Dit is een complete samenvatting van de minor critical care, er zijn hiervoor verschillende boeken geraadpleegd en samengevat, o.a. "Klinisch redeneren met de ABCDE-methode" en "ProActive Nursing: klinische problematiek inzichtelijk". Verder zijn aantekeningen tijdens alle verschillende lessen en s...
Flashcards Klinisch redeneren met de ABCDE-methode - Vitaal bedreigd
College aantekeningen minor acute zorg Klinisch redeneren met de ABCDE-methode
Tout pour ce livre (22)
École, étude et sujet
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Academie Voor Verpleegkunde
Minor Critical Care
Tous les documents sur ce sujet (19)
1
vérifier
Par: thamminga • 6 mois de cela
Vendeur
S'abonner
bloeminkkim
Avis reçus
Aperçu du contenu
Airway
Klinisch redeneren 6 stappen:
- Oriëntatie op de situatie/beoordelen van de situatie
- Klinische probleemstelling, beredeneer de problemen en de prioriteiten hierin d.m.v. de
zorgthema’s
- Aanvullend klinisch onderzoek, beredeneer welke informatie nog meer nodig is om goed te
kunnen handelen
- Klinisch beleid, beredeneer hoe de problemen het best kunnen worden aangepakt
- Klinisch verloop, beschrijf op korte- en lange termijn hoe je verwacht dat de situatie gaat
lopen
- Evalueren van de geleverde zorg
ProActive nursing hoofdstuk 4 ademhaling
Paragraaf 1 klinische aandachtspunten
Ademen: actief inhaleren en passief exhaleren. Ademhaling wordt aangepast op basis van
lichaamstemperatuur, activiteit en stressfactoren (trauma en ziekte).
Weefselademhaling: aanvoer van zuurstof en afvoer van koolstofdioxide.
Hemoglobine is het transportmedium van zuurstof maar ook voor een deel van de
koolstofdioxide. Het uitademen van koolstofdioxide is van belang voor het zuur-base-
evenwicht in het lichaam. Bij extra ademarbeid worden ook de buik- en schouderspieren
gebruikt. Diffusieweg: de plek tussen de bloedcellen en de lucht in de longen, ze geven
zuurstof en koolstofdioxide aan elkaar af. De rechterlong heeft 3 kwabben en de linker heeft
er 2, omdat links ook het hart zit. De rode bloedcellen (hemoglobine) vervoeren het zuurstof
via het bloed naar alle cellen in het lichaam.
Slagader/arteriën: zuurstofrijk. Ader/vene: zuurstofarm, over het algemeen.
Van hart naar lichaam naar hart: hart, arteriën, arteriolen, capillairen, venulen, vene, hart.
Venen hebben kleppen en arteriën niet. de aorta is de grootste slagader van het lichaam,
deze bestaat uit een dalend-, stijgend- en boog gedeelte.
Halsslagader: arteria carotis communis. Slagader in arm: arteria brachialis, deze vertakt
richting de onderarm in de arteria radialis (aan duimkant) en de arteria ulnaris (aan
pinkkant). Arteria femoralis: in het bovenbeen. Arteria pulmonalis: longslagader.
Slagaderen en aderen lopen eigenlijk altijd langs elkaar, om gemakkelijk zuurstof over te
geven. Vena pulmonalis: longader. Vena porta: poortader, deze gaat richting de lever.
Venae hepaticae: lever, hier komt het gefilterde bloed uit de lever in de vena cava komt. Al
het bloed uit het maagdarmstelsel gaat eerst naar de lever en dan pas naar de vena cava
(bovenste holle ader, bloed uit hals/hoofdgebied en armen komt hierdoor terug bij het hart).
Vena cava superior: gaat naar het rechter atrium/boezem.
Trachea: luchtpijp. Bronchioli: vertakking van de luchtpijp. > Alveoli: longblaasjes.
1
,Hoge luchtwegen: mond/neus tot aan het eerste deel van de trachea: het
strottenhoofd/larynx. Hierna splitst de trachea meteen in 2 hoofdbronchi die zich steeds
verder zullen gaan vertakken. Vanaf de splitsing naar de 2 hoofdbronchi begint de lage
luchtweg. De hoge luchtwegen zorgen voor verwarming en bevochtiging van de ingeademde
lucht (dit beschermt de longen tegen afkoeling en uitdroging), ook zorgt het voor de spraak-
en slikfunctie. De lage luchtwegen zorgen voor de verdeling van de ingeademde lucht over
het longoppervlak en centraliseren de lucht naar het strottenhoofd voor de uitademing.
Hoge luchtwegen
Als de patiënt kan praten of andere stemgeluiden kan maken met een normale stem is de
luchtweg vrij, omdat de stemspleet bij volwassenen het smalste deel is in de hoge luchtweg
en als daar dus lucht langs kan is kan je er vanuit gaan dat de luchtweg vrij is.
Bij zwelling van de stembanden klinkt de stem hees. Bij verlamming van de stembanden is
praten onmogelijk. Normaal gesproken kan je het niet horen als iemand ademhaalt, omdat
de luchtstroom geen hinder ondervindt. Gedeeltelijke obstructie van de hoge luchtwegen is
hoorbaar tijdens de inademing, het is een hoog geluid (inspiratoire stridor).
Bij een EMV-score van 8 punten of lager kan je er vanuit gaan dat het slikreflex is uitgevallen.
Mensen die een CVA hebben gehad ontwikkelen in 50% een pneumonie, omdat het
slikreflex is verstoord en er dus sneller voedsel in de longen komt.
Bij een trismus (kaakklem) zijn de kaken zo erg verkrampt dat de mond bijna niet meer open
kan, hierdoor is de luchtweg bedreigd, zeker als dit samen gaat met bewusteloosheid.
Bij volledige afsluiting van de hoge luchtwegen hoor je niks. Als er een obstructie is moet je
de mond inspecteren en het corpus alienum (lichaamsvreemd voorwerp) verwijderen.
Het slikken is ervoor dat lucht naar de longen gaat en voedsel naar de maag, bij
bewusteloosheid valt het slikreflex uit en zakt de tong bij een rugligging in de keel en kan de
luchtpijp volledig worden afgesloten, ademen is dan dus niet meer mogelijk.
Als de ademprikkels het nog doen zal de patiënt typische intrekkingen van hals en
intercostaal spieren (spieren rond de ribben om longen groter te maken) vertonen, dit lijkt
op ademhalen maar het heeft geen nut omdat er geen lucht in de longen kan komen door de
obstructie, er is dus een ademstilstand. Sniffing position: hoofd licht voorovergebogen, op
deze manier staan de larynx en farynx (hoger in strottenhoofd dan de larynx) optimaal, de
naam komt van het opsnuiven van frisse lucht. In deze positie is de ‘hoek’ van mond en keel
minder haaks en meer afgerond, hierdoor is de luchtweg vrijer.
Als er vermoedelijk een trauma is in de nekwervelkolom kan je het hoofd alleen heel erg
voorzichtig in deze positie brengen, omdat er anders kan is op een hoge dwarslaesie door
loszittende of uitstekende botdelen. Bij trauma kan de patiënt pijn in de nek en tintelingen in
de vingers aangeven, de nek moet dan deskundig worden gemobiliseerd worden of een
nekkraag worden gebruikt, een röntgenfoto geeft pas uitsluiting over de situatie van de
eventuele nekproblemen. Bij patiënten met reuma (door verstijving), osteoporose (door
immobiliteit) en prednisongebruik kunnen de wervelkolom verzwakken en moet je dus ook
extra voorzichtig zijn. Als iemand zich op heeft gehangen is er een interne zwelling.
2
,Lage luchtwegen
Alles onder de stembanden hoort bij de lage luchtwegen: trachea, bronchi, bronchioli en
alveoli. De trachea splitst in 2 hoofdbronchi voor de linker- en rechterlong.
De lage luchtwegen hebben veel afsplitsingen en dus kan een obstructie in de lage
luchtwegen niet meteen alles afsluiten, dit is wel het geval in de hoge luchtwegen en dus is
dit erger. De bronchiën splitsen 23 keer: dit zijn de bronchioli en daarna in de alveoli (deze
zijn bolvormig). Een inademing duurt ongeveer 2 seconden, in deze tijd is de lucht ook al
verdeeld over de alveoli.
De slijmvliezen in de luchtwegen zorgen ervoor dat schadelijke stoffen en bacteriën niet in
de longen komen, maar als het hoestreflex niet goed werkt of er een verzwakte afweer is
werkt dit minder goed en kan een pneumonie ontstaan.
Bij een infectie wordt er sputum aangemaakt, dit sputum komt uit de luchtwegen en
belemmerd de luchtwegweerstand, hierdoor wordt in- en uitademen lastiger en verhoogd
de ademarbeid, dit te horen met een stethoscoop. Tijdens hoesten neemt de
stroomsnelheid van de lucht toe en komt het slijm los van de bronchuswand.
Het hoestreflex wordt opgewekt door prikkeling van de hoestsensoren in de slijmvlieswand
van de trachea, larynx en bronchiën. Bij bewusteloosheid is het hoestreflex weg en neemt de
kans op een pneumonie toe. Een droge prikkelhoest wordt meestal veroorzaakt door een
virusinfectie. Een sputum producerende hoest wordt meestal veroorzaakt door een
bacteriële luchtweginfectie. Bij astma, COPD en bronchospasme zijn de bronchioli erg
vernauwd, dit vermoeilijkt vooral de uitademing, vaak ontstaat dit door roken of een
anafylactische reactie. Bij een tachypneu (verhoogde en oppervlakkige ademhaling >20 per
min) kan sputum uitdrogen en dus moeilijker worden om op te hoesten, dit sputum zorgt
voor een pneumonie. Bradypneu: langzame en vaak diepe ademhaling.
Aspiratie: inademen van braaksel, voedsel etc., normaal ga je dan veel hoesten maar dat kan
niet als je bewusteloos bent. Atelectase: een deel van de longen krijgt geen lucht meer en
zal inklappen/collaps.
Observaties luchtwegen:
- Ademgeluiden luisteren op de 4 longvelden op de rug
- Hoestprikkel observeren
- Sputumproductie observeren op kleur, geur, substantie en hoeveelheid
3
, Ademprikkel
De ademhalingsfrequentie en diepte worden gereguleerd door het ademcentrum in de
hersenstam, dit centrum is gevoelig voor koolstofdioxidespanning (pCO2) en pH, de
ademprikkel wordt via het zenuwstelsel naar de ademhalingsspieren geleid. Het
ademcentrum reageert erg snel omdat alles binnen de grenzen moet blijven. De zuurgraad
wordt door de nieren en de ademhaling tussen de 7,35 en 7,45 gehouden. De ademprikkels
zijn dus pH en koolstofdioxide. Prikkeling van het ademcentrum reguleert ook de diepte van
de ademhalingen. Grotere prikkeling door koolstofdioxide of pH leidt tot tachypneu, maar
ook tot verdieping van de ademhaling. De sensoren voor pCO2 en pH zitten dus in de
hersenstam, maar ook in de wand van grotere arteriën (aortaboog/hart en arteria
carotis/keel), deze zijn ook gevoelig voor een zuurstoftekort, bij COPD is dit van belang
omdat het lichaam dan slecht luistert naar pH en pCO2.
Emoties kunnen de ademprikkel ook veranderen, bij pijn en stress ga je onbewust dieper en
sneller ademhalen. Bij hyperventilatie raak je teveel pCO2 kwijt en wordt je duizelig,
ontregeling van de pCO2 zorgt voor benauwdheid/stress en dit zorgt voor snellere
ademhaling, je komt dus in een vicieuze cirkel.
Een truc die vaak wordt toegepast om de ademprikkel tijdelijk te remmen is een tijdje
overdreven in- en uitademen, hierdoor blaas je extra CO2 uit, dit zorgt voor een pCO2 daling
en dus hoeft je lichaam geen CO2 meer uit te ademen.
Drugs kunnen de ademprikkel stimuleren, dit zijn speed, cocaïne, amfetamine en XTC.
Sommigen soorten drugs kunnen ook de ademprikkel remmen en zorgen voor een
ademdepressie (diepte en frequentie van de ademhaling nemen af).
Opiaten, morfine, antidepressiva, benzodiazepinen, barbituraten, alcohol en
natriumcarbonaat remmen de ademprikkel.
Bij neurologische schade zoals een CVA kan het ademcentrum beschadigen en zelfs uitvallen.
Prikkelgeleiding
Een ademprikkel gaat uit het ademcentrum via het zenuwstelsel impulsen geven aan de
ademhalingsspieren (diafragma en intercostaal spieren/ribben).
Bij een dwarslaesie hangt het van de hoogte van de dwarslaesie af of iemand nog zelf kan
ademhalen en met welke spieren dit gebeurt.
pO2: het onopgeloste zuurstof in het bloed.
Als de zuurgraad in het bloed te hoog wordt neemt de ademprikkel af, zodat de longen
minder CO2 gaan uitscheiden via de ademhaling.
Een te lage zuurgraad in het bloed is een sterke ademprikkel.
Kussmaul-ademhaling: compensatiemechanisme dat dient om verzuring (acidose) te
compenseren door zoveel mogelijk CO2 uit te ademen.
Een epileptisch consult kan zorgen voor een hele onregelmatige ademhaling en na het
consult kan de ademcentrum tijdelijk minder gevoelig zijn voor ademprikkels.
Observaties voor ademprikkel en prikkelgeleiding:
- ademfrequentie tellen (AF)
- adempatroon observeren, frequentie en diepte
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bloeminkkim. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.