Dit document bevat een volledige samenvatting van het vak 'statistiek 1'.
Dit is inclusief eigen notities, aanvullingen van het boek en VEEL VERDUIDELIJKENDE VOORBEELDOEFENINGEN.
Soorten statistiek :
1. beschrijvende statistiek
= geg. voorgesteld via kengetallen/grafische presentatie
→ betrekking op kerngetallen v/d steekproef
2. inductieve statistiek
= adhv steekproefgeg. iets besluiten over populatie
= wat betekenen steekproefresultaten in relatie tot de populatie?
→ betrekking op parameters v/d populatie
→ schattingsproblemen
steekproefstatistiek parameter (µ)
gem. v/d steekproef gem.v/d populatie
kennen we niet, kunnen enkel schatten binnen
bep. grenzen obv steekproefgemiddelde
(= schattingsprobleem)
→ niet altijd hetzelfde
1.2 Dit is onderzoek
Voorwaarden van onderzoek
1) doel : obv waarnemingen ware & alg. uitspraken doen over de werkelijkheid
2) uitspraak : - algemeen, niet persoonlijk
- werkelijkheid (echte pers/plaatsen)
- geen vooroordelen
- probabilistisch en niet deterministisch
Uitspraak = bewering waarin 1/++ obj. een eigenschap wordt toegeschreven
bv. Jan is ziek : betrekking op individu, niet algemeen
bv. Assepoester is lang ongelukkig geweest : geen werkelijkheid + betrekking op individu
bv. Bomen hebben een stam
bv. Mannen zijn gemiddeld intelligenter dan vrouwen
,Verband ‘waarneming en werkelijkheid’ :
‘Behaviour manifest’ - Watson ‘13
= psychologie ; enkel wetensch. als enkel bezighoudt met waarneembaar gedrag
⇒ verdwijnen van introspectie (= vragen nr ervaringen v. proefpersoon)
→ nu : ook onwaarneembare zaken kunnen onderwerpen zijn bv. emoties
Wanneer is onderzoek wetenschappelijk?
1) objectief : geen vooroordelen
2) controleerbaar : anderen kunnen exact opnieuw uitvoeren want manier is
3) herhaalbaar : moet opnieuw gedaan kunnen worden
4) systematisch : aansluitend + logische volgorde bv. niet eerst gegevens verzamelen en dan
pas literatuuronderzoek
Onderscheid deterministisch/probalistisch
Deterministische uitspraak = altijd toegepast, iedereen en overal
Probabilistische uitspraak = afhankelijk v. persoonlijke eig. &/of situationele omstandigheden
Soorten variabelen
je gaat steeds onderzoek doen naar het verband tussen 2 dingen (variabelen). Uw afhankelijke
variabele is hetgene waar je dingen over wil weten. (bv. gamegedrag van kinderen). Uw
onafhankelijke variabele is hetgene dat invloed heeft op uw afhankelijke variabele. ‘leeftijd’ is
bijvoorbeeld een afhankelijke variabele aangezien een verschil in leeftijd ook een verschil in
gamegedrag zal hebben.
onafhankelijke afhankelijke
= oorzaak v. versch. in afh. variabelen = wat je bestudeert
→ socio-eco (geslacht, grootte gezin,..) → verschil = gevolg v. versch. in onafh. variabele
→ constante dus niet wijzigen → geen constante dus wel wijzigen
vooronderzoek
hoe? straatinterviews / vragenlijsten nr intentie v. prosociaal
gedrag
besluit besluit : 90%/++ zou verloren brief posten, zelfs bij
invloed v. externe factoren
, onafh. variabelen : 1) regio vindplaats (2 keuzes)
2) vindplaats (2 keuzes)
3) adres bestemming (2 keuzes)
4) wijze van toevoeging postzegel (3 keuzes)
→ 2 x 2 x 2 x 3 - design
besluit onafh. variabelen hebben invloed
Soorten experiment :
1. groepsvergelijkende experimenten (between subjects design)
= deelnemers onderworpen aan verschillende condities : gedrag wordt vergeleken
2. experiment met herhaalde metingen (within subjects design)
= repeated measures design
= dezelfde deelnemers worden onderworpen aan opeenvolgende condities
→ proefpersonen voor en na gemeten : verandering van uitslag wordt toegeschreven aan
experimentele blootstelling v/d proefpersonen : afhankelijke steekproeven
1.3.2. veldonderzoek/survey-onderzoek/enquêteonderzoek
= geen manipulatie van variabelen maar reeks vragen/tests aan steekproef
Vraag v/d goede afspiegeling : is steekproeftrekking representatief vr populatie?
Waarom moeilijk om causale relaties vast te stellen? (Hume)
- tijdruimtelijke structuur van oorzaak en gevolg
- oorzaak dient vooraf te gaan aan het gevolg
- gevolg zal nooit optreden zonder het voorkomen van de oorzaak
- alle andere mogelijke verklaringen zijn uitgesloten (cf derde factor) (John Stuart Mill)
bv. borstimplantaten en depressie : geen directe oorzaak-gevolg dus nog een derde variabele
(zelfbeeld) → we kunnen niet spreken over causale verbanden
John Stuart Mill :
“ we kunnen slechts spreken over causale relaties tss variabelen door een vergelijking te maken tss
twee gecontroleerde condities : één waarin de oorzaak voorkomt en één waarin de oorzaak niet
voorkomt “
Waarom toch zoveel gebruik van survey-onderzoek?
manipuleren van sommige variabelen is ethisch niet aanvaardbaar / praktisch onmogelijk
1.4 Fasen in onderzoek :
1. vraagstelling
2. literatuuronderzoek
3. operationalisering
4. steekproefopzet
5. verzamelen van de gegevens
6. beschrijven en analyse van de resultaten
7. rapportage
, FASE 1 : VRAAGSTELLING
→ vloeit voort uit de theorie / concreet probleem
- fundamenteel onderzoek
- toegepast onderzoek
→ vraag nr secundaire gegevens (=vaststellingen andere onderzoekers)
vraag nr primaire gegevens (via experiment/survey-onderzoek)
→ - specificatie begrippen
- niet oordelend
Types van vragen :
1. voorkomen van iets
2. verschillen tss groepen
3. samenhang
FASE 2 : LITERATUURONDERZOEK
Wat is er reeds gepubliceerd over dit onderwerp?
Voordeel tijdschriftartikels
via internet : gigantische schat aan info meteen beschikbaar
FASE 3 : OPERATIONALISERING
→ operationalisering v. begrip tot meetbare variabele (= concretisering v. begrip)
→ voorbereiding : kwalitatief onderzoek nuttig (likertschaal)
kiezen soort onderzoek : survey of experimentele opzet?
FASE 4 : STEEKPROEFOPZET
populatie (N) = alle individuen waar we een uitspraak over willen doen (alle testen?)
steekproef (n) = selectie van individuen uit de populatie (hoe selecteren?)
→ want : alle personen ondervragen : niet haalbaar tenzij noodzaak/kleine populatie (= census)
→ sneller + goedkoper
→ bepalen dmv steekproeftrekking :
ASELECT : elk individu evenveel kans vr steekproef NIET ASELECT : niet evenveel kans
voordelen 1. generalisering naar de populatie is mogelijk 1. goedkoop
2. veel statistische technieken zijn mogelijk 2. snel
3. hoeveel proefpersonen? 3. geschikt voor verkennend onderzoek +
testen v. meetinstrumenten
nadelen 1. levert geografisch verspreide individuen op met
bijkomende kosten + tijdsinvestering
2. kan wel of niet leiden tot representatieve steekproef
3. mogelijk probleem ivm representativiteit bij kleine
steekproeven
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yanahagens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.