Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Hoorcolleges Strafrechtelijke Sancties €6,44   Ajouter au panier

Notes de cours

Hoorcolleges Strafrechtelijke Sancties

 8 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Uitwerkingen van de hoorcolleges van Strafrechtelijke Sancties 2021/2022.

Aperçu 4 sur 41  pages

  • 27 septembre 2022
  • 41
  • 2021/2022
  • Notes de cours
  • Claessen
  • Toutes les classes
avatar-seller
Strafrechtelijke Sancties
Hoorcolleges
Universiteit Maastricht 2021-2022


Hoorcollege 1 – strafrechtstheorieën- en geschiedenis – Jacques Claessen.

Gedachte-experiment van John Rawls: creëer je ideale wereld van achter de ‘veil of
ignorance’. Dus zonder dat je ook maar iets weet over de plek die je in de samenleving zult
innemen. Hoe ziet jouw ideale samenleving eruit? En hoe ziet het strafrecht in jouw ideale
samenleving eruit? Je weet dus niet of je slachtoffer of dader zult zijn.

Strafrechtelijke sancties:
 Straffen
 Maatregelen
Je vindt deze in het Wetboek van Strafrecht.

Moet de strafrechter een sanctie opleggen? Het beslissingsmodel ex. art. 348/250 Sv die de
rechter gebruikt bij de beantwoording van deze vraag.

De 4 voorvragen ex. art. 348 Sv:
1. Is de dagvaarding geldig? (JA)
2. Is de rechter bevoegd? (JA)
3. Is het OM ontvankelijk? (JA)
4. Zijn er redenen voor schorsing van de vervolging? (NEE)

De 4 hoofdvragen ex. art. 350 Sv:
1. Is het tenlastegelegde te bewijzen? (JA)
2. Is het bewezenverklaarde te kwalificeren? (JA)
3. Zijn er rechtvaardigingsgronden? (NEE)
4. Zijn er schulduitsluitingsgronden? (NEE)

Zijn de antwoorden zoals hierboven aangegeven? Dan is er een rechterlijke overtuiging, het
feit kan bewezen worden. Dan komt men bij de vraag: ‘Moet er een sanctie worden
opgelegd?’ Moet de rechter een sanctie opleggen? Nee, zie het rechterlijke pardon in art. 9A
Sr. Voorbeeld hiervan is HR Eierschaalschedel arrest. Kijkend naar art. 351 Sv zou je echter
denken dat de rechter wel een sanctie moet opleggen. Het klinkt vrij dwingend. Toch is dit
niet verplicht ex. art. 9A Sr. Kijk goed naar de criteria, deze zijn ook relevant bij de
strafmotivering. Deze ‘uitzondering’ komt echter niet heel vaak voor.

Art. 9A Sr – het rechterlijk pardon:
1. De geringe ernst van het feit
2. De persoon van de dader
3. De omstandigheden waaronder het feit is begaan, dan wel die zich nadien hebben
voorgedaan


1

,Sanctiesoort, sanctiemodaliteit en sanctiemaat
- Sanctiesoort – hierbij moet een onderscheid gemaakt worden tussen straffen en
maatregelen.
o Straffen: gevangenisstraf, taakstraf, geldboete & hechtenis.
o Maatregelen: TBS en ISD (Inrichting van Stelselmatige Daders).
- Sanctiemodaliteit – dit houdt in of een sanctie voorwaardelijk of onvoorwaardelijk is.
- Sanctiemaat – de hoogte van de sanctie.


Sanctiedoelen
Wat zijn de doelen die je kunt nastreven?
 Vergelding  kan meerdere doelen hebben:
o Ter uitboeting
o Ter herstel van de status quo ante
o Ter herstel van het kosten-batenevenwicht
o Ter expressie van morele afkeuring
o Ter bevrediging van wraakgevoelens

 Preventie  het voorkomen van nieuwe criminaliteit. Hoe?
o Ter afschrikking
o Ter normversterking (door bestraffen bevestig je de norm)
o Ter resocialisatie
o Ter onschadelijkmaking
o Ter voorkoming van eigenrichting

 Herstel  speelt geen rol bij straffen, wel bij maatregelen. Bij straffen speelt
vergelding een rol, bij maatregelen niet.


Sanctiecomponenten
¥ Straffen – vergeldings- en preventiecomponent
¥ Maatregelen – preventie- en herstelcomponent: geen vergeldingscomponent

Waar komt dit vandaan? HR Melk- en Water (NJ 14 februari 1916) arrest: “geen straf zonder
schuld”. Je kunt alleen gestraft worden, als jou een verwijt kan worden gemaakt.
- Straffen = vergelden = het intentioneel leed toevoegen.
- Schuld = verwijtbaarheid.

Kan je dan wel een maatregel opgelegd worden in bepaalde gevallen? In bepaalde gevallen
kun je iemand die geen verwijt kan worden gemaakt, wel een maatregel opleggen.


In Nederland kennen we echter niet het adagium “straf naar de mate van schuld”. Dit kun je
niet zeggen. Dit geldt niet automatisch. Je zou in beginsel wel denken: hoe meer schuld, hoe
zwaarder de straf. De HR heeft gezegd dat wij deze regel echter niet hanteren. Aan de hand
van welke criteria bepaal je dan de straf? Die drie criteria staan in art. 9A Sr.


2

,Straftoemetingsschuld – die bepaal je aan de hand van:
- De ernst van het feit
- De schuld van de dader
- De omstandigheden van het geval
Het kan heel goed zijn dat iemand een heel ernstig feit heeft gepleegd, maar weinig schuld
toekomt bijvoorbeeld. Dan kan iemand toch een hele hoge straf krijgen. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan de toerekeningsvatbaarheid van iemand.

Ontoerekeningsvatbaarheid: 5-puntsschaal  3-puntsschaal:
 Geheel toerekeningsvatbaar
 Licht verminderd toerekeningsvatbaar
 Verminderd toerekeningsvatbaar
 Ernstig verminderd toerekeningsvatbaar
 Geheel ontoerekeningsvatbaar (= schulduitsluitingsgrond)


Straffen (art. 9 t/m 36 Sr)
¥ Hoofdstraffen:
o Gevangenis (art. 1 t/m 16, 21, 26 t/m 27a en 35 Sr)
o Hechtenis (art. 18-19, 21, 26 t/m 27a en 35 Sr)
o Taakstraf (art. 22b t/m 22k Sr)
o Geldboete (art. 23 t/m 24c Sr)

¥ Bijkomende straffen:
o Ontzetting van bepaalde rechten (art. 28 t/m 32 Sr)
o Verbeurdverklaring (art. 33-34 Sr)
o Openbaarmaking van rechterlijke uitspraak (art. 36 Sr)

Art. 9 Sr: welke sancties kun je combineren?
I. Lid 1 – opsomming hoofdstraffen en bijkomende straffen.
II. Lid 2 – in plaats van een vrijheidsstraf of een geldboete kan een taakstraf worden
opgelegd, behoudens in bij de wet bepaalde gevallen (art. 22b Sr).
III. Lid 3 – naast een vrijheidsstraf of een taakstraf kan tevens een geldboete worden
opgelegd.
IV. Lid 4 – naast een vrijheidsstraf van maximaal 6 maanden kan tevens een taakstraf
worden opgelegd.
V. Lid 5 – een bijkomende straf kan zowel afzonderlijk als tezamen met hoofdstraffen en
andere bijkomende straffen worden opgelegd.

Dat een taakstraf kan worden opgelegd vind je eigenlijk nooit terug bij een delict in het
Wetboek van Strafrecht. De wetgever heeft ervoor gekozen dit in art. 9 Sr op te lossen.

De gevangenisstraf
Deze kan tijdelijk of levenslang worden opgelegd.
- Tijdelijke gevangenisstraf duurt minimaal 1 dag, en maximaal het aantal jaren dat als
maximum in de wet op een bepaalt delict is gesteld. De maximale tijdelijke


3

, gevangenisstraf is 30 jaar. Er bestaat ook een ‘bijzonder maximum’. Bij bijzondere
delicten is dat bijzondere maximum 30 jaar of levenslang.
- Levenslange gevangenisstraf = levenslang.

Meer info over de voorwaardelijke veroordeling en de voorwaardelijke invrijheidsstelling.




Er gaat het een en ander veranderen. De politiek gaat zich er mee bemoeien. Het voorstel
dat er nu ligt is: maximaal 2 jaar de voorwaardelijke invrijheidsstelling. Dus als je dan 18 jaar
krijgt, heb je 2 jaar VI, en 16 jaar ‘zitten’.

Het Regeerakkoord Rutte II hebben ook nog een ander voorstel over de voorwaardelijke
invrijheidsstelling.


Maatregelen (art. 36a t/m 38z Sr)
 Onttrekking aan het verkeer (art. 36b t/m 36d Sr)
 Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel (‘Pluk-ze’) (art. 36 e Sr)
 Schadevergoedingsmaatregel (art. 36f Sr)
 Plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis (art. 37 Sr)
 Terbeschikkingstelling (TBS) (art. 37a t/m 38lb Sr)
 Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) (art. 38m t/m 38u Sr)
 Vrijheidsbeperkende maatregel (art. 38v t/m 38ij Sr)
 ‘Levenslang’ toezicht op ex-zeden- en geweldsdeliquenten (art. 38z Sr)


De geschiedenis van het strafrecht
Hierbij kijken we naar de mythe over Orestes in tragedievorm: Aischylos’ Oresteia in 457 v.
Chr. Wat is het belang van het verhaal vanuit juridisch perspectief? Drie relevante zaken uit
dit verhaal:
I. De overgang van het privaat strafrecht naar een publiek strafrecht.
II. De overgang van private wraakneming (bloedwraak) naar redelijke en humane
rechtspraak.
III. De overgang als ‘mijlpaal in de beschavingsgeschiedenis van het recht’.

Drie belangrijke vragen:

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mirtehaanappel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,44. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

62890 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,44  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter