Beknopte samenvatting van de lesstof 'Gewichtsconsulent in de praktijk'
23 vues 2 fois vendu
Cours
BGN Gewichtsconsulent
Établissement
BGN Gewichtsconsulent
Ultieme leidraad voor het examen over studieboek 'Gewichtsconsulent in de praktijk'. Ook te gebruiken bij interesse in een van de hierboven benoemde onderwerpen.
Hoofdstuk 1 Diabetes mellitus
Koolhydraten worden gesplitst in glucose, wat kan worden gebruikt als energiebron of
worden opgeslagen in de vorm van glycogeen. Insuline is nodig om glucose vanuit de
bloedbaan binnen een cel te krijgen.
Bij diabetes produceren de eilandjes van Langerhans geen of te weinig insuline of de
insuline is minder werkzaam. Het glucosegehalte stijgt en gaat over naar de urine. De eerste
verschijnselen zijn extreme dorst, veel plassen, moeheid en gewichtsverlies.
De cellen hebben niet voldoende glucose tot zijn beschikking dus gaan ze de vetten en
eiwitten aanspreken. Hierdoor komen er ketonen vrij, onder andere aceton. Te veel ketonen
in het bloed kan leiden tot keto-acidose en zonder behandeling raakt de patiënt in coma.
Glucagon zorgt ervoor dat glycogeen kan worden vrijgemaakt wanneer de
bloedsuikerspiegel te laag wordt.
Hyperglycemie = een te hoge bloedglucosewaarde
Hypoglycemie = een te lage bloedglucosewaarde
Bloedglucosegehalte kan worden gemeten in het lab = veneus plasma (zonder bloedcellen)
of middels een vingerprik = capillair volbloed (met bloedcellen). Wanneer de nuchtere
bloedglucosewaarde boven 6,0 mmol/l is, is er sprak van diabetes millitus. Bij enkel een
verhoogde bloedglucosewaarden (onder 7,0 nuchter en onder 11,0 na het eten) spreekt
men van een gestoorde glucosetolerantie.
We onderscheiden twee soorten klachten die optreden als gevolg van diabetes:
1. Microvasculaire complicaties – complicaties aan de ogen, nieren en perifere
zenuwen.
2. Macrovasculaire complicaties – hartaanval, hersenbloeding of beroerte.
Aandoeningen als gevolg van diabetes:
- Oogaandoeningen
- Hart- en vaatziekten
- Nieraandoeningen
- Voetproblemen
- Dementie
- Neuropathie = zenuwschade
- Verhoogde infectiegevoeligheid en tandvleesproblemen
Diabetes type 1 – auto-immuunziekte
De bètacellen in de alvleesklier worden door het eigen immuunsysteem vernietigd.
Een patiënt moet voor de rest van zijn leven de bloedsuiker reguleren en het lichaam
injecteren met insuline omdat de alvleesklier helemaal geen insuline meer zelf aanmaakt.
Er bestaan verschillende insulinesoorten waar de patiënt gebruik van kan maken om de
bloedsuikerspiegel gedurende de dag onder controle kan krijgen.
, 1. Superkortwerkende insuline – direct voor het eten gebruiken, werkt 4-5 uur.
2. Kortwerkende insuline – een halfuur tot kwartier voor de maaltijd, werkt 6-8 uur.
3. Middellangwerkende insuline – s’avonds gebruiken, maximaal effect na 4-8 uur en
werkt daarna nog enkele uren door.
4. Langwerkende insuline – werkt heel geleidelijk gedurende één dag.
5. Mix-insulines – combinatie van soorten, te gebruiken voor het ontbijt en
avondmaaltijd.
Hypo = wanneer de bloedsuikerspiegel te laag is geworden heeft gevolgen voor de patiënt:
- Zweten
- Trillen
- Duizelig
- Prikkelbaar
- Ongeconcentreerd
- Slecht zien
- Hoofdpijn
- Moe
- Bleek
- Hongerig
Hyper = wanneer de bloedsuikerspiegel te hoog is:
- Veel plassen
- Extreme dorst
- Vermoeidheid
Diabetes type 2
De alvleesklier produceert nog wel insuline maar de lichaamscellen zijn ongevoeliger
geworden voor insuline. De alvleesklier gaat hierdoor meer insuline produceren als reactie
en hyperinsulinemie ontstaat. De alvleesklier raakt uitgeput en insulineproductie neemt af.
Metabool syndroom (=voorstadium van diabetes type 2)
Wanneer 3 of meer risicofactoren aanwezig zijn:
1. Verhoogde middelomtrek (visceraal vet)
2. Hoge bloeddruk
3. Te laag HDL-cholesterol
4. Te hoog triglyceridegehalte
5. Verhoogde nuchtere bloedglucosewaarde (>5,7)
Naast de glucosestofwisseling is ook de vetstofwisseling uit balans.
Diabesitas = diabetes type 2 als gevolg van obesitas.
Behandeling
Stap 1 is een dieet om gewicht te verliezen. Stap 2 is bloedglucose verlagende medicatie
zoals Metformine. Produceert de alvleesklier nog minder insuline dan krijgt de patiënt SU-
derivaten. Deze medicijnen hebben als nadeel dat ze een hypo kunnen veroorzaken.
Stap 3 is insuline bijspuiten. Stap 4 is een maag-bypassoperatie (=maagverkleining).
, Zwangerschapsdiabetes = diabetes gravidarum
Tijdens de zwangerschap produceert de placenta hormonen die de werking van insuline
tegengaan en heeft dus meer insuline nodig. Als een vrouw tijdens de zwangerschap veel in
gewicht aankomt heeft zij meer kans om zwangerschapsdiabetes te krijgen. Deze verdwijnt
meteen na de bevalling.
De foetus reageert op diabetes door extra insuline aan te maken. Het geboortegewicht is
hoger en kan last krijgen van hypoglycemische aanvallen.
Dieetadvies diabetes type 2
Patiënt heeft vaak overgewicht – streven naar gewichtsverlies en cholesterol verlagen.
Dieetadvies diabetes type 1
Patiënt is vaak slank – streven naar een gelijkmatige koolhydraatverdeling over de dag en
inname van koolhydraten nauwkeurig bijhouden.
Algemeen advies
- Regelmatig (koolhydraten) eten om bloedsuiker stabiel te houden
- Verzadigd vet en transvet verminderen
- Zorgen voor een gezond gewicht
- Suiker verminderen
- Alcohol verminderen
- Voldoende vezels
- Cholesterolrijke voedingsmiddelen vermijden
Beweegadvies
Net zoals voor iedereen: 150 minuten per week matig intensief bewegen en minimaal 2 keer
per week spier- en botversterkende activiteiten. Bewegen vermindert de
insulineresistentie.
Wanneer een diabetespatiënt gaat sporten moeten extra koolhydraten worden ingenomen
om een hypo te voorkomen of de medicatie moet worden verlaagd.
Hoofdstuk 2 Hart- en vaatziekten
Hartfalen – organen en weefsel krijgen niet voldoende zuurstofrijk bloed aangeleverd.
1. Systolisch hartfalen – het samentrekken van het hart gebeurt minder krachtig
2. Diastolisch hartfalen – het hart ontspant niet goed tijdens de fase van rust
Hartfalen kan niet worden genezen maar klachten kunnen wel zoveel mogelijk worden
verminderd door medicatie, pacemaker, ICD en in uitzonderlijke gevallen harttransplantatie.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur pammroes. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.