Dit document is een samenvatting voor het vak Beleidsontwerp, zoals deze gegeven wordt in de master Sociologie aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Het omvat een uitwerking van de drie hoorcolleges die stof zijn voor de Mid-Term, samen met de vijf hoofdstukken uit het boek van Howlett, de twee h...
Beleidsontwerp 2022-2023
Week 1. Introductie
Hoorcollege 1. Introductie
Beleid is dat wat de overheid wel of niet besluit te doen. Onder beleid vallen mede de doelen en de
middelen om deze doelen te bereiken. Beleid bestaat op meerdere niveaus, zoals governance mode,
policy regime en programme setting. Voor beleid maken we onderscheid tussen policy goals en policy
means. Policy goals zijn de beleidsdoelen die gepoogd behaald te worden. Policy means zijn de
technieken die gebruikt worden om de beleidsdoelen te bereiken.
Voorbeeld. Nieuwkomers. Het doel van het beleid is om nieuwkomers zo snel mogelijk aan het werk
en uit de uitkering te krijgen. Het middel hiertoe is nieuw arbeidsmarktbeleid voor de desbetreffende
nieuwkomers. Dit beleid kan vervolgens onderverdeeld worden in een aantal deelplannen en
activiteiten die uitgevoerd moeten worden om het beleidsdoel te kunnen halen. Zo kan er sprake zijn
van een Persoonlijk Inburgeringsplan, het leren van de taal d.m.v. taalcursussen, een
inburgeringsexamen, et cetera.
Een sociologische blik op beleid en bijbehorende beleidsproblemen is onmisbaar. De sociologie richt
zich namelijk op maatschappelijke vraagstukken zoals ongelijkheid en cohesie en de vraag hoe sociale
welvaart wordt geproduceerd. Beleid betreft onder andere een poging om de sociale welvaart van
groepen en individuen te verhogen, wat sociologie erg relevant maakt. Overigens lukt het niet altijd
om de welvaart te verhogen, de oorzaak daarvan kan ook in het beleidsontwerp liggen.
De sociologie is bij beleid dus van belang om de oorzaken van de problemen te verklaren. Daarnaast
geeft sociologisch onderzoek inzicht in de processen en randvoorwaarden die bijdragen aan sociale
welvaart en onmisbaar zijn bij beleidsontwerp.
Beleidsontwerp
Beleidsontwerp is een bewuste en doelgerichte inspanning om beleidsdoelen te formuleren en
deze te koppelen aan beleidsinstrumenten zodat deze doelen bereikt worden.
Beleidsontwerp vindt plaats via:
- Het verzamelen van kennis over de uitkomsten van het gebruik van beleidsinstrumenten
- Het analyseren van de relevantie van beleidsintrumenten voor het creëren en uitvoeren van
beleid, gericht op het bereiken van specifieke beleidsdoelen en aspiraties.
- Het gebruik van logica, bewijs en argumenten zodat er beredeneerd en goed onderbouw beleid
geformuleerd wordt = evidence-based beleid. Het beleid is dus theorie-gestuurd en
beleidsmakers kunnen beredeneren hoe iets zou moeten werken.
Beleidsontwerp bestaat uit een substantief en een procedureel element:
- Substantive element; dat wat inhoudelijk nodig is om het probleem aan te pakken.
- Procedural element; de processen en activiteiten die nodig zijn om alles te coördineren.
Howlett benadrukt dat het belangrijk is om te blijven analyseren. De analyse van de mogelijkheden
van verschillende beleidsinstrumenten en bronnen om gedrags- en andere mechanismen in werking te
zetten bij de doelgroepen is hierbij heel erg belangrijk. Beleidsinstrumenten zijn de
technieken/instrumenten die ingezet kunnen worden bij beleidsimplementatie.
Voorbeeld. Nudges. Nudges zijn bijna onbewuste dingen die een individu een duwtje in de goede,
gewenste richting geven. Het is dus een instrument om gedrag te doen veranderen, bijna onbewust.
Er moet rekening worden gehouden met het feit dat er sprake is van contextgebondheid
,Onzekerheden bij beleidsontwerp
Een beleidsmaker heeft te maken met ‘tame’ en ‘wicked’ problems. Tame problems zijn problemen
waar beleidsmakers mee te maken krijgen, waarvan de oorzaken, gevolgen en de middelen om het
probleem aan te pakken bekend zijn. Bij Wicked problems zijn deze oorzaken, gevolgen en middelen
daarentegen onbekend. Dat betekent dat er sprake is van veel onzekerheid.
Er is ook vaak veel onzekerheid over de kwaliteit van de
beschikbare kennis en de zogenaamde ‘kracht’ van het
bewijs voor effectief en efficiënt beleid. Als
beleidsmaker heb je bijna nooit alle beschikbare
informatie en kennis voorhanden die je zou willen
hebben. daarnaast moet een beleidsmaker altijd rekening
houden met waardengeladenheid met betrekking tot
beleidskeuzes. Zo is er altijd sprake van verschillende
perspectieven op de waarde van kennis, informatie en
argumenten.
Er is dus sprake van zowel ‘technische’ als politieke
onzekerheid en onzekerheid met betrekking tot
kosten/bronnen, doelgroepengedrag en effectiviteit van
de combinatie van instrumenten.
Effecten van internationalisering en de vernetwerking van de wereld
De wereld heeft te maken gehad met globalisering, wat betekent dat een land steeds meer
internationaal georiënteerd raakt. Deze globalisering betreft een nieuwe belangrijke context, maar is
niet allesbepalend. In de jaren ’50 bestond het idee van een sterke overheid, waarin de overheid dé
baas was van het beleid. De wereld is vandaag de dag van steeds grotere invloed geworden, maar
landen en regeringen hebben nog steeds sterke autoriteit.
,Beleid komt vrijwel nooit helemaal nieuw tot stand. Er is bijna altijd sprake van padafhankelijkheid.
Dit betekent dat oud beleid veelal wordt aangepast, in plaats van dat deze volledig vervangen wordt.
Ervaringen met en geschiedenis van beleid speelt dus altijd een grote rol. We spreken ook wel van
‘Adaptive Policy Making’: we passen beleid aan, maken niet volledig nieuw beleid.
Bij beleidsontwerp krijgen beleidsmakers vaak genoeg te maken met onbedoelde gevolgen door
inconsistenties en spanningen. Zo kunnen bepaalde beleidsinstrumenten botsen en leiden tot
onbedoelde gevolgen.
Nieuwe benaderingen van beleidsontwerp erkennen dat beleid veelal gemaakt wordt in
omstandigheden waarin er verder gewerkt wordt op al bestaande fundaties van beleid en dat er
gewerkt wordt onder suboptimale omstandigheden. Er is sprake van een ‘contextual lock-in’ die de
mogelijkheden van een overheid beperken.
Deze ‘lock-in’ kan het formuleringsproces beïnvloeden door de mogelijkheden van regeringen te
beperkingen om alternatieven te evalueren. ‘Layering’ is een typisch resultaat van een lock-in. Bij
‘Layering’ worden enkele aspecten van al bestaand beleid aangepast of gewoonweg toegevoegd aan
het beleid, vaak zonder dat oudere elementen verwijderd worden. Dit proces kan dus onderscheiden
worden van processen waarin beleid volledig vervangen wordt. Layering kan leiden tot inconsistenties
en botsingen binnen het beleid.
Beleidsmakers kunnen aan ‘packaging’ doen bij nieuw beleid, of aan ‘patching’ van oud beleid. In
situaties met aanzienlijke beleidserfenis, proberen ontwerpers vaak bestaande beleidselementen te
‘patchen’ of te herstructureren in plaats van volledig nieuwe alternatieven voor te stellen. Dan ligt
alleen ‘patching’ op tafel, niet vervanging.
, Literatuur week 1. Howlett Chapter 1, 2 en 3
Howlett (2019). Chapter 1. Understanding the role of policy design in contemporary
policy-making
Er bestaan vele obstakels bij het ontwerpen en implementeren van effectief beleid. Beleid faalt
bijvoorbeeld vanwege slechte ontwerpen die onvoldoende rekening houden met complexiteiten, wat
leidt tot slechte beslissingen en ineffectieve uitvoering van beleid.
Beleidsontwerp omvat de bewuste en weloverwogen inspanning om beleidsdoelen te definiëren en
deze instrumenteel in kaart te brengen voor beleidsinstrumenten die erop gericht zijn die beleidsdoelen
te bereiken. Het gaat dus om het formuleren van onder ander activiteiten zoals het verzamelen van
kennis over de resultaten van het gebruik van bepaalde beleidsinstrumenten en het analyseren van de
relevantie van deze instrumenten, voor het creëren en implementeren van beleid om beleidsdoelen en
ambities te bereiken.
De oorsprong van beleidsontwerpstudies kan worden herleid tot de wortels van de
beleidswetenschappen, die het algemene idee omarmden om betere resultaten te bereiken door onder
andere beleidsalternatieven te evalueren. Deze vroege studies besteedden weinig aandacht aan de
beleidsontwikkelings- of formuleringskwesties die recente studies meer kenmerken.
Binnen de eerste generatie van beleidsontwerpstudies werd aangenomen dat de historische
institutionele context waarbinnen beleid gemaakt wordt, veel invloed heeft op zowel de inhoud als de
activiteiten van beleidsontwerpen. Een verandering in beleidsontwerp werd dan ook vaak begrepen als
het resultaat van bredere veranderingen in beleidsinstellingen waarin de bestaande ontwerpen ingebed
waren. Er was dus sprake van een zogenaamde reactieve oriëntatie op beleidsontwerpen. De overheid
kan beslissen welk beleid ze moet formuleren als onderdeel van een langetermijnprogramma en beslis
om kwesties aan te pakken die zij op dat moment belangrijk acht. Of ze kunnen reageren op externe
druk en gebeurtenissen, zoals wat er op dit moment gebeurt in Europa omtrent energiebeleid.
Sommige wetenschappers waren vanwege deze inbedding en reactieve oriëntatie sceptisch over de
vraag of beleid ooit daadwerkelijk zou kunnen worden ontworpen op een afstandelijke manier, wat
volgens geleerden nodig zou zijn. Er zou sprake zijn van irrationaliteit die een goede analyse van
kennis en de praktijken in de weg zou staan. Critici stellen dat het formuleringsproces van
beleidsontwerp erg contingent, partijdig en subjectief is.
Anderen stellen dat er een te grote nadruk ligt op de onvoorspelbare contextualiteit en het irrationele
gedrag van beleidsmakers. Onderwerpen zouden min of meer onafhankelijk van de context worden
geformuleerd kunnen worden en kunnen naar behoefte worden aangepast. Het wordt dan vergeleken
met het aanpassen van plannen voor gebouwen, die kunnen worden aangepast aan bijvoorbeeld
financiële beperkingen en bestemmingsplannen.
Het huidige denken over beleidsontwerp wordt gedomineerd door de ontwerpen te behandelen als
complexe entiteiten die zijn samengesteld uit meerdere elementen waarvan sommige elementen op een
ad hoc manier zijn ontstaan, terwijl andere elementen zijn geformuleerd met meer zorg voor bewijs en
logica van oorzaken en gevolgen.
De instrumentenoriëntatie in beleidsstudies
In hedendaagse beleidsstudies wordt ‘ontwerp’ geassocieerd met zowel de analyse van de
beleidsinstrumenten en de uitvoering daarvan, als met de studie van het effect van beleidsadviezen en
ideeën over het proces van beleidsvorming die leiden tot de goedkeurig van bepaalde soorten
beleidsontwerpen onder specifieke omstandigheden. Beleidsontwerpen worden dan opgevat als:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur cadeboer. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.