H1: Inleiding
Filosofie ethiek / moraalfilosofie (goede daad)
rechtsfilosofie (goede wetten)
politieke filosofie (goede samenleving)
Doel: het oplossen v normatieve problemen
- Gaat over of een bepaalde handeling, regel, toestand of maatregel toegelaten (mogen), verplicht
(moeten) of verboden (niet mogen) moet worden
- Dagelijkse onderwerpen v in kranten
o bv. ‘moeten burgers stemmen tijdens verkiezingen?’
- Rationele argumentatie (beredeneerd)
Gerelateerde of ongerelateerde normatieve problemen:
- Gerelateerde: sociale rollen en natuurlijke determinanten zijn bepalend voor oplossing v/h probleem
o Afstand, plaats, tijd, middelen, hulpbronnen…
- Ongerelateerde:: het probleem heeft betrekking op alle mensen,, ongeacht hun sociale rol of de
natuurlijke determinanten
o “mag je een wapen dragen?” ; “mag abortus?”
Onberedeneerde oplossingen:
- Geloof ‘wil van God’
o dilemma van Euthyphro:
Euthyphro: hij wil zijn vader aanklagen voor moord omdat hij een slaaf liet
sterven en zegt dat dit moreel verantwoord is, het is in overeenstemming m/d wil v/d
goden. Socrates stelt hierop de vraag of het niet zo is dat de goden gedrag voorschrijven
omdat het op zichzelf
ichzelf moreel is
we kunnen rechtsreeks ons gedrag laten leiden door redenen die onafhankelijk zijn v God,
God is dus overbodig om het verschil tussen moreel verantwoord en immoreel gedrag te
leren kennen
- Emoties, instincten, intuïties
o Ongenoegen over morele
m emoties
Homofobie, lijfstraffen
o Grenzen v morele intuïties
Geen of onduidelijk antwoord bij nieuwe problemen
o Democratie vraagt rechtvaardiging
Motiveringsverplichting
- Feitelijke toestand
o naturalistische drogreden:
drogreden: men verwart begrijpen of verklaren m rechtvaardigen
(normatief oordeel)
1
,Beredeneerde oplossingen:
- Baseren op logische argumenten en wetenschappelijke feiten
- Ook al is het moeilijk te aanvaarden / schokkend / gevaarlijk / …
o bv. incest; Westermarck effect: hoe langer met elkaar opgroeien, hoe minder seksuele
aantrekking
Utilitarisme v Jeremy Betham (morele clausule)
Streed tegen folteringen, lijfstraffen, doodstraf… Ook vroeg hij zich af wat er mis was met vervloekte
seksuele praktijken die niemand schade berokkenen maar botsen op diepe gevoelens v walging en volkse
behoefte aan zuivering.
- Bv. zelfbevrediging, homoseksualiteit
Dissecties v/h lichaam leveren veel kennis op en gebalsemde lijken kunnen de levenden v nut bleven.
- Hij gaf zelf goede voorbeeld: gebalsemde lichaam nu in houten hokje in Londense University
College
Panopticon: ideaalgevangenis dat JB ontwikkelde (+ Vlaams tijdschrift voor criminologen)
Men is instrumenteel goed of slecht.
1. Hedonisme: geluk v mensen nastreven door plezier te vermeerderen en verdriet of pijn te verminderen
- nutbalans is becijferbaar nutbalans is moeilijk becijferbaar
- kijkt niet naar principes (gelijkheid, vrijheid…) maar naar ‘wie wordt er gelukkig van’ (calculus)
- bv. dierenleed in agro-industrie ; dwergwerpen
2. Consequentialisme:
- Alleen rekening houden met gevolgen botst met diepe intuïties
- Bv. Moeder Theresa (“God heeft pijn gecreëerd, onderga deze pijn dan ook”) tegen
farmaceutisch bedrijf dat pijnstillers maakt pijnstillers “winnen” want pijnloos als gevolg dus
beter
- Bv. tramdilemma: onpersoonlijk dilemma: je doet niets ; persoonlijk dilemma: je moet zelf iets
doen om de rest te redden
3. Nominalisme:
- Alleen individuele nutbalansen moral monstruosity (morele intuïties)
- Bv. groepsverkrachting: het genot v alle mannen is meer dan de pijn v 1 vrouw dus het zou
goed zijn
“The greatest happiness of the greatest number”
Probleem:
Hoe kan je de hoeveelheid geluk / pijn / genot bepalen?
Deontologisme v Immanuel Kant (morele plicht)
- Intentiemoraal: de intentie telt, niet het gevolg gevolgen kunnen heel belangrijk zijn
- Intrinsiek goed of slecht? keuzevrijheid, iets is enkel intrinsiek wanneer je er iets aan kan
doen: ought implies can zonder vrije wil, geen moraal
- Niets kan intrinsiek goed of slecht zijn als je niet de vrijheid hebt om er zelf voor te kiezen.
- Radicale plichtenmoraal: absolute & universele beginselen zijn er wel universele beginselen?
Normatieve controverses toetsen aan de categorische imperatief: “handel steeds in overeenstemming m
die regels waarvan je kunt willen dat het een universele wet wordt.”
- Handel steeds zo op wijze waarvan je zou willen dat iedereen zo zou handelen (specifieke keuze
– algemene wet) een morel plicht is nooit vrijblijvend
2
, - Handel steeds zo dat je je medemens nooit louter als middel maar ook altijd als doel beschouwt
(doel – middel) respect voor menselijke waardigheid is basisplicht
John Rawl: de rationele wil & onwetenheidssluier (gedachte-experiment helpt om na te gaan welke
beginselen mensen aanvaarden)
Gedachte-experiment: fictieve mensen onderhandelen over de grondslagen v/e toekomstige samenleving.
Deze mensen waren in een ruimtetuig onderweg naar een leefbare planeet, maar niemand wist hoe deze
eruit zag en wat er te vinden was. Deze onwetenheidssluier zette de onderhandelaars ertoe aan om af te
zien v particuliere belangen, ze waren verplicht om een onpartijdig standpunt in te nemen. Ze spraken
enkele vrijheden af (religie etc.) Maar ze denken niet alleen aan het vermeerderen v hun kansen, ze willen
ook rechten die hen beschermen tegen ongeluk en pech. De kansen zijn immer willekeurig verdeeld. Een
ongelijke verdeling v middelen kan alleen gerechtvaardigd worden i/h voordeel v/d minst begunstigde
(difference principle). De onderhandelaars zijn in hun situatie bijzonder gevoelig voor nare gevolgen v pech
en tegenslag, eerder dan dat ze ernaar streven om hun geluk uit te buiten. Ze dekken zich liever in de
negatieve risico’s dan ze speculeren op de positieve.
Liever vermijden v pech dan het optimaliseren v geluk
Beschermende rechten primeren boven optimaliserende vrijheden
Vb. v 3 kinderen en een fluit (Amarty Sen)
Anne is een muzikaal talent. Het is Bob zijn enige speelgoed. Carla maakte de fluit.
Wie mag de fluit meenemen?
- De utilitarist kiest voor Anne.
- De egalitarist kiest voor Bob.
- De libertarist kiest voor Carla.
3
, H2: Waardigheid
Menselijke waardigheid: onaantastbaar; iedereen heeft recht om menswaardig te leven…
zie wetteksten PowerPoint
Problemen en gevaren:
- paternalisme: ‘mensonwaardige’ media (fictie); verbod op dwergwerpen
- dubbel gebruik: draagmoederschap (kan niet in België, enkel familiaal)
draagmoeder: kweekmoeder; kind: koopwaar
kinderloze echtparen worden in sommige samenlevingen (bv. Senegal) beschouwd als
onvolwaardig lid
- dubbel gebruik: Alzheimer wekt libido op, grootvader (erg preuts) wil prostituee, vzw Aditi zorgt
voor seksmedewerker voor ouderen waardigheid: het zou tegen het respect v die persoon
zijn, “we kenden hem nooit zo”; waardigheid: hij is veranderd, het is zijn vraag
- Onenigheid over diepere mensenrechtelijke betekenis:
o tegenstanders: het is altijd te vervangen; het is een extra lading voor hoe sterk je voor of
tegen iets bent
o voorstanders: het voegt wel degelijk iets toe aan de mensenrechten
4 toepassingsgebieden:
1. verbod op onmenselijke behandeling bv. Art. 3 “niemand mag worden onderworpen aan folteringen
of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen” ( absoluut juridische wet)
- bv. lijfstraffen op school, afscheren v haren in de gevangenis; naar toilet gaan dat niet is
afgeschermd, smerige gevangenissen…
2. recht op menselijk bestaan (positief recht) (voor lange tijd, chronisch)
- bv. sociale zekerheid, gezondheidszorg, gezond leefmilieu, behoorlijke huisvesting
3. recht op zelfbeschikking (negatief recht): verbod voor een externe partij (bv. overheid) om tussen
te komen bij hoogstpersoonlijke beslissingen
- bv. bij recht op abortus / euthanasie
4. verbod op discriminatie
- bv. vroeger waren er sodomiewetten in Zuid-Afrika: wanneer je een homokoppel betrapte,
konden zij zwaar gestraft worden
Gemeenschappelijke kern:
1. verbod op onmenselijke handeling je wordt behandeld als een dier
- bv. haren afscheren zonder toestemmin kan/mag wel bij een hond, niet bij een mens
2. recht op menselijk bestaan men laat je leven als een wild dier
- bv. geen recht op ziekteverzekering, voedsel, huisvesting…
3. recht op zelfbeschikking je wordt behandeld als een kind
- bv. zie voorbeeld grootvader, vader zegt nee grootvader wordt als kind behandeld
4. verbod op discriminatie je wordt behandeld als onvolwaardig lid
- bv. het bestaan v sodomiewetten, Roma-zigeuners moeten naar een aparte school
reductie of herleiding tot iets minder dan een mens
1