Dit document omvat alle lessen en de reader van het vak instructiepsychologie en technologie. Met deze samenvatting behaalde ik een 15/20 voor dit vak.
Examen: gesloten boekexamen op 6 punten bestaat uit 12 meerkeuze vragen met 1 antwoordalternatief, met
giscorrectief
Instructiepsychologie en- technologie
Inleiding – algemeen kader cursus (GEEN EXAMENVRAGEN HIEROVER, niet vanbuiten)
- Leren en onderwijzen: 3 te onderscheiden maar niet te scheiden niveau’s
o Micro
o Meso
o Macro
- Inleiding: maatschappelijke inbedding van lezen en onderwijzen
o Kennisexplosie en verouderde kennis
o Informatisering en technologisering
o Globalisering, internationalisering, mondialisering
o Levenslang en levensbreed leren
o Competentiegericht leren
o Multimediale maatschappij en beeldcultuur
Inleiding – aandacht door lezen
- Onderwijsgevende (leerresultaten nastreven)
o Ontwerpen
o Implementeren
o Evalueren
= onderwijsleeromgeving
- Leerprocessen en leerresultaten (competenties die beklijvend zijn en getransformeerd worden en
spontaan en passend gebruikt worden
- Doel onderwijs = leren ondersteunen → belang van inzicht in ‘leren’
BASIS – LEREN (DEEL 1)
Visies op cognitie, leren en onderwijzen
1. Associationisme / Behaviouristische visie
- Invloedrijke benadering 20ste eeuw - ook vandaag nog
- Leren = blijvende verandering in het gedrag als gevolg van een reactie van de lerende op
gebeurtenissen in de omgeving
- Stimulus → (black box) → Respons
o Kijken niet naar wat er in het hoofd gebeurd (denkactiviteit)
o Om het even wie/wat waar leert
- Assumpties
o Geen bewuste denkactiviteit van het individu
o Unitatistische of unieke-leerproces theorieën
- 2 verschillende theorieën over S-R koppeling (leerresultaat is zelfde, wel andere methode)
1. Klassieke conditionering
- Nieuwe S-R associaties aanleren door nieuwe stimulus te koppelen aan andere stimulus
- Pavlov: speekselproductie bij hond wanneer deze een bel hoort
, - UCS (ongeconditioneerde stimulus) → UCR (ongeconditioneerde reactie)
- Andere stimuli conditioneren voor zelfde reactie bij dat gedrag
- Geconditionereerde en ongeconditioneerde stimulus samen aan bieden
- Voorbeeld
o Watson hard signaal en konijn samen aanbieden
o Luide knal wegdoen zal deze reactie uitdoven (= extinctie)
o Angst transfer naar dieren gelijkend op een konijn
2. Operante conditionering
- nieuwe S-R associaties aanleren door bekrachtigen van gedrag
- Skinner: gedrag bekrachtigen door positieve toe te voegen of negatieve weg te doen
o Ex. Goed meewerken in de klas = geen huiswerk
Toegepast op het schoolse leren: door Thorndike
= behaviorisme vertaalt naar het onderwijs
- Law of exercise: we learn by doing, we forget by not doing
o Law of use and law of dis-use
o Oefenen om een beoogde gedrag te stimuleren
- Law of effect: strength of connection in relation to reward
o Hoe sterker de beloning, hoe sneller en steviger de associatie wordt versterkt
- Heeft geleid tot:
o Duidelijk en gedragsmatige omschrijving van doelen (die we kunnen observeren)
Bv. kennen van de maaltafel 5
o Opsplitsing in deelvaardigheden
Bv. Welke stappen om tafel van 5 te bereiken
o Bekrachtiging van correcte antwoorden
Beloning in het onderwijs
o Herhaaldelijk aanbieden van leermateriaal
Oefenen om associaties te leggen en onderhouden
o Variatie in taakmateriaal en omgeving
Leren veralgemenen
In en buiten het onderwijs: bv. verkeerde slaapgewoontes worden aangeleerd bij baby’s
Cognitieve benadering (als kritiek op het behaviorisme)
- Mens als informatie verwerkend systeem (wat er tussen stimulus en respons gebeurd
- Aandacht voor interne, mentale processen
- Aanleiding voor onder andere de gestaltpsychologie
Cybernetica Gestaltpsychologie Piaget
- Opslag, transmissie en - Geheugen als georganiseerd systeem met - Cognitieve
bewerking van informatie betekenisvolle associatie ontwikkeling
(cf. computer) - Denken en probleemoplossen zijn
doelgerichte zoekprocessen
Informatie verwerkend model: 3 soorten geheugens (verwerken in verschillende stappen) → p.7 leren
- Zintuigelijk of sensorisch geheugen (visueel, horen, zien)
o Zeer groot
o Erg korte bewaartijd (3-tal seconden)
o Niet allemaal bijhouden en verwerken
, - Kortetermijn- of werkgeheugen
o Beperkt in tijd (< 1’ tot 30’)
o Beperkt in hoeveelheid: 7 +/- 2 items (maar vergroten door “chunking”/ groeperen)
o Vb. quiz, onthouden van reeksen of telefoonnummers
o Werkgeheugen: 3 subsystemen
Central executive
Fonologische lus: auditief: herhalen in hoofd
Slave systems
Visuospatieel kladblok: visualiseren
- Langetermijn- of permanent geheugen
o Onbeperkt in tijd → “permanent”, maar vervagen of vergeten van informatie
Omgekeerd bij beschadiging of aftakeling van de hersenen (bv. dimensie)
o Onbeperkt in hoeveelheid
o 2 soorten van kennis
Declaratieve kennis (geheugen): “weten dat”, expliciet aanwezig (expliciet geheugen)
Iets dat je verbaal kan verwoorden
Semantisch geheugen: begrippen, relaties
Episodisch/autobiografisch geheugen: persoonlijke kennis en gebeurtenissen
Verschillende systemen gebruikt om deze kennis weer te geven
o Propositioneel netwerk: algemene kennis en kennis over begrippen en
relatie in semantische geheugen te representeren
(bv. appel → fruit → opeten → voedzaam) als de specifieke
informatie in het episodische geheugen
o Schematheorieën: cognitieve schema’s obv hun declaratieve kennis
over een begrip verfijnen en in verband brengen
Nieuwe informatie inpassen in deze schema’s
Procedurele kennis: “weten hoe”, impliciet, niet bewust van dat je deze hebt
Tacit knowledge: kennis die je niet kan verwoorden
o Bv. lezen, fietsen
o Algemene vaardigheden: probleemoplossen, leren
Production (rule) systems: computerprogramma’s bestaande uit een
werkgeheugen en een verzameling van productieregels
o Niet enkel geheugen, ook redeneren en probleemoplossen
Aanvankelijk complexe puzzels een vraagstukken
Later ook semantisch rijkere en onderwijsrelevante problemen
Ex. Missionarissen- en kanibalen probleem, Toren van Hanoi
Hoe onderzoeken? Beschrijving van interne processen en cognitieve structuren
Hardopdenk-protocollen (verbale protocollen)
Reactietijden: tijd tussen de aanbieding van de opgave/probleem en het
moment waarop het antwoord wordt gegeven
Oogbewegingen: duur en locatie van de opeenvolgende fixaties
Recent: onderzoek naar hersenfuncties
Neuroimaging
o EEG
o fMRI
Hersenactiviteit van gezonde proefpersonen die bepaalde geheugentaken
uitvoeren in kaart te brengen
o WG en LTG corresponderen met bepaalde gebieden
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur EmmaP. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.