Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Drugs en alcohol; Gebruik, misbruik en verslavi, ISBN: 9789031350599 Verslavingskunde €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Drugs en alcohol; Gebruik, misbruik en verslavi, ISBN: 9789031350599 Verslavingskunde

1 vérifier
 47 vues  4 achats
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting voor het eerste tentamen van de minor verslavingskunde op het Windesheim in Zwolle. In het tentamen zit alle toetsstof, uit het boek, de powerpoints en onderstaande artikelen: Artikel Carla de Bruijn Trimbos hoofdstuk 2 Ontwikkelingen in wetgeving en beleid

Aperçu 4 sur 56  pages

  • Non
  • 1,2,3,4,6,7,8,9,11,12,15,17,19,21
  • 26 septembre 2022
  • 56
  • 2022/2023
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: MilanSchuit • 10 mois de cela

avatar-seller
Drugs en alcohol

Hoofdstuk 1 Wat zijn drugs en hoe werken ze

1.1 Definitie drugs
Alcohol en drugs raken veel aspecten van het menselijk leven. Drugs hebben te maken met
genot, plezier, opwinding, inzichten in jezelf, maar ook met ruzie, verbod, straf, ziekte,
verslaving en zelfs dood. Drugs zijn stoffen die het normale functioneren van ons centrale
zenuwstelsel beïnvloeden. Zij veranderen de manier waarop de zenuwen en hersenen
werken, zodat iemand zich anders kan voelen en de wereld op een andere manier kan
ervaren. Er is sprake van drugs zodra het middel geen medisch doel dient.

De meeste drugs hebben een plantaardige oorsprong. Opium zit in de papaverplant, nicotine
in tabak, cocaïne in de cocaïnebladeren, THC in de hennepplant en psilocybine in sommige
paddenstoelen. Het lukte chemici om deze stoffen te isoleren en na te maken in een
laboratorium. Later konden er ook veranderingen aangemaakt worden in de chemische
structuur. Als dit gebeurt met de bedoeling om een nieuwe drug te maken, spreken we van
een designer drug. Chemische drugs zijn net zo schadelijk als plantaardige drugs. Een
voordeel van de chemische drugs is dat de dosis makkelijk te bepalen is.

1.2 Soorten drugs naar effect
Er zijn drie soorten drugs als zij ingedeeld worden naar effect. Drugs veroorzaken meestal
meerdere effecten en de effecten zijn ook afhankelijk van de dosis.
1. Verdovende middelen
Effect: Maken iemand blij, rustig en verminderen angst. Bij een kleine hoeveelheid
geeft het vaak een fit gevoel. Dit komt doordat gevoelens zoals vermoeidheid ook
gedoofd worden.
Middelen: Alcohol, opium, morfine, heroïne, slaap- en kalmeringsmiddelen.
Lichamelijke effecten: Vertraagde hartslag en ademhaling, spieren ontspannen,
kleine pupillen.
2. Stimulerende middelen
Effect: Energiek, alert, opgewekt, meer zelfvertrouwen, overmoedigheid, meer
concentratie.
Middelen: nicotine, cafeïne, cocaïne, efedra, amfetamine, xtc en khat.
Lichamelijke effecten: Versnelde hardslag en ademhaling, spieren spannen (kaken),
hoge bloeddruk, grote pupillen, vaker naar toilet.
3. Middelen die zintuigelijke ervaringen veranderen (hallucinatie/tripmiddelen)
Effect: Buitenwereld wordt anders waargenomen dan normaal, kleuren veranderen,
zintuigelijke waarnemingen lopen door elkaar.
Middelen: lsd, psilocybine bevattende paddenstoelen, sommige cactussoorten en
allerlei planten uit het tropisch regenwoud.
Lichamelijke effecten: Versnelde hartslag, hoge bloeddruk, pupillen verwijden,
zweten, misselijkheid.

1.2.1 Gedragingen
Van bepaalde gedragingen kunnen mensen ook in een roes raken, van bijvoorbeeld
hardlopen. Hierbij worden er stoffen in de hersenen aangemaakt die lijken op heroïne. Dit is
veel minder riskant. Wat wel riskant is zijn gedragingen die een even ernstige verslaving op
kunnen roepen, zoals gokken, gamen en internetten.

1.3 Betekenissen van drugsgebruik
De stoffen die we tegenwoordig als drugs beschouwen hebben in de loop van de
geschiedenis verschillende functies gehad.



1

,1.3.1 Gebruik van drugs bij religie
In veel oude religies werden drugs gebruikt. De gebruikte drugs warenplantaardig en hadden
meestal een waarneming veranderend effect. In dit kader worden ze wel ‘entheogene’ (het
goddelijke in jezelf realiserende) drugs genoemd. De drugs werden gebruikt om in contact te
komen met goden of om het inzicht in bepaalde problemen te vergroten. Gebruik in deze
gemeenschappen, onder toezicht en met regels, voorkomt vaak misbruik en problemen.

1.3.2 Gebruik van drugs als medicijn
De stoffen die nu als drugs gebruikt worden, zijn in het verleden gebruikt als medicijn.
Sommige drugs kennen nog steeds medische toepassingen.
- Cannabis als medicijn in Chinese geschriften
- Heroïne als kalmerend middel en tegen diarree en hoest
Drugs die nu nog als medicijn gebruikt worden, worden niet gegeven voor het bewustzijn
veranderende effect, maar om bijv. pijn tegen te gaan. Mocht dat wel gebeuren, wordt dit
gezien als bijwerking.
- Cannabis als middel tegen misselijkheid bij chemo en om eetlust te stimuleren
- Morfine tegen pijn
- Cocaïne als plaatselijke verdoving

1.3.3 Gebruik van drugs als voedsel of om prestaties te verhogen
Drugs kunnen ook als voedsel gebruikt worden. Cocabladeren worden door arme boeren
gekauwd tegen de honger. Alcohol levert calorieën op, maar geen voedingsstoffen. Drugs
kunnen als prestatie verbeterend middel gebruikt worden.

1.3.4 Gebruik van drugs als genotmiddel
Drugs kunnen gebruikt worden als genotsmiddel. Er is dan sprake van recreatief
druggebruik. Iemand kan alcohol of drugs gebruiken om te genieten van de smaak, om er
even uit te zijn, voor de gezelligheid en/of om wat makkelijker te praten. Soms willen
gebruikers ook echt in een roes raken, dronken, high of stoned, stronken of volkomen
ontspannen worden. Het gaat dan om het bereiken van een lichtzinnig, uitgelaten, euforisch
gevoel waarbij alle zorgen vergeten worden. Behalve als genotsmiddel worden drugs ook
wel gebruikt als middel om een groter inzicht in zichzelf of de wereld te krijgen. Met name
tripmiddelen worden hiervoor wel eens gebruikt.

1.4 Reden en motieven voor drugsgebruik
Reden om te beginnen met gebruik zijn nieuwsgierigheid, erbij willen horen. Beschikbaarheid
en aanbod hebben ook invloed. Vaak leidt nieuwsgierigheid tot een eenmalig experiment.
Mensen gebruiken om positieve en negatieve redenen. Gebruik om negatieve redenen is
veel riskanter dan om positieve redenen, verslaving ligt dan op de loer.

Omgevingsfactoren (beschikbaarheid, aanbod) en persoonlijke factoren (nieuwsgierigheid)
zijn dus bij het beginnen met druggebruik erg belangrijk. Bij doorgaan met gebruik worden
persoonlijke factoren steeds belangrijker.

1.5 Gebruikspatronen
Er zijn verschillende typen gebruikers.
1. De experimentele gebruiker is nieuwgierig, gebruik blijft bij enkele keren en er is
geen patroon in gebruik.
2. De recreatieve gebruiker kent het effect en is hier na opzoek, er is nog geen
patroon en het gebruik vindt onregelmatig plaats. Het gebruik heeft geen negatieve
gevolgen.
3. De gewoonte gebruiker gebruikt volgens een patroon, de gebruiker heeft controle
en kan verlangen overwinnen. Geen gevolgen voor het leven van de gebruiker.



2

, 4. De excessieve gebruiker gebruikt veel en regelmatig. Het gebruikt heeft gevolgen
voor school, werk, relaties en gezondheid. Er begint een verlangen naar de drugs te
ontstaan.
5. De verslaafde gebruiker verlangt naar het gebruik en hier kan geen weerstand
tegen geboden worden. Het gebruikt zorgt voor veel problemen en overheerst het
dagelijks leven. Stoppen is moeilijk.

1.6 Opname, werking en afbraak
1.6.1. Opname
Om de hersenen te kunnen bereiken moeten drugs eerst in de bloedbaan komen. De
snelheid waarmee drugs de hersenen bereiken bepaalt het verslavend effect. Reden
waarom roken van bijvoorbeeld cocaïne meer verslavend is dan bijvoorbeeld snuiven. Drugs
kunnen op verschillende manieren in het bloed komen:
- Eten, drinken of slikken. Via mond, maag, darmen en lever. Eerste deel wordt in de
lever al afgebroken (first-pass effect). Effect na 20 tot 30 minuten.
- Roken/inhaleren. Drugs als tabak, cannabis, heroïne en basecoke kunnen gerookt
of geïnhaleerd worden. Komt meteen in de kleine bloedsomloop en is de snelste
methode. Effect na 7 tot 10 seconden.
- Spuiten: Drugs als heroïne, cocaïne en amfetamine kunnen door spuiten in een ader
in de bloedbaan gebracht worden. Spuiten in het bloed heeft effect na 15 tot 30
seconden, in de huid of spier heeft effect na 3 tot 5 minuten.
- Snuiven: Drugs lost op in het neusslijmvlies en komt daarna in de bloedbaan. De
drugs bereiken de hersenen vrij snel, effect na enkele minuten.
- Absorberen via de huid: Drugs kan ook via de huid in het bloed komen, zoals bij
nicotinepleisters. Het wordt dan over lange tijd gelijkmatig afgegeven, effect treedt op
na 1 tot 2 dagen.

1.6.2. Verdeling over het lichaam
Eenmaal in de bloedbaan opgenomen, bereiken de drugs (moleculen)via de bloedsomloop
elk orgaan, weefsel en lichaamsvocht. Daar worden ze of genegeerd, opgeslagen (bijv. THC
in vetweefsel), afgebroken (lever) óf ze beïnvloeden de werking van het orgaan (cocaïne op
de hartspier). Belangrijk is dat de effecten van alcohol en drugs afhankelijk zijn van de
hoeveelheid bloed. Bij weinig bloed zijn de effecten op de organen en de hersenen sterker
dan bij veel bloed. Het lichaam bestaat voor 7,5% uit bloed. Drugs heeft meer invloed op
organen dan op spieren. Het bloed stroomt naar alle organen, ook de hersenen. De
hersenen hebben een dubbele cellaag, waardoor ze goed beschermd zijn. Drugs en alcohol
kunnen door deze laag heen.

1.6.3 Werking
Alcohol en drugs beïnvloeden de werking van de zenuwen, drugs beïnvloed de
prikkeloverdracht tussen de zenuwen. Zenuwen geven via neurotransmitters (chemische
stofjes) signalen aan elkaar door. Door drugs kunnen de neurotransmitters toe en afnemen,
waardoor de zenuwen minder geprikkeld worden.

1.6.4. Afbraak
De lever breekt de drugs af door middel van enzymen. Sommige drugs worden volledig
afgebroken, andere maar gedeeltelijk. Sommige drugs kunnen ook omgezet worden in
andere werkzame stoffen. Als een druk snel wordt afgebroken, zijn de effecten ook van
kortere duur. Factoren die hier invloed op hebben zijn:
- Leeftijd
- Etniciteit
- Gezondheid
- Sekse



3

, Halfwaardetijd is de tijd die het lichaam nodig heeft om de concentratie van een stof in het
bloed met de helft te verminderen.
Volgorde van afbreken (lang tot kort): Cannabis (THC wordt opgeslagen in vetweefsel en
langzaam afgebroken) XTC  (heroïne wordt) morfine

1.6.5. Uitscheiding
Uitscheiding gebeurt door de nieren, maar ook via transpiratie en ademhaling. Bij testen op
drugs wordt meestal getest op afbraakstoffen in de urine. De meeste drugs zijn 2 tot 4 dagen
aantoonbaar, bij GHB is dat 12 uur.

Nefronen: Filters van de nieren

1.7 Werking van de hersenen
1.7.1. Het zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel: Hersenen en ruggenmerg
Perifere zenuwstelsel: Ontvangt signalen en geeft deze door aan het centrale zenuwstelsel.
Bestaat uit een willekeurig en autonoom deel. Het willekeurige zenuwstelsel regelt de
bewegingen die je kan controleren. Het autonome zenuwstelsel regelt de bewegingen die
je niet onder controle hebt (hart).

1.7.2. De hersenen
Verslaving kan gezien worden als een aandoening van de hersenen. De hersenen bestaan
uit een oud primitief deel en een in evolutie ontwikkeld nieuw deel. Het oude deel bestaat
onder andere uit de hersenstam en de middenhersenen. Het beloningscentrum hoort bij het
oude deel. Het nieuwe deel (neocortex) is het rationele deel van de hersenen. Het zorgt
ervoor dat de mens informatie kan interpreteren, begrijpen en beoordelen.

Bij het ontstaan van verslaving zijn van belang:
- Het beloningscentrum. Hoe het beloningscentrum geprikkeld kan worden tot
prettige gevoelens verschilt per mens. Iemand met een slecht functionerend
beloningscentrum zal extra gevoelig zijn voor drugs.
- Het geheugen. Een herinnering aan vorig gebruik met een positieve ervaring kan
een craving oproepen.
- De nieuwe hersenen. Dit deel heeft als taak om conflicten tussen verlangen en
rationele overwegingen in goede banen te leiden. Bij verslaafden werkt dit deel
minder goed.

1.7.3. De prikkeloverdracht tussen zenuwen
Alcohol en drugs verstoren de prikkeloverdracht tussen zenuwen. De veranderende
neurotransmissie leidt tot een andere prikkeloverdracht dan normaal. Hierdoor wordt het
beloningscentrum extra geprikkeld.

Stapsgewijs gaat het proces van prikkeloverdracht als volgt:
1. De boodschap, het elektrische signaaltje, komt bij het uiteinde van het axon aan.
2. De zakjes aan het uiteinde van het axon gaan open en neurotransmitters komen vrij.
3. De neurotransmitters komen in de synaptische spleet terecht en steken deze over.
4. De neurotransmitters hechten zich aan de receptoren.
5. De elektrische lading van de dendriet verandert. De ontvangende zenuw zal harder of
juist minder hard gaan vuren.
6. De neurotransmitter koppelt zich los.
7. De neurotransmitter wordt afgebroken of:
8. De neurotransmitter wordt door de transporter naar de oorspronkelijke zenuw
teruggebracht.



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jolinavdmeulen3. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73091 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  4x  vendu
  • (1)
  Ajouter