Naam geneesmiddel werkingsmechanisme Indicatie Nevenwerkingen Bijzonderheden
5-Hydroxytryptamine Binding aan 5-HT receptoren: Aanwezig in lichaam:
(Serotonine) - Toename GI motiliteit - GIS (90%): ECC en plexus myentericus
- BV: VC (GSC grotere vaten), VD (arteriolen via ETC, NO) - BP
- BP aggregatie (sensitisatie) - CZS
- Stimulatie nociceptieve neuronen
- CZS: excitatie en inhibitie
GIIb/GIIIa rec. antagonist (AL) - Preventie en behandeling MI en - Preventie: secundair (atherosclerose),
Abciximab (fibrinogeenreceptorantagonist) Inhibitie BP CVA - Risico op bloedingen tertiar: na eerder MI, herseninfarct
aggregatie
- Na coronaire bypass, PTCA - Zeer krachtige plaatjesremmer
- Agonist muscarine receptoren
M1: CZS, pariëtale cellen
M2: hart, CZS
M3: klieren, GSC contractie, VD (via NO uit
Acetylcholine
ETC)
- Agonist nicotine receptoren
ganglia OS en PS, motorische eindplaat DG
spieren, bijnier
Binding aan A-rec.: Vrijgesteld bij ischemie (bv. MI)
- VD (hypotensie) A-rec. AG: Theofylline
- Inhibitie AV geleiding, inotropie (anti-arrythmisch
effect)
Adenosine
- Inhibitie BP aggregatie
- Bronchoconstrictie (via GSC en MC)
- Neuroprotectie
(inhibitie NT release bv glutamaat in CZS)
ADP Binding 2PY rec.: BP aggregatie 2PY rec AG: Clopidogrel
- Hartstilstand Zie effecten OS
- Asthma (noodtoestand) - VC, hypertensie
- Anafylactische shock - Tachcardie of reflex bradycardie
Adrenaline α en ß receptor agonist ß > α):
- Verlenging werking locale
- Aritmieën
anesthetica
- Hyperglycemie
Inhibitie xanthine-oxidase inhibitie synthese Nauwelijks (GIS, huiduitslag,
Allopurinol Jicht (chronisch)
urinezuur bloeding,…)
Pagina 1 van 36
,Naam geneesmiddel werkingsmechanisme Indicatie Nevenwerkingen Bijzonderheden
Fibrinolyticum (synthetisch t-PA) - MI (binnen 12u)
activatie plasminogeen tot plasmine klieving
- Herseninfarct (binnen 3u) Stolsel gericht (grote affiniteit voor fibrine)
Alteplase fibrine trombolyse Risico op bloedingen (GIS, hersenen)
geen actief plasmine in circulatie
- DVT, longembool
- Openen van canules, shunts
- Effect als indirect sympaticomimeticum
Stimulatie CZS Narcolepsie (= slaapstoornis) - Hypertensie teniet gedaan door depletie NA (reserpine:
verhindert transport NA naar vesikels)
- Potentiëring door MAO inhibitoren nog
ADHD, hyperactieve kinderen - Tachycardie
meer hypertensie
Indirect sympaticomimeticum: - Bronchodilatatie
Amfetamine
- Opname via uptake 1 (NET) verdringt NA uit
vesikels in neuronen afgebroken door MAO of
- Constipatie
lekkage uit neuron waardoor binding aan receptor
mogelijk
- Inhibitie MAO (inhibitie afbraak NA) - Insomnia
- inhibitie NET (inhibitie reuptake NA) - Remming eetlust
- Acute psychose (hoge dosis)
- Dependentie (euforie)
Pagina 2 van 36
,Naam geneesmiddel werkingsmechanisme Indicatie Nevenwerkingen Bijzonderheden
Aspirine Irreversibele inhibitie COX-1 en 2 Hoge dosis: Gerelateerd aan inhibitie COX-1: - NSAID
- GIS: aantasting maagwand nausea,
(Acetylsalicylzuur) - Acute pijn (Analgeticum) - Sterk eerste passage effect
braken, diarree,…
- Lage dosis: anti-trombotisch (selectief
- Acute of chronische inflammatie voor COX-1 in BP door eerste passage
Verminderde synthese PGs : - Risico op bloeding (GI bloedverlies)
(anti-inflammatoir) effect en irreversiebele inhibitie: BP kan
geen nieuw COX-1 synthetiseren)
- AKI bij patienten met zeer actief RAAS - Hoge dosis: analgetisch, anti-
- Minder VD en minder oedeem - Koorts (antipyreticum)
(hartfalen, diureticagebruik) inflammatoir, antipyretisch
- Hypertensie (door inhibitie COX-2 oa in
- Minder sensitisering van perifere nociceptieve macula densa) verhoogd risico op CV
neuronen (voor bradykinine, serotonine, histamine,…) aandoeningen (trombose, MI) bij
chronisch gebruik
- Minder koorts (minder PGE2) Lage dosis: want kunnen hypertensie veroorzaken
- Neutraliseren werking anti-
- Preventie en behandeling MI en
hypertensieve middelen (bv ACE-
CVA
inhibitoren)
- Asthma-aanval bij ‘aspirine-gevoelige’
Verminderde synthese TXA2 in BP: - Na coronaire bypass, PTCA
patiënten
- Inhibitie plaatjesaggregatie
- Jicht (acuut) Niet gerelateerd aan inhibitie COX-1:
- Analgetica nefropathie
- Hyperkaliëmie
- Huiduitslag
- verdringing sterk plasma-eiwit
gebonden farmaca (orale
anticoagulantie, orale anticiabetica)
risico op bloedingen, hypoglycemische
coma)
- Salicylisme (tinnitus, vertigo,
gehoorsverlies, braken) bij overdosis
- Syndroom van Reye bij hoge dosis (bij
toediening aan kinderen met virale
infecties)
Pagina 3 van 36
, Naam geneesmiddel werkingsmechanisme Indicatie Nevenwerkingen Bijzonderheden
- Hypertensie - Bradycardie, hartfalen
- Angina pectoris - Vermoeidheid
- Hartfalen Minder (door ß2 binding): Minder nevenwerkingen als propanolol!
Atenolol ß1-antagonist (cardioselectief)
- Myocardinfarct - Bronchoconstrictie (ihb bronchoconstrictie en hartfalen)
- Aritmieën - Hypoglycemie
- Angst - Koude extremiteiten
- Quaternaire ammoniumverbinding
niet door BHB, slechte absorptie, snelle
excretie
Competitieve nAChR antagonist (thv motorische BD daling (acitvatie mestcel
Atracurium Anesthesie (spierverslappers) - snelle werking (2-3min)
eindplaat) spierverlamming histamine VD)
- Contra-indicatie: myasthenia gravis
- Blokkering opgeheven door
cholinesteraseremmers (neostigmine)
Binding aan 2PX en 2PY rec: Komt vrij uit beschadigde cellen
- Activatie ontstekingscellen Wordt snel omgezet tot ADP en Adenosine
ATP
- Neurotransmitter, co-transmitter (CZS en PZS)
- Premedicatie voor anesthesie
(vermindering kliersecreten en
reflectoire bronchoconstrictie door - Tertiaire ammoniumverbinding door
Competitieve mAChR antagonist: Zie werking:
anesthesie daling risico BHB
postoperatieve pneumonie en LW
obstructie)
- Inhibitie kliersecreties (speeksel, tranen, bronchi, Droge mond, tachycardie
- Gastrokineticum - Cave glaucoom!
Atropine neus, maagzuur) (hartkloppingen), constipatie, dysurie,…
- Mydriaticum en cycloplegicum
- Tachycardie (geen BD wijziging)
bij oogonderzoek
- Oog: mydriasis, cycloplegie - Ziekte van Parkinson
- GIS: daling motiliteit en tonus
- Relaxatie GSC (blaas, bronchi,…)
- CZS: vermindering tremoren en rigiditeit bij Parkinson
Pagina 4 van 36