Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Gezinspedagogiek College 1-3 €2,99   Ajouter au panier

Notes de cours

Gezinspedagogiek College 1-3

1 vérifier
 122 vues  0 achat
  • Cours
  • Établissement

Aantekeningen van college 1-3 van Gezinspedagogiek. Stof voor deeltentamen A. Universiteit Leiden, .

Aperçu 2 sur 21  pages

  • 21 janvier 2016
  • 21
  • 2015/2016
  • Notes de cours
  • Inconnu
  • Toutes les classes

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: dolwin62 • 6 année de cela

avatar-seller
Gezinspedagogiek College 1


Wie of wat bepaalt hoe een kind zich ontwikkeld?
Fenotype wordt bepaald door genen (g), unieke omgeving (e) of gedeelde omgeving (c)?


Gedragsgenetica bekijkt de invloed van genen (nature) en omgeving (nurture) op het fenotype.
99,8% is gemeenschappelijke genen. 0,2% van de genen zorgt voor verschillen.


Genen en omgeving kunnen elkaar versterken. Assortative mating betekent dat ouders misschien ook op
elkaar lijken (soort zoekt soort), dus je krijgt een versterkte werking van genen en omgeving.


Er is een correlatie tussen genen en omgeving.
 Kind kiest omgeving die bij hem past.
 Omgeving kan uitkomst van een gen versterken.
 Genetische bagage van het kind roept reacties uit de omgeving op.
 Er is sociale interactie met genetisch verwante personen. Je lijkt op broertjes en zusjes door genen,
maar ook door de gezamenlijke omgeving.
 Genen kunnen zorgen voor ontvankelijkheid voor omgevingsfactoren
(vb. baby's die wel/geen gen hebben dat zorgt voor opname stof borstvoeding).


Kinderen die vatbaarder zijn voor omgevingsinvloeden laten negatieve ontwikkeling zien in ongunstige
opvoedingsomstandigheden en een extra positieve ontwikkeling gunstige opvoedingsomgevingen.


De drie gebieden beïnvloeden elkaar.
 Ouders (c) kiezen welke vrienden een kind heeft (e).
 Differentiële ontvankelijkheid (g) heeft invloed op het effect dat de ouders hebben op het kind (c).
 Monozygote tweeling (g) lokt een bepaalde opvoeding uit (c).


Voor het bepalen van de genetische component wordt gekeken naar verschillen tussen eeneiige en
tweeiige tweelingen. Veel verschil tussen correlaties? Grote genetische component.


Mensen zijn sterk gelijk aan chimpansees en bonobo's.
Darwin en natuurlijke selectie theorie: betere aanpassing = blijven leven.
Familiesystemen zijn flexibel, cultureel divers en ze passen zich ecologisch en economisch aan.

, Het begin van gezinnen wordt gelinkt aan het ontstaan van dorpen, toen mensen zich gingen settelen op
één vaste plek in plaats van rond te trekken. In West-Europa is er sinds de Middeleeuwen sprake van een
kerngezin: twee generaties, 4-5 mensen, weinig inwoning van ongehuwde familieleden of personeel.


Waarom waren er vroeger vooral kleine gezinnen?
 Er was een hoge huwelijksleeftijd, omdat eerst een vak geleerd moest worden. Er werd pas
getrouwd wanneer de man een eigen bedrijfje had opgebouwd.
 Neolokaal vestigingspatroon. Eerst je eigen plek creëren, dan pas trouwen.
 Weinig inwoning van familie en personeel.
 Hoge sterfte op jonge leeftijd (vaak waren grootouders al overleden voor geboorte kleinkind).
 Parigenituur: alle kinderen erven gelijk. Iedereen had de middelen om een eigen gezin te stichten.


Rijke vrouwen kregen soms meer kinderen doordat zij een min hun baby’s borstvoeding lieten geven.
Hierdoor waren de vrouwen zelf weer sneller vruchtbaar.


Eind 19e eeuw verbeterde de hygiëne en daalde het sterftecijfer. Krotten werden opgeruimd en er
kwamen beter huizen. Er kwamen consultatiebureaus waar informatie werd verstrekt. Dit resulteerde in
een daling van sterftecijfers van zuigelingen en kinderen. Hierdoor nam de omvang van huishoudens toe.
 Door de komst van de fabrieken in de stad hoefden mensen minder lang te leren voor een vak en
hoefden zij niet eerst zelf een bedrijfje op te bouwen. Hierdoor werd meer en jonger getrouwd.
 De kerk was tegen het ontbloten van de borst, waardoor moeders eerder stopten met borstvoeding.
Hierdoor waren zij weer sneller vruchtbaar en kwamen er nog meer kinderen.
 Er was geen geboortebeperking, maar dit resulteerde in armoede (veel kinderen, te weinig
inkomsten). Later wel geboortebeperking, dus afname van het aantal kinderen.


Begin 20ste eeuw was er een ‘mental hygiene movement’. Er kwam interesse in mentale gezondheid en
de link met medische klachten. Er moest gelet worden op vroege jeugd. Clifford Beers (1876-1943) was
een ex-psychiatrische patiënt, die wilde kijken hoe hulp beter kon.


Er was een toename van de interesse in de ontwikkeling van kinderen.
 Voor 1900: opvoeding stuurt gedrag van het kind bij.
 Na 1900: opvoeding kan een kind mentaal gezond maken of mentaal beschadigen.
 Moeder verantwoordelijk voor de uitkomst.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anoukvanhelden. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99
  • (1)
  Ajouter