Ondernemingsrecht
HOOFDSTUK 1: BRONNEN VAN HET ECONOMISCH RECHT
--> Wetgeving
- Nationaal (wetten, decreten, ordonnanties)
- EU (richtlijnen, verordeningen, besluiten)
- Internationale verdragen (Weens koopverdrag*, Rome I-verdrag)
*Weens koopverdrag: Een overeenkomst tussen overheden waarbij dat je een basis hebt
om een internationale contractuele relatie tot stand te brengen. Belgische contracten
hebben altijd verschillen met Duitse contracten bv daarom hebben we een basis genomen.
--> Rechtspraak: Een juridisch principe dat niet in de wetten staat maar wel vanzelfsprekend
is. Bv, je moet snel reageren op facturen.
--> Gewoonte: Iets dat altijd al zo geweest is
--> Rechtsleer
Tips
1. Internet is geen geloofwaardige bron
2. Ga daarom altijd na wie de auteur is en wanneer de bijdrage geschreven werd
3. Zoek bij voorkeur naar officiële sites van overheden
4. Verwijzen naar Wikipedia is not done: zoek de achterliggende bronnen op!
5. Heb je een degelijke bron gevonden? Verwijs er naar!
HOOFDSTUK 2: DE ONDERNEMINGSRECHTBANK
De samenstelling
- 9 ondernemingsrechtbanken (Gent, Antwerpen, Bergen, Luik, Eupen en 4 in Brussel)
- Afhankelijk van de grootte bestaat een rechtbank uit 1 of verschillende ‘Kamers’. Een
‘Kamer’ bestaat uit 1 beroepsrechter (de Voorzitter) en 2 lekenrechters die uit het
bedrijfsleven komen (‘Bijzitters/lekenrechters’, niet noodzakelijk dat zij een juridische
opleiding hebben gehad). Meestal hebben ze wel ervaring in het vak, ze weten hoe het er
aan toe gaat en dit weet de voorzitter minder goed, ze gebruiken de lekenrechters als
consult. Er zijn ook kamers voor ondernemingen in moeilijkheden.
Bevoegdheid, wanneer gaan we naar de ondernemingsrechtbank
- Geschillen tussen of tegen ondernemingen
- Geschillen tussen vennoten/aandeelhouders (zelfs als de partijen geen
ondernemingen zijn)
- Geschillen naar aanleiding van een faillissement
- Kamers voor ondernemingen in moeilijkheden
- Overzicht ‘Het Belgisch Rechtstelsel’ pg. 24
Procedures
,- Oproeping in verzoening
= Bij een verzoening leggen de partijen hun geschillen bij zonder dat een proces wordt
gevoerd of een lopend proces wordt stopgezet.
- Gewone procedure
1. Dagvaarding wordt gestuurd (= Een document waarbij een onderneming gevraagd worden
op voor een bepaalde datum voor de rechter te komen.)
2. Er komt een zitting
3. Conclusies: documenten van de advocaten waarin argumenten staan om tot een bepaalde
overtuiging te komen, je legt deze neer bij de griffie)
4. Pleidooien: Een mondelinge toelichting van wat je in je verslag geschreven hebt
5. Vonnis: Op basis van de coclusie en de pleidooi gaat een rechter een bepaalde vonnis
uitspreken.
- In kortgeding: Als het echt dringend is, het is een “voorlopige” uitspraak, later gaan ze
oordelen over de grond van de zaak. Ze gaan nog niet beslissen wie er gelijk heeft, enkel wat
ze op het moment zelf gaan doen.
- ZOALS in kortgeding: Hierbij wordt er wel een definitieve uitspraak gedaan. Bijvoorbeeld
een vordering tot staking, het is een “definitieve”uitspraak.
HOOFDSTUK 3: HET BEWIJS IN ONDERNEMINGSZAKEN
PRINCIPE: De persoon die iets beweert, moet hiervan het bewijs leveren!
Algemene regels...
- Burgerlijk recht
Te bewijzen:
• Rechtsfeiten = je mag dit met alles bewijzen
• Rechtshandelingen = Je hebt steeds een geschrift nodig indien de waarde van
het geschil meer bedraagd dan 3500 euro (niet via de eed of getuigen)
Niet te bewijzen:
• Rechtsregels
• Algemeen gekende feiten (Smorgens gaat de zon op)
- Economisch recht
Te bewijzen:
• Rechtsfeiten = je mag dit met alles bewijzen
• Rechtshandelingen = Je hebt geen geschrift nodig, je kan altijd bewijzen met
eed of getuigen. Dit omdat ondernemers snel en efficiënt moeten kunnen
werken.
Niet te bewijzen:
• Rechtsregels
• Algemeen gekende feiten (Smorgens gaat de zon op)
Bijzondere bewijsmiddelen...
,1. Boekhouding
= De boekhouding heeft juridisch gezien belang als een bijzonder bewijsmiddel. Dit is niet
evident.
- Het heeft een vertrouwelijk karakter
- Eenzijdig karakter, je hebt niemands akkoord nodig, je kan zelf je boekhouding opstellen in
een boek of in excel.
De ‘regelmatigheid’ of correctheid van de boekhouding is geen vereiste voor haar
bewijskracht. Je mag fouten hebben in je boekhouding, het tast de waarde van het bewijs
niet aan.
A. Geschillen tussen ondernemingen onderling
- Er is enkel een bewijswaarde indien beide ondernemingen overeenstemmende
vermeldingen bevatten. Stel je boekt een verkoopfactuur van 100 euro, dan moet je
tegenpartij ook een aankoopfactuurhebben geboekt van 100 euro. Indien dit niet zo
is, oordeelt de feitenrechter
- Indien de boekhouding als bewijsinstrument wordt aanvaard, kan de boekhouding
zowel in het voordeel als het nadeel van de onderneming worden gebruikt.
B. Geschillen van een niet-ondernemer TEGEN een onderneming
- De boekhouding kan tegen de onderneming worden gebruikt, MAAR er is wel
onsplitsbaarheid. De boekhouding kan enkel in zijn geheel gebruikt worden, dus niet
enkele delen wel en andere niet.
C. Geschillen van een onderneming TEGEN een niet-ondernemer
- Als een onderneming zijn boekhouding wil gebruiken tegen een consument heeft de
boekhouding geen bewijswaarde.
Procedureel gebruik van de boekhouding
Openlegging boekhouding kan worden bevolen door de rechtbank op verzoek van een partij
of ambtshalve. Ze kunnen ook maatregelen nemen ter waarborg van vertrouwelijkheid (“Ik
leg mijn boekhouding openop voorwaarde dat dit vertrouwd blijft”)
2. De factuur
- Het is altijdeen geschreven stuk
- Een bevestiging van een vordering in geld wegens de levering van goederen of diensten
- het is opgesteld door de leverancier
- Aan de klant bezorgd
- Het moet voldoen aan de BTW-wetgeving
BTW-wetgeving
Algemene verplichte vermeldingen op een factuur
1. Het woord 'factuur'
2. Datum en volgnummer van factuur
, 3. De identiteit van jouw onderneming. Bijkomend als je een vennootschap hebt: het woord
rechtspersonenregister of de afkorting RPR.
4. Het nummer van jouw bankrekening
5. De datum van het belastbare feit of de datum van de ontvangst van (een deel van) de prijs
6. Beschrijving en hoeveelheid van de geleverde goederen, alle gegevens om de aard van de
verrichte handeling te kunnen vaststellen. Let op: de vermelding moet voldoende
gedetailleerd zijn!
7. Prijs
8. Het percentage en het bedrag van de verschuldigde btw
9. Eventueel de aanduiding van de reden van vrijstelling wanneer de gefactureerde niet aan
de btw onderworpen is
10. Een verwijzing naar voorgaande facturen, wanneer voor eenzelfde handeling meerder
facturen of stukken worden opgemaakt;
11. Het vermelden van jouw algemene voorwaarden op de factuur is niet verplicht, maar je
doet er toch goed aan ze mee op te nemen op de achterzijde
Bijzondere verplichte vermeldingen op een factuur
1. ‘btw verlegd’, indien de btw verschuldigd is door de medecontractant
2. ‘ factuur uitgereikt door afnemer’, in het geval van self-billing
3. ‘vrijgesteld van btw op grond van artikel …’, indien de handeling vrijgesteld is van btw.
4. Bijzondere vermeldingen opgelegd door de wetgeving ( verkoop van kunstvoorwerpen,
antiquiteiten, motorvoertuigen, reisbureaus, gebruikte goederen
Wanneer ben je verplicht om een factuur uit te reiken.
1. Bij het leveren van goederen of diensten in het kader van uw beroep aan een btw-
plichtige of aan een niet btw-plichtige rechtspersoon
2. Bij een verkoop op afstand aan een niet btw-plichtige
3. Wanneer de belasting opeisbaar wordt vooraleer een levering van een goed of een dienst
als bedoeld onder de vorige alinea’s wordt verricht
4. Bij de levering van nieuwe vervoermiddelen die door de verkoper, door de afnemer of
voor hun rekening naar de afnemer worden verzonden of vervoerd buiten België, maar
binnen de Gemeenschap
5. Bij de volgende leveringen (zelfs als de klant een natuurlijk persoon is die privé handelt):
HET IS NIET VERPLICHT ALS: je een goed of dienst levert aan natuurlijke personen di!e ze
bestemmen voor privégebruik.
Bijzonder bewijsmiddel
= Een aanvaarde factuur kan als bewijs dienen voor de achterliggende overeenkomst tegen
een onderneming.
Gebruik factuur als bewijs
A. De klant gebruikt de factuur als bewijs tegen de leverancier
De leverancier-ondernemer bewijst de door hemzelf opgestelde factuur de daarin
opgenomen overeenkomst. Dat geld voor alle klanten (onderneming of niet)