Samenvatting bouwtechnieken
Les 1: Intro
4 stappen:
1. Vraag - duurzaamheid
- Duurzame ontwikkeling. Omvat 4 met elkaar verbonden domeinen: economie, ecologie, politiek en cultuur.
- Manieren om duurzaamheid te bevorderen: andere manieren van leven, het bevorderen van bepaalde economische
sectoren, wetenschap gebruiken om nieuwe duurzame technologieën te ontwikkelen.
- De 3 pijlers van duurzaam bouwen: de ecologische dimensie, de sociale dimensie en de economische dimensie.
Ecoloische aspecten Sociale aspecten Economische aspecten
• Klimaatveranderingen: • Welzijn van de gebruikers :
• Financiering en beheer :
- broeikasgassen - binnenklimaat en comfort
- analyse van de gebruiksfuncties
- verzuring - ruimtebeleving
- risicoanalyse
- ozondepletie - gezondheid en gebruiksvriendelijkheid
• Toegankelijkheid : het gebouw en zijn • Levenscycluswaarde :
• Biodiversiteit : vermesting omgeving levenscycluskosten
• Behoud van de biodiversiteit • Openbaar vervoer • Gebouwwaarde en aanpasbaarheid
• Voetpaden en fietspaden • Onderhoudsvriendelijkheid
• Grondstoffen : oorsprong en • Sociale en culturele waarde: lokale
gebruik van materialen tewerkstelling en sociale voorzieningen • Externe factoren : gebruik van lokaal
• Afvalpreventie • Ethisch aankoopbeleid geproduceerde producten en diensten
• Watergebruik • Impact op de buurt • Imago van het gebouw
• Ruimte- en landgebrui • Esthetische gebouwkwaliteit
Milieubeheer en -risico's Veiligheid van het gebouw en zijn omgeving /
Ruimtelijk uitvoeringsplan/ RUP = een plan waarmee de overheid in een bepaald gebied de bodembestemming vastlegt.
2. Antwoord
- Planologie: de inrichting van de ruimte, de ruimtelijke ordening, hoe deze met beleid kan worden verbeterd. Bvb.
bestemmingsplannen, structuurvisies of tracébesluiten.
Heeft te maken met sociale geografie, economie, milieukunde, verkeers- en vervoerskunde, planeconomie en zelfs met
psychologie en sociologie. Gebruik van cartografie, ecologie, hydrologie, bodemkunde, demografie, statistiek en
sociologie.
Bij inrichting van een ruimte: Economische groei of voor milieubelangen?
Leefbaarheid tegen de noodzaak van economische ontwikkeling.
,3. Gebruik
- De Trias ecologica:
1. Beperk je vraag zo veel mogelijk
2. Kies voor hernieuwbare en/of onuitputtelijke oplossingen
3. Gebruik eindige bronnen zo efficiënt mogelijk
- Categorieën onderhoud aan gebouwen zijn:
• Reactief: dwang of drang
• Proactief: op basis van bekendheid met of kennis van het gebouw met terrein en installaties
• Additief: op basis van een tactisch of strategisch plan, daarmee iets toevoegen naast het reguliere onderhoud
4. Return
Les 2: Concept
Buitenomgeving
- Macroklimaat: Een groot gebied op aarde. Het klimaat = het gemiddelde van de temperatuur en neerslag gedurende
30 jaar. Vele microklimaten te vinden, de omstandigheden kunnen veel anders zijn dan in het macroklimaat.
- Mesoklimaat: bergen en dalen = verschillende mesoklimaten op hun hellingen. Temperatuur afnemen met de hoogte,
neerslag toenemen. Een kant van een berg zal de meeste neerslag opvangen, de andere kant ligt hierdoor in de
regenschaduw en is veel droger. In hoeverre staat een berghelling of dal bloot aan overheersende wind- en zonrichting.
Koude winden en warme valwinden beïnvloeden het microklimaat. Gebergten = klimatologische omstandigheden in
enkele kilometers kunnen extreem verschillen.
- Microklimaat: een zeer lokaal klimaat dat verschilt met het omringende klimaat. Bvb. een stad, bossen, een tuin…
Menselijke omgeving
- Een persoon in rust = 100 watt. Bij sportprestatie = 500 watt. Korte pieken tot 1000 watt
- Vochtproductie in een wonings:
• De verse lucht die we inademen = ongeveer 0,04% CO2 en 0,66% water
• De lucht die we uitademen = ongeveer 4% CO2 en 6,2% water
• De uitgeademde lucht = 100 keer meer CO2 en 10 keer meer waterdamp
- Ademhaling van een gezin (4p) = ongeveer 12 liter water per dag = een emmer water. Nog + koken, baden, zweten…
- De mens van Vitruvius; de gulden snede; de modulor; de rij van Fibonacci
, Gebouwde omgeving
4 onderzoeksthema’s
1. Gebouwmethodiek:
- Logische opbouw in de constructie van verschillende bouwonderdelen tot een bouwgeheel, rekening houdend met
bouwfysica, bouwtechniek ,bouwstabiliteit.
- Bovengronds bouwgeheel, ondergronds bouwgeheel.
- 2 principes:
• Massiefbouw: gespreid, vlakkensturctuur, wanden, staande en liggende vlakken, lijnlast
• Skeletbouw: gebundeld, lijnstructuur, kolommen, balken, lijnen en ribben, puntlast
2. Bouwfysica
- Rekening houdend met:
• temperatuur: thermische isolatie binnen/buiten, natuurlijke/kunstmatige warmte,
vereiste/optredende warmte, overtollige warmte
• vocht: regen, sneeuw, grondvocht, condensatie, bouwvocht, vereiste/optredende vocht, ventilatie
• geluid
• licht (natuurlijk of kunstmatig)
• wind
- Warmteoverdracht:
• radiatie/straling = een stof wordt opgewarmd door een warmtebron zonder aanraking. Wat
zich tussen de stof en de warmtebron bevindt warmt niet/nauwelijks op
• convectie = warmtestroming in gassen en vloeistoffen, bij verschil in dichtheid en
temperatuur. De verticale voortplanting van warmte waarbij de warmste gas of vloeistof stijgt en de koudste daalt
• conductie = geleiding. Warmteoverdracht tussen 2 stoffen met contact en zonder beweging
- Thermische massa/warmtecapaciteit = het vermogen van materie om warmte op te nemen en vast te houden. De
hoeveelheid energie (Joule) die nodig is om de temperatuur van een kilogram materie één graad te doen stijgen. Hoe
zwaarder een materiaal, hoe meer energie en warmte het kan opslaan. De opgeslagen warmte wordt geleidelijk aan
terug afgegeven en zorgt voor een milder binnenklimaat.