coaching: bvb 10 puntsschaal voor ontwikkelingsdoel: huidige
score en gewenste score. De huidige score is startpunt voor het gesprek: waarom die
score? Welke stappen kunnen deze verbeteren?.
• Uit Acceptance and Commitment Therapy: de cliënt belemmerende gedachten in kaart
laten brengen en laten oefenen deze niet te onderdrukken maar te onderzoeken en te
accepteren
• Uit klantgericht coachen: oefeningen aanbieden die de kernkwaliteiten van de cliënt
naar boven brengen
• Registratieopdrachten, bvb dagboek om te registreren hoe vaak een bepaalde gebeurtenis of
gewoonte zich voordoet, eventueel uitgebreid met een re ectiecomponent
• Vragenlijsten: opgelet voor vragenlijsten waarvoor onderbouwing (deels) ontbreekt, zoals
Meyers-Briggs type Indicator MBTI: persoonlijkheidsvragenlijst zonder wetenschappelijke
onderbouw en inconsistent met de uitgebreid geteste en gevalideerde Big- ve bevindingen
• Assessments: uitkomsten als input voor coaching
• Kennisdeling: externe informatiebronnen inzetten om cliënten te ondersteunen bij het (beter)
inzicht krijgen in hun situatie of te inspireren (psycho-educatie), bvb artikels, websites, video
• Peers: kennis of meningen van derden als input voor de coaching gebruiken om objectiviteit
te bevorderen
.
.
.
.
.
.
.
.
fi.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
:
fl g
:
.
:
:
.
fi .
.
, Vormgeving van een coachingstrajec
Gemiddeld bedraagt de looptijd van een coachingstraject 20 weken met ongeveer om de 2,5 weken
een sessie van zo’n 80 minuten. Daarmee bestaat een gemiddeld coachingstraject uit +/- 10 uur
begeleiding
Opzet van een coachingstraject
• Voorfase: intake (klik-gesprek): zonder ‘klik’ is een effectief traject niet mogelijk, bij een ‘klik’
worden tijdens het intakegesprek werkafspraken gemaakt en wordt het coachingstraject
vastgelegd
• Hoofdfase: coachingsessies: kenmerkend voor coaching is dat de doelstelling niet hoeft vast te
liggen voor het gehele traject. Ahv het GROW-model kunnen één of meerdere sessies vorm
gegeven worden
• Goal, doel: de coach vraagt wat de cliënt wil doen of bereiken in de sessie
• Reality, realiteit in kaart brengen: zodra een cliënt werkelijke feiten kan onderscheiden
van zijn gedachten en gevoelens, kan hij nieuwe inzichten opdoen en zijn bewustzijn
verhogen
• Options, opties verkennen: ideeën genereren om het doel te kunnen bereiken, de coach
moedigt ‘out of the box’ denken aan, bevordert het creatieve denkproces en structureert
de uitkomsten. De stap eindigt met een lijst aan opties die de cliënt bedacht heeft
• Wrap-up, actieplan uitwerken: de meeste veelbelovende optie wordt uitgewerkt in een
actieplan waarmee de cliënt na de sessie aan de slag kan. Het is belangrijk hierbij
obstakels in kaart te brengen en hoe deze te vermijden
• Afrondingsfase: afsluiten en evalueren: belangrijk te onderzoeken hoe de progressie zich
verhoudt tot de gestelde doelen. Het schrijven van een terugvalpreventieplan aan het einde
van het traject is een nuttige oefening. In een evaluatie wordt de cliënt gevraagd naar zijn
ervaringen met het traject, zijn mening over de coach en zijn tevredenheid met de behaalde
resultaten. Dit kan ahv de Coaching Monitor, een online evaluatie instrument van de NOBCO
Een coaching kan mogelijk starten als een driegesprek wanneer er meerdere belanghebbenden
betrokken zijn bij de coaching, bvb een rol voor de organisatie (leidinggevende, HR medewerker,..)
in de coaching van een medewerker
Online interventie
Er zijn 2 dimensies in de digitalisering van het begeleidingsproces
• Mate van digitalisering van de coach
• Mate van digitalisering van de cliënt
Deze 2 dimensies leiden tot 5 categorieën van digitalisering van het begeleidingsproces
• Geen digitalisering: zie vorige paragrafen, face-to-face begeleiding
• Digitalisering van de communicatie: communicatie over de begeleiding vindt online en soms
asynchroon plaats, bvb via e-mail. Synchroon: bvb beeldbellen, chatten,.
• Digitalisering van de coach: de begeleiding wordt digitaal aangeboden, zonder tussenkomst
van een persoon, bvb online voorlichting, interactieve zelfhulpprogramma’s (apps) die
zelfstandig door de cliënt gebruikt en doorlopen worden. Soms is er een virtuele coach of
digitale avatar die op geautomatiseerde wijze tips, opdrachten en feedback geeft
• Digitalisering van de cliënt: informatie over de fysieke en geestelijke gezondheid van de
cliënt verzamelen ahv bvb wearables, digitale vragenlijsten of klachtenlijsten,.
• Autonome e-coach: taken van de coach zijn overgenomen door een autonoom ICT systeem
.
.
.
:
s
:
.
.
t
.
:
.
.
.
.
.
.
:
.
.
,E-coaching en e-counselin
E-coaching
E-coaching: een niet hiërarchisch ontwikkelingspartnerschap waarbij het leer- en re ectieproces
zowel analoog als digitaal plaatsvindt en waarbij sprake is van fysieke afstand in de
communicatie.
Een deel van de coaching is gedigitaliseerd, zo kunnen meer contactmomenten gerealiseerd
worden wat leidt tot een continue begeleidingsdialoog. De cliënt wordt tussen 2 sessies niet langer
losgelaten, maar kan kleine behapbare stappen zetten en telkens online rapporteren, feedback
krijgen en re ecteren met zijn coach. Met e-coaching kan een steile leercurve gerealiseerd worden
Kenmerken van e-coaching via geschreven berichte
Mailcoaching kent 3 onderscheidende kenmerken tov traditionele coaching
• Sociale anonimiteit: face-to-face is er kans op sociaal wenselijk gedrag: de cliënt stelt zich niet
geheel open of onderdrukt zijn emoties (sociale inhibitie).zonder de fysieke aanwezigheid van
de coach is de cliënt ‘sociaal anoniem’ en maakt hij zich minder zorgen over hoe hij overkomt.
Het zich online minder geremd voleen in het eigen gedrag: online disinhibition effect
• Asynchroniteit: de begeleiding is onafhankelijk van tijd en plaats, wat voor meer exibiliteit
zorgt. De cliënt kan zelf het tempo en tijdstip bepalen waarmee hij contact opneemt met zijn
coach. Dit heeft een positief effect op de zelfredzaamheid en zelfmanagement van de cliënt
• Schrijven: uit onderzoek naar schrijftherapie blijkt dat schrijven helpt bij het structureren van
gedachten en bijdraagt aan cognitieve en emotionele verwerking van gebeurtenissen.
Schrijven leidt ook tot meer zel nzicht, optimisme, gevoel van controle en zelfwaarde. Het
schrijven als ‘therapeutisch ingrediënt’ biedt diverse voordelen die een positieve invloed
hebben op het coachingstraject
Apps en andere online programma’
Steeds meer organisaties maken apps en online leerplatformen op grote schaal toegankelijk voor
hun medewerkers. Medewerkers worden gefaciliteerd zich continu te blijven ontwikkelen. 2
voorbeelden van programma’s
• Vaardighedenprogramma’s: kunnen lichte coachingstrajecten vervangen en medewerkers
bepaalde vaardigheden aanleren. De medewerker doorloopt zelfstandig een onlinemodule
• Klachtenreductieprogramma’s: worden ingezet bij medewerkers met spanningsklachten,
problemen met vitaliteit en lichte psychosociale problemen ter vervaging of ter ondersteuning
van een coaching- of counselingstraject. Een effectief online klachtenreductieprogramma is
bvb Return@Work van Achmea Vitale dat helpt medewerkers met psychische klachten het
werk weer op te pakken
De therapeutische werkrelatie, een belangrijke factor, is op geheel geautomatiseerde platformen of
apps afwezig. Een oplossing kan zitten in het gebruik van het online stepped care model: bij
algemene ontwikkelingsvraagstukken of lichte, beginnende problematiek wordt voor een
kortdurende kostenaffectieve interventie gekozen, maar kan opgehoogd worden naar de inzet van
een e-coach of e-counseler bij indien nodig. Mocht de cliënt of de situatie erom vragen, kan
uitgebreid worden naar een meer traditionele vorm van coaching of counseling. Het ophogen van
het begeleidingsniveau verloop volgens de zwaarte van de casuïstiek en de inzet van een
begeleidingsprofessional.
fl .
.
:
fig
s
n
:
flfl.
.
.
, 8. Arbeidsreïntegratie en arbeidsrehabilitati
Het belang van blijvende participatie, zowel voor werknemers die geboren zijn met een beperking
of een chronische aandoening hebben, als voor werknemers die door een bvb een ongeval het oude
werk niet meer kan uitvoeren, komt tot uitdrukking in tal van internationale verdragen voor de
gelijke behandeling van mensen met een beperking, ook op de arbeidsmarkt
Het is belangrijk te onderzoeken welke factoren van invloed zijn op het proces van integratie en re-
intergratie, zodoende kunnen bevorderende en belemmerende factoren bepaald worden en
werknemers en werkgevers ondersteund worden bij het duurzaam plaatsen van mensen met een
beperking
Begripsbepalin
Arbeidsrehabilitatie of ‘vocational rehabilitation’
Arbeidsrehabilitatie of ‘vocational rehabilitation’: het geheel van kennis en wetenschappelijk
onderzoek op het terrein van arbeidsintegratie en arbeidsreïntegratie.
Het uitgangspunt binnen vocational rehabilitation is dat een handicap of beperking geen reden
kan zijn om niet aan het arbeidsproces deel te nemen. In het ICF-model, International
Classi cation of Functioning (ontwikkeld door de WHO) wordt het menselijk functioneren gezien
in het licht van een complexe relatie tussen een aandoening enerzijds en de persoonlijke en externe
factoren anderzijds.
Arbeidsintegratie
Arbeidsintegratie: alle activiteiten gericht op de beïnvloeding van een optimale afstemming van
de mogelijkheden van een persoon met een ziekte of beperking die wil toetreden tot de
arbeidsmarkt en een (mogelijk) functie of arbeidssituatie.
fi .
g
e
.
, Arbeidsreïntegratie
Arbeidsreïntegratie: alle activiteiten genoemd binnen arbeidsintegratie, maar dan gericht op het
herplaatsen van werknemers die dreigen uit te vallen of uitgevallen zijn vanwege ziekte of een
beperking. Deze herplaatsing kan zowel bij de oude als een nieuwe werkgever zijn.
Disability management
Disability management: een proactief, structureel en systematisch gecoördineerd beleid binnen
een organisatie, gericht op het voorkomen en verkleinen van het risico van uitval en gericht op
het in dienst houden van werknemers met een (chronische) ziekte of beperking. Uitgangspunt
hierbij is dat de arbeidsmogelijkheden van de betreffende werknemer behouden, of indien
mogelijk vergroot moeten worden.
Arbeidsreïntegrati
Vroeger lag de nadruk bij arbeidsongeschiktheid op een goed sociaal vangnet en in mindere mate
op het bevorderen van arbeidsparticipatie. Begin 21e eeuw kende Nederland bijna 1 miljoen
arbeidsongeschikten, grotendeels veroorzaakt door 2 afzonderlijke bewegingen
• Te hoge instroom in de toenmalige WAO (Wet op de Arbeidsongeschikheidsverzekering): de
toegang tot de WAO was te laagdrempelig
• Te lage uitstroom uit de WAO: maatregelen gericht op uitstroom waren niet effectief genoeg
Het overheidsbeleid is tegenwoordig sterk gericht op de wederzijdse bereidheid en
verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer om het dienstverband te blijven voortzetten,
ondanks een bij de werknemer aanwezige ziekte of beperking
• WAO werd WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen): maakt het moeilijker om in
arbeidsongeschiktheidsregeling te komen, groot aantal manieren om te reïntegreren
• Wet Verbetering Poortwachter: verplicht de werkgever tot 2 jaar loon door te betalen bij uitval
van een werknemer en zorg te dragen voor de reïntegratie in het eigen bedrijf (eerste spoor) of
in een ander bedrijf (tweede spoor). De werknemer is verplicht actief deel te nemen in dit
reïntegratie parcours
Getracht wordt om reïntegratie zo spoedig mogelijk te starten, daar dit de kans op een succesvolle
reïntegratie verhoogt. Dit vraagt om een speci ek organisatiebeleid: disability management.
Hierbij zijn niet alleen de persoon, de aandoening en de medische begeleiding belangrijk, maar
ook de begeleiding vanuit de werk- en sociale omgeving van de arbeidsongeschikte. Het
voorkomen van (langdurige) uitval van een werknemer met een ziekte of een beperking vraagt een
dermate speci eke benadering dat het een afzonderlijke lijn vormt binnen het kennisdomein van
de vocational rehabilitation
Wet Banenafspraak en Quotum Arbeidsbeperkten: als er geen relatie is of geen relatie meer bestaat
met de oude werkgever. Bedrijven creëren extra banen voor mensen met een beperking en worden
beboet als het hen niet lukt een bepaald percentage te behalen
Er zijn dus 2 lijnen in de arbeidsreïntegratie te onderscheiden
• Beleid binnen organisaties: voorkomen van uitval en mogelijke instroom in de WIA
• Vocational rehabilitation: instroom naar een nieuwe plaats op de arbeidsmarkt.
fi .
e
.
.
fi :
.
:
:
.
.
, Disability managemen
Disability management: het geheel van activiteiten dat gericht is op het voorkomen van uitval van
werknemers (primaire preventie), op het ondersteunen van het herstelproces (regiefunctie) en op
het ontwikkelen van reïntegratieactiviteiten. Het tracht zowel oorzaken van arbeidsongeschiktheid
weg te nemen als de werknemer te ondersteunen bij het zo snel en adequaat mogelijk hervatten
van zijn werk
Werkwijz
Centraal binnen disability management staat de terugkeer naar werk in een zo vroeg mogelijk
stadium. Deze speci eke vorm van vroege interventie waarbij het zoeken, dan wel creëren van een
(tijdelijke) werkplek waarin de uitgevallen werknemer zo snel mogelijk weer aan de slag kan,
wordt transitiewerk of transitional work genoemd
Men kan van transitiewerk spreken als voldaan is aan
• Er vond een gedegen assessment plaats om de (on)mogelijkheden en (potentiële) capaciteiten
van de uitgevallen persoon vast te stellen
• Van een groot aantal functies zijn de taakeisen, taakinhoud en taakbelasting bekend, voor een
optimale afstemming tussen persoon en werk
• Regelmatige monitoring om te kijken of gezondheidsverbetering heeft plaatsgevonden en de
werkzaamheden opnieuw kunnen worden aangepast aan de nieuwe omstandigheden, om zo
een geleidelijke opbouw naar de oude functie te faciliteren. Uit onderzoek blijkt dat weer gaan
werken een van de meest gezondheidsverbeterende factoren is
De eerste stap tot het invoeren van een DM beleid is het aanstellen van een DM coördinator die
een team samenstelt, bestaande uit functionarissen vanuit verschillende gremia van de organisatie
Zo gauw als het naar mening van de bedrijfsarts mogelijk is, wordt contact genomen met de
werknemer en een oriënterend gesprek gepland waarin een eerste plan van aanpak wordt
opgesteld. DM onderscheidt zich van bestaand reïntegratiebeleid door de nadruk te leggen op de
(resterende) mogelijkheden van de werknemer, op de samenwerking tussen en het ‘commitment’
van alle partijen, om zo op het individu gericht maatwerk te kunnen leveren en daarmee een snelle
terugkeer te bevorderen
Randvoorwaarde
Vroegtijdige interventies zoals binnen een DM programma hebben enkel kans van slagen als ze
zijn ingebed in het beleid van de organisatie, waarbij moet voldaan zijn aan een aantal speci eke
organisatieprincipes
• De uitgangspunten van een DM beleid moeten organisatiebreed gedragen worden
• Het is noodzakelijk een DM coördinator aan te stellen die bij het werkhervattingsproces zorg
draagt voor de samenwerking en ondersteuning van alle betrokken partijen
• De voorwaarden voor terugkeer moeten goed ingevuld worden, zoals het aanpassen van de
werkplek en het betrekken van (para) medische professionals bij de werksituatie
• Monitoring en evaluatie zijn belangrijk in een reïntegratiebeleid: zodoende wordt meer inzicht
verkregen in de kosten en baten mbt reïntegratie
• Motivatie, inzet en exibiliteit van zowel werknemers als leidinggevenden zijn belangrijk
DM vormt altijd een onlosmakelijk deel van het human resources management beleid van een
organisatie, hetzij als aanvulling op een reeds bestaand programma, hetzij als totaalconcept voor
reïntegratiebeleid
e
.
n
.
flfi:
.
t
.
.
.
.
:
.
.
.
.
.
fi .