Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Microbiologie, complete samenvatting €6,49
Ajouter au panier

Resume

Microbiologie, complete samenvatting

 48 vues  1 fois vendu

Samenvatting van het vak Microbiologie

Aperçu 3 sur 24  pages

  • 28 septembre 2022
  • 24
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (6)
avatar-seller
liesbetdh
Microbiologie
 1. Inleiding
- 1.1 Werkgebied van de microbiologie
 Microbiologie: de wetenschap die bouw en levensverrichtingen van de M.O. bestudeert
 M.O.: organismen die uitsluitend met een microscoop te zien zijn
 M.O. die uit 1 enkele cel of celcluster bestaan samen met virussen
 M.O. cellen zijn onafhankelijk van andere cellen wat betreft levensprocessen  macro-O.
 Groepen micro-organismen:
o Protozoa/ eencelligen
o Wieren/ algae
o Slijmzwammen/ myxomyceten
o Gisten
o Bacteriën (prokaryoten): bacteriën en Archaea (oerbacteriën)
o Virussen (geen cellen)
o Prionen en viroiden (geen cellen)
 Functies voor ons:
o Pathogenen, ziekte veroorzakende kiemen
o Bederfprocessen
o Onschadelijke / commensalen
o Nuttige (bereidingen, verteringsproces, milieu: verwerking van afval, biotechnologische toepas.)
- 1.2 Geschiedenis van de microbiologie
 De oudheid:
o Toen al quarantaine
o Hippocrates wist van uitwasemingen
o Verwijzen naar hygiene
 Ontdekking M.O.
o Uitvinden microscoop (Hooke)  bestuderen schimmels
o Leeuwenhook: zelf m.s. gemaakt  bacteriën
 uitvinder m.s., grondlegger microbiologie
o Abiogenesis: generatio spontanae (levende organismes ontstaan uit dode materie)
o Biogenesis: kiemtheorie
 17e spontane generatieleer geldt niet voor macro-O.
 Met experimenten bewezen dat biogenesis klopt (Louis Pasteur)
 De microbiologie als wetenschap
o Louis Pasteur: 1ste studies over fermentatie, bewees biogenesis,
bewees via zwanenhalskolf, relatie infectieziekten en bacteriën, immuniteit (vaccin)

, De medische microbiologie: relatie M.O. en ziekte
o Robert Koch: bewijs dat M.O. ziektes kunnen veroorzaken
1. het pathogene organisme aanwezig in elk ziek dier
en afwezig in elk gezond dier
2. de pathogeen moest geisoleerd worden
en groeien in zuivere cultuur
3. geisoleerde pathogeen veroorzaakt ziekte
wanneer toegediend aan gezond dier
4. pathogeen moet opnieuw geisoleerd worden
als zuivere cultuur uit het geinoculeerde dier
en dezelfde zijn als het oorspronkelijke organisme
o Rober Koch: Duitse arts
 Grondlegger (medishe) bacteriologie
 Nobelprijs
 Tuberculine-test (opsporen tuberculose)
 Ontdekte verwekker van tuberculose en cholera
 B. anthracis: miltvuur
 Microscopische onderzoekstechnieken
 Kweken op vaste voedingsbodems, aanmaken reinculturen
 De medische microbiologie
o Studie van de immuniteit
o Ontwikkeling ervan nauw verweven met deze van de medische microbiologie
o Vaststelling: mensen die ene infectieziekte hadden doorstaan waren immuun
 Mens/ dier beschermen door immuniteit op te wekken via opzettelijke besmetting met
verzwakte kiemen van de ziekteverwekker = principe van de vaccinatie
 Jenner (koepokken vaccinatie)
 Pasteur (vaccin tegen pluimveecholera, miltvuur, hondsdolheid)
 Rober Koch (vaccin tegen runderpest)
 Behring ( difterie antitoxine)
o Begin 20e: ontdekking van stoffen die bacteriën kunnen doden of remmen in hun groei
 Fleming (peniciline)
 Indeling van de levende wereld
o Taxon: domein ingevoerd als hoogste taxonomische niveau
 3 domeinen- en 6 rijkensysteem
 Bacteria
 Archae
 Eukaryoten

,  2. Celbouw van het M.O.

- Algemeen: prokaryoten versus eukaryoten
 Celdifferentiatie: verschillende soorten cellen die elk een andere functie vervullen
 M.O. meestal eencellig
 Verschil tussen Bacteria en Archaea: bij Archaea in celwand is geen peptidoglycaan aanwezig, vooral in
extreme omgevingen aanwezig i.p.v. in alle omgevingen


Prokaryoot Eukaryoot
Pro-karyos = voor de kern Eu-karyos = echte kern
Primitieve interne structuren Complexe interne structuren
Kleiner Groter
Bacteria en Arhaea Eucarya
Bacterien en Archaea Planten, dieren, algen, fungi, protozoa en slijmzwammen
Nucleoid en plasmide (1 chromosoom) DNA in chromosomen in een celkern, mitochndria, E.R., lysosoom
Eenvoudige structuur Ingewikkelde structuur met veel celorganellen
70 ribosomen 80 rybosomen
Kapsel meestal aanwezig Geen kapsel aanwezig
Celwand aanwezig Celwand afwezig of door cellulose

- Kern/ kernmateriaal
 Genoom: drager van de genetische info/erfelijke eigenschappen van de cel, bestaat uit genen,
georganiseerd in chromosoom
 Bij eukaryote: 1 of meerdere kernlichaampjes en soms meerkernig, genetisch diploid (mitose en meiose)
 Bij prokaryote: 1 cirkelvormig chromosoom (nucleoid) en genetisch haploid (mitose)
naakt DNA = plasmiden (kan geen genen bevatten met selectief voordeel)
 Genotype: volledige beschrijving van genetische info van de cel, totaal aantal erfelijke eigenschappen
 Fenotype: totaal aan uiterlijke kenmerken
 Nucleotide: fosfaatgroep (Po4 ^-3), een C5 suiker (desoxyribose) en base (heterocyclische N-verbinding)
 Purines derivaten: Adenine (T/U) en Guanine (C)
 Pyrimidine dericaten: Thymine (A), Cytosine (G) en Uracil (A)
 A-T 2H bruggen
 C-G 3H bruggen
- Cytoplasma
 Inhoud cel-kern
 Omsloten door celmembraan = cytoplasmatisch membraan
 Bevat een colloidale substantie: water, allerlei stofffen en subcellulaire deeltjes
- Subcellulaire deeltjes en structuren
 Mitochondriën (p): omgeven door dubbel membraan; binnenste geplooid (cristae)
 Ademhaling/ respiratie  oxidatieve fosforilatie (bij prok. E door cytoplasmatisch membraan)
 Chloroplasten (p): wieren en planten  bevatten chlorofyl – granum  thylakoid in stroma
 Chromoplasten (e): cyanobacteriën/blauwwieren (eenvoudige structuur)  ook fotosynthese
 Chromatoforen (e): bij fotosynthetische bacteriën  bevatten bacteriochlorofyl (eenvoudige structuur)
 Endoplasmatisch reticulum(e): kanaliseren in het cytoplasma met verbinding celmembraan-cytoplasma-kern
 R.E.R.: eiwit aanmaak en nieuw membraanmateriaal (transport naar kern voor celdeling)
 S.E.R.: aanmaak vetten
 Transport in de cel van eiwitten en vetten
 Ribosomen: bevat rRNA en eiwitten (ribonucleïnecomplexen), trioplet/ codon bepaalt 1 A.Z.
 DNA replicatie (DNA-polymerase) mRNA transcriptie  tRNA translatie  eiwit

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur liesbetdh. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53022 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté