Samenvatting straffen en maatregelen
Week 1: Hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2 (2.1, 2.2, 2.4, 2.6 en 2.7).
Actualiteit
Per 1 januari 2020 is de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke
beslissingen (Wet USB) in werking getreden. Dit heeft gezorgd voor een nieuwe
rolverdeling in de executiefase. Door de inwerkingtreding van deze wet is de
verantwoordelijkheid voor de executie (tenuitvoerlegging van straffen)
verschoven van het Openbaar Ministerie (OM) naar de Minister voor
Rechtsbescherming (art. 6:1:1 Sv). De Minister heeft op zijn beurt deze taak weer
belegd bij het CJIB.
Daarnaast is de Wet Straffen en Beschermen aangenomen per 1 juli 2021. Door
deze aanname worden het Wetboek van Strafrecht (Sr), het Wetboek van
Strafvordering (Sv) en de Penitentiaire Beginselenwet (PBW) gewijzigd. De
manier waarop gevangenisstraffen worden uitgevoerd veranderd onder andere
door deze wet.
Tenslotte is de Wet Forensische Zorg per 1 januari 2019 in werking getreden.
Deze wet biedt de Officier van Justitie (OvJ) en de rechter mogelijkheden om
ervoor te zorgen dat binnen het strafrecht of in aansluiting daarop, sneller de
passende psychische zorg wordt geboden. De wet gaat over alle vormen van
forensische zorg: ambulant en klinisch, begeleiding en behandeling.
Inleiding in het strafrecht
Sancties in het strafrecht zijn straffen en maatregelen die door de rechter worden
opgelegd.
Een straf is gericht op:
- Het bewuste leedtoevoeging,
- Het aangerichte kwaad vergelden,
- Het voorkomen van herhaling.
Een maatregel is gericht op:
- De beveiliging van de samenleving,
- Het herstel van de rechtmatige toestand.
Overige strafrechtelijke sancties zijn:
- Sancties die het strafproces beëindigen, zoals een transactie of een
strafbeschikking,
- Sancties die het strafproces begeleiden, zoals dwangmiddelen.
De uitgangspunten
De algemene uitgangspunten zijn het ultimum remedium en de strafdoelen. Het
ultimum remedium houdt in dat get strafrecht het laatste redmiddel moet zijn;
het moet alleen als uiterst redmiddel worden ingezet. De strafdoelen zijn als
volgt:
- Het herstel van de rechtsorde (vergelding en herstel ontstane leed)
- De generale preventie (potentiële wetsovertreders afschrikken)
- De speciale preventie (de dader beïnvloeden)
- De normbevestiging (rekening houden met de norm en dit opleggen
richting de maatschappij)
- De boetedoening (het boeten voor de daad)
, - Het verhogen van de veiligheid van de samenleving (afschrikking,
onschadelijkmaking en resocialisatie).
Het legaliteitsbeginsel
Een beginsel dat voorop staat in het strafrecht is het legaliteitsbeginsel. Dit
beginsel houdt in dat er geen feit strafbaar is dan een voorafgegane wettelijke
bepaling (art. 1 lid 1 Sr, art. 1 Sv en art. 16 Gw).
Het legaliteitsbeginsel heeft vijf elementen:
- Geen strafbaar feit zonder wet,
- Geen straf zonder wet,
- Geen terugwerkende kracht,
- Geen analogische redeneringen (bewust buiten de wet treden),
- Duidelijkheid in de wet (lex certa).
De voorwaardelijke veroordeling
Bij een voorwaardelijke veroordeling wordt de veroordeelde (nog) niet
opgesloten. De tenuitvoerlegging van de straf wordt dus opgeschort. Als er
binnen de opgelegde proeftijd (art. 14b Sr) iets strafbaars wordt begaan of er
wordt niet gehouden aan de voorwaarden (art. 14c lid 1 en lid 2 Sr) die de
rechter heeft gesteld, dan gaat de voorwaardelijk opgelegde straf in en kan de
veroordeelde dus wel worden opgesloten.
De slachtofferrechten
De slachtofferrechten zijn behoorlijk in opkomst de afgelopen jaren. Sinds 2011
hebben slachtofferrechten zelfs een eigen titel in het Wetboek van
Strafvordering, Titel IIIA: het slachtoffer. Dit heeft als gevolg gehad dat
slachtoffers dus ook een eigen positie hebben gekregen in het strafproces.
Een aantal slachtofferrechten:
- Het recht op correcte bejegening (art. 51aa Sv),
- Het recht op informatie (art. 51b Sv),
- Het recht op bijstand (art. 51c Sv),
- Het spreekrecht (art. 51e Sv),
- Het recht op schadevergoeding (art. 51f Sv),
- De schadevergoedingsmaatregel (art. 36f Sr).
Op 25 oktober 2012 is de richtlijn tot vaststelling van minimumnormen voor de
rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare
feiten aangenomen door het Europees parlement en de Raad. Nederland voldeed
al wel voor een groot deel aan de bepalingen in de EU richtlijn minimumnormen
slachtoffers (sinds 2011). Deze richtlijn bevatte echter wel een aantal
slachtofferrechten die nieuw waren voor Nederland, deze zijn nu opgenomen in
het Wetboek van Strafvordering. Een aantal nieuwe slachtofferrechten waren:
- Slachtoffers worden door de politie of officier van justitie doorverwezen
naar slachtofferhulp,
- Slachtoffers worden bij het eerste contact met de politie geïnformeerd over
hun rechten en over beschikbare hulp,
- Slachtoffers hebben recht op meer informatie over de aanvang en
voortgang van de zaak,
, - Slachtoffers hebben recht op informatie over de invrijheidsstelling of
ontsnapping van een verdachte die zich in voorlopige hechtenis bevindt of
van een veroordeelde,
- Slachtoffers mogen zich tijdens het voorbereidend onderzoek en de
terechtzitting laten bijstaan door een advocaat, een wettelijk
vertegenwoordiger en een persoon naar keuze. De bijstand door een
advocaat mag niet worden geweigerd door de verdediging,
- Familieleden van slachtoffers krijgen recht op bescherming en
slachtofferhulp.
De ontwikkelingen
Op dit moment is het wetsvoorstel uitbreiding slachtofferrechten aangenomen
door de Tweede- en Eerste Kamer. Dit wetsvoorstel houdt in dat:
- Er spreekrecht ontstaat onder bijzondere voorwaarden,
- Er een uitbreiding komt bij de kring van spreekgerechtigden,
- Er spreekrecht komt tijdens de TBS- verlengingszitting,
- Er een spreekmoment op een vast moment komt in het strafproces,
- Er een verschijningsplicht komt voor verdachten van ernstige gewelds- of
zedenmisdrijven.
Met dit wetsvoorstel wilt de regering bijdragen aan een verdere versteviging en
verankering van de positie van het slachtoffer in het strafproces.
, Week 2: Hoofdstuk 2 (2.5, 2.6, 2.7 en 2.9), hoofdstuk 3 (3.4), hoofdstuk 4 (4.1,
4.2, 4.3, 4.6.4, 4.6.5 en 4.6.6), hoofdstuk 9 (9.1 en 9.2) en hoofdstuk 11.
Het rechterlijk beslissingsschema
De rechter is niet geheel vrij in de wijze van beslissen. In het Wetboek van
Strafvordering wordt er voorgeschreven op welke wijze de rechter dient te
oordelen, dit het wordt het beslissingsmodel 348/350 genoemd. In art. 348 Sv
staan er vier strafprocesrechtelijke of formele vragen opgesomd die de rechter in
elke strafzaak moet beantwoorden. Als alle vragen positief worden beantwoord,
dan komt de rechter aan de vier materieelrechtelijke (art. 350 Sv) of inhoudelijke
vragen toe.
De vier formele vragen
Voordat de rechter een inhoudelijk oordeel kan geven over de strafzaak, moet de
rechter eerst antwoord geven op een viertal formele vragen. De vier formele
vragen zijn (art. 348 Sv):
1. Is de dagvaarding nietig?
2. Is de rechter bevoegd?
3. Is de officier van justitie ontvankelijk?
4. Zijn er redenen om de vervolging te schorsen?
De vier materiële vragen
Nadat de vier formele vragen zijn beantwoord, komt de rechter pas toe aan een
inhoudelijk oordeel over de strafzaak. Er zijn vier materiële vragen die door een
rechter dienen te worden beantwoord om inhoudelijk te kunnen beoordelen of de
verdachte van een strafbaar feit ook daadwerkelijk voor deze gedraging kan
worden veroordeeld. De vier materiële vragen zijn (art. 350 Sv):
1. De bewijsvraag Is het aan de verdachte ten laste gelegde feit (wettig en
overtuigend) bewezen (de menselijke gedraging)?
2. De kwalificatievraag Levert het bewezen verklaarde een strafbaar feit
op (de delictsomschrijving) ?
3. De strafbaarheidsvraag Is de verdachte strafbaar (wederrechtelijkheid
en schuld)?
4. De sanctievraag Welke straf en/of maatregel zou moeten worden
opgelegd?
De volgorde van deze vragen is dwingend. Pas als de eerste vraag bevestigend
wordt beantwoord, komt de rechter aan de tweede vraag toe.
De rechterlijke straftoemeting
Nederlandse rechter bezitten een grote mate van vrijheid bij het opleggen van
een straf. Zo kan er zelfs, ondanks dat het tenlastegelegde feit bewezen is en het
feit en de verdachte strafbaar zijn, worden afgezien van een straf of maatregel.
Als er dan wel een straf of maatregel op wordt gelegd, dan hebben rechters,
binnen de wettelijk voorgeschreven delictspecifieke strafmaxima, een zeer ruime
bevoegdheid. Omdat er zo’n ruime bevoegdheid is, kwam het wel eens voor dat
rechters hele verschillende straffen of maatregelen gaven.
Om delicten toch een strafmaat te geven, zijn er door het Landelijk Overleg
Vakinhoud Strafrecht (LOVS) oriëntatiepunten aangegeven waarop de rechter
zich kan oriënteren bij de oplegging van de straf, de straftoemeting. Het doel van
het LOVS is bevordering van de rechtseenheid, rechtszekerheid, deskundigheid
en verbetering van werkprocessen. Met het oog hierop worden deze
verschillende aanbevelingen en handreikingen, die in overleg en samenwerking
met strafrechters zijn, gepubliceerd en tot stand gekomen. De oriëntatiepunten
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sirienmehanna. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.