Psychopedagogiek 1
LES 1
Psychologie = wetenschappelijke studie van de mentale processen en
het menselijk gedrag.
Pedagogiek = wetenschappelijke studie van het opvoeden.
Ontwikkelingspsychologie = wetenschappelijke studie om het menselijk
gedrag van conceptie tot dood te begrijpen.
Ontwikkelingsgebieden:
o Fysieke ontwikkeling.
o Cognitieve ontwikkeling.
o Sociale ontwikkeling & persoonlijkheidsontwikkeling.
Ontwikkeldomeinen of thema’s:
o Lichamelijke functies en gezondheid.
o Brein.
o Waarnemen.
o Motoriek.
o Denken en metacognitie.
o Intelligentie en presteren op school.
o Taal.
o Persoonlijkheid, identiteit en het zelf.
o Moreel oordelen.
o Hechting en omgaan met anderen.
o Psychisch functioneren en welbevinden op school.
Ontwikkelingsfactoren:
o Nature.
o Nurture.
o Zelfbepaling.
Sensitieve periode = specifieke periode waarin een kind gevoelig is
voor prikkels uit de omgeving.
o Zone van de naaste ontwikkeling:
Afstand tussen het feitelijke ontwikkelingsniveau (zonder
hulp) en het potentiële ontwikkelingsniveau
(probleemoplossend denken onder begeleiding van
volwassenen of meer gevorderde leeftijdsgenoten).
Leerkracht biedt activiteiten aan die het kind niet direct
zelfstandig kan oplossen, maar wel met hulp.
Continue verandering = een verandering die geleidelijk is en waarbij de
prestaties op een bepaald niveau voortvloeien uit vorige prestaties.
(Kwantitatief)
Discontinue verandering = een verandering die zich in aparte stappen
of stadia voltrekt. (Kwalitatief)
,LES 2
Behaviorisme:
o Door ervaringen op te doen, leer je gedrag aan.
Gedrag = uiterlijk zichtbaar.
o Als je kinderen ziet ontwikkelen, betekent dit volgens het
behaviorisme dat ze eerst iets niet doen, maar geleidelijk zullen
ze reageren op prikkels van buitenaf en dan gaan ze dit steeds
vaker doen.
o Het is belangrijk dat we het gedrag zien veranderen.
o Aanleren van gedrag via gewoontevorming.
o Twee vormen van conditionering:
Klassieke conditionering = een prikkel lokt reactie uit.
Pavlov schoolbel kondigt einde van de dag aan:
joepie, ik spring recht.
Vormt de aanleiding dat ik reageer met een bepaald
gedrag.
Operante conditionering = gedrag dat wordt beloond, doet
zich vaker voor.
Ook gewoontevorming: maar niet gewoon een reactie
op iets buiten mezelf, maar gewoontevorming: ik doe
iets en leer dan dat dit een bepaald gevolg heeft.
Kinderen ervaren vrijdagmiddag als vermoeiend, ook
voor de LK. Maar als we goed meewerken en niet te
veel kabaal maken, meester is leuker, hij stopt wat
vroeger en vertelt nog een mopje, we mogen vroeger
uit de klas.
Verschillende soorten versterkers van gedrag:
Positieve bekrachtiger = beloning.
Negatieve bekrachtiger = wegenemen van iets
onaangenaam.
Straf = toedienen van iets onaangenaam.
Cognitief-wetenschappelijke benadering:
o Het leren zelf is onderzoekobject: hoe nemen mensen informatie
op en welke strategieën zijn het beste.
o Hoe leren mensen.
Sociaal-constructivisme:
o Kennis wordt geconstrueerd, in interactie met anderen.
o Oog voor het geleerd worden.
o Samen tot een nieuwe kennis komen.
Neurowetenschappelijke benadering:
o Menselijk gedrag heeft een fysiologische basis.
o Welke invloed spelen genen bij het leren? Maar ook de hersenen?
o Biologische kant.
Psychodynamische benadering:
o Menselijk gedrag wordt gestuurd door het onbewuste (ervaringen
uit het verleden die niet verwerkt zijn).
, o Kijkt vooral naar ervaringen uit het verleden die nog altijd een
invloed hebben op hoe het kind nu functioneert.
o Kinderen kunnen ervaringen niet goed verwoorden, dan
analyseert men tekeningen of men laat het kind met poppetjes
situaties naspelen.
Dynamische systeemtheorie:
o Menselijk gedrag wordt beïnvloed door een heleboel verschillende
factoren die allemaal hun impact hebben.
o Gefascineerd door de grote verschillen in ontwikkeling van het
ene kind tegenover het andere.
o Gaat uit van het idee dat ontwikkeling tot stand komt doordat
eigenschappen binnen en buiten het kind voortdurend op elkaar
inwerken: er is een voortdurende interactie tussen kind en
omgeving.
LES 3
Ontwikkelingsgebieden:
o Fysiek.
o Cognitief.
o Sociaal.
Ontwikkelingsfactoren:
o Nature.
o Nurture.
o Zelfbepaling.
o Elke factor beïnvloedt de ontwikkeling maar op een bepaald
moment heeft er 1 de doorslaggevende factor.
Visies op ontwikkeling:
o Neurowetenschappelijke.
o Sociaal constructivisme.
o Behaviorisme.
Niet alle kinderen ontwikkelen op dezelfde leeftijd dezelfde motorische
vaardigheden en het gebeurt ook niet in een vaste volgorde.
Baby = steeds meer controle over de bewegingen.
Peuter en kleuter = lichaamsbesef groeit, betere spierbeheersing en
uithoudingsvermogen.
o Lopen en bewegen = doel op zich (plezier om mee door te gaan).
o Automatisering = aandacht op nieuwe vaardigheden (driewieler,
dansen, op één been staan…).
o Gevoel van MASTERY.
Lagereschoolkind = toenemende uithouding & spierkracht.
o L’enfant parfait.
Grove motoriek = leervoorwaarde voor fijne motoriek.
Grote weg afgelegd van babyreflexen tot beheersing grove motoriek.
Grove en grote lichaamsbeweging, dankzij:
o Groei van en controle over spieren.
o Rijping van de hersenen.
Voorwaarde om de bewegingen te kunnen controleren.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Zahna. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.