Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Complete samenvatting Ontwikkeling van Persoonlijke Relaties , incl. verplichte literatuur. Zelf een 9,0 gehaald met deze samenvatting. €7,99   Ajouter au panier

Resume

Complete samenvatting Ontwikkeling van Persoonlijke Relaties , incl. verplichte literatuur. Zelf een 9,0 gehaald met deze samenvatting.

4 revues
 592 vues  63 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Complete samenvatting van de cursus Ontwikkeling van Persoonlijke Relaties van Tilburg University. Colleges zijn gegeven door dr. G. Lodder. De samenvatting bevat aantekeningen van de hoorcolleges + verplichte literatuur. Met deze samenvatting heb ik een 9,0 gehaald voor het tentamen.

Aperçu 4 sur 103  pages

  • 1 octobre 2022
  • 103
  • 2021/2022
  • Resume

4  revues

review-writer-avatar

Par: liekehindriks • 1 année de cela

reply-writer-avatar

Par: Psychologie2023 • 1 année de cela

Traduit par Google

What a shame you're not happy with the summary. Would you like to send me a message so I know what I can improve?

review-writer-avatar

Par: mderaat • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: maaikecav • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: Emily219 • 2 année de cela

avatar-seller
SAMENVATTING OvPR (2021-2022)


Ontwikkeling van Persoonlijke Relaties (441085-B-6)
Hoorcollege 1 – Introductie & Vroege sociale relaties

Hoorcollege 2 – Sociale netwerken

Hoorcollege 3 – Ouders en kinderen

Hoorcollege 4 – Voorbij de kindertijd

Hoorcollege 5 – Vriendschap

Hoorcollege 6 – Eenzaamheid

Hoorcollege 7 – Negatieve peer relaties

Hoorcollege 8 – Peer-relaties in vroege- en jong-volwassenheid

Hoorcollege 9 – Status, selectie en invloed

Hoorcollege 10 – Romantische relaties

Hoorcollege 11 – Online peer relaties

Online college – Sociale relaties en gezondheid over de levensloop


Inclusief literatuur (papers).
Alle hoorcolleges + aantekeningen zijn in zwart lettertype uitgewerkt;
Wil je daarnaast ook een samenvatting van de literatuur lezen? Daarvoor kijk je naar de blauw
getypte stukken.

Hoorcolleges zijn gegeven door dr. G. Lodder in 2021-2022




1

,SAMENVATTING OvPR (2021-2022)


Ontwikkeling van persoonlijke relaties
Aan het eind van de cursus is de student in staat om:
1. Verschillende theorieën en concepten over de ontwikkeling van persoonlijke relaties beschrijven,
met elkaar vergelijken en toe te passen op concrete casussen.
2. Ontwikkeling gerelateerde en andere veranderingen in verschillende soorten persoonlijke relaties
beschrijven, uit te leggen, en toe te passen op concrete casussen (bijvoorbeeld op het gebied van
de ontwikkeling van vriendschappen, romantische relaties, ouder-kind relaties en online peer-
relaties).
3. Onderscheid te maken tussen normatieve en problematische persoonlijke relaties, en gefundeerd
advies te geven over het aanpakken van negatieve relaties (bijvoorbeeld als het gaat om
eenzaamheid en pesten).

Hoorcollege 1 – Introductie en Vroege sociale relaties
Waarom persoonlijke relaties?
Sociale relaties hebben een enorm grote impact op de gezondheid van de mens, zowel de mentale
gezondheid, fysieke gezondheid en sociale gezondheid.

Vroege sociale ontwikkeling.
De belangrijkste ontwikkelingskwesties betreffen de betekenis, oorsprong en gevolgen van vroege
relaties. Deze drie kwesties leiden tot ontwikkelingsvragen die moeten worden beantwoord door
empirisch onderzoek, namelijk; wat is de sociale betekenis van vroege peer relaties? Wat zijn de
ontwikkelingsbeginselen van vroege peer relaties? Hebben vroege peerrelaties met leeftijdsgenoten
gevolgen voor de latere ontwikkeling?

Het begin van sociale relaties
Klassieke theorieën:
 Baby’s zijn niet in staat tot echte sociale interactie, kinderen zijn ontvangers van sociale input.
 Latere relaties zijn afgeleid van relaties met primaire verzorgers. Eerst basisbeginselen leggen
(door moeder) voordat sociale omgeving ertoe kan doen.
 Peers beginnen later in de ontwikkeling ertoe te doen.

 Psychoanalytische theorie: baby's zijn niet in staat tot echte sociale interactie. Zuigelingen zijn
emotioneel beperkt omdat handelingen worden gedomineerd door Id. Kinderen in de fase van 1 tot
4 jaar ontwikkelen een ego (zelf). Door dat ego ben je niet enkel bezig met je eigen behoeften te
vervullen. Echte sociale ontwikkeling deed er later pas toe; alleen relatie met moeder was
belangrijk bij baby’s. Geen aandacht voor peer-relaties.
 Evolutionaire theorie: overdracht van overgeërfde kenmerken. Nadruk op relatie ouder-kind en
met name conflicten tussen hen. Leeftijdsgenoten kunnen beschermende functie hebben, maar
kunnen ook zorgen voor ontwikkeling van ongewenste eigenschappen.
 Attachment theorie (Bowlby): primaire verzorger (moeder) zou er wel toe doen, maar alles
daaromheen niet. Moeder moet een veilige thuishaven creëren: hechting van kinderen houdt
verband met de ervaren veiligheid.
 Sociaal leren theorie (Bandura): ouders zijn belangrijk voor ontwikkeling: modeling en sociale
bekrachtiging. Hechting is ‘geleerde verworvenheid’. Later in de kindertijd worden peers gezien
als models die bijdragen aan verdere ontwikkeling (m.n. slecht gedrag).
o Imitatie als sociale vaardigheid die tussen 0 - 2 jaar oud ontwikkelt en de interactie tussen
baby’s en leeftijdsgenoten ondersteunt.
 Cognitieve-ontwikkelingstheorie (Piaget): invloed van peers begint in de latere kinderjaren te
werken. Kindertijd draait om individuele ontdekking van de fysieke wereld, ouderlijke invloed
wordt niet benadrukt. Egocentrisme (pre-operationele fase) beperkt de kwantiteit en kwaliteit van
peer-relaties. Geleidelijk ontwikkelt taal en zijn discussies met peers mogelijk (ToM bevorderen).
 Gedrags-genetische theorie: rol van genen en aangeboren temperament benadrukken.


2

,SAMENVATTING OvPR (2021-2022)


Moderne theorieën.
 Kinderen zijn biologisch gebouwd om naast primaire zorgverleners aandacht aan anderen te
schenken. Altruïsme is niet alleen op de eigen groep gericht, maar ook gericht op de groep
daarbuiten. Kinderen leren door sociale relaties.
 Het hele sociale systeem beïnvloedt een kind (ouders, grootouders, peers, mensen bij opvang etc.).
 Vroege relaties met leeftijdgenoten kunnen ook belangrijk zijn voor ontwikkeling.
De focus op anderen is er dus al heel erg vroeg. Dat is ook in diverse experimenten te zien.

Scrambled faces paradigm
 Studie naar sociale relaties bij baby’s tussen 3 en 27 minuten na geboorte.
 Vier soorten plankjes waarmee ze bekijken of baby’s het plankje volgen met het
gezicht. Plankje 1: gezicht, plankje 2 en 3: ‘soort gezicht’ (scrambled faces) om
het verschil duidelijk te hebben tussen ‘er staat iets vs. niets op het plankje’,
plankje 4: blanco
 Resultaat: zowel voor head turning als voor eye turning gaat de meeste aandacht
naar plankje met gezicht. Minste aandacht voor lege plankje, de scrambled faces
zitten er tussenin. Informatie met gezicht roept meer reacties op bij net geboren baby’s dan bij
dezelfde hoeveelheid informatie maar dan in andere volgorde.
Controverse; replicaties lukken niet altijd
 Niet bij oudere kinderen (1 maand oud); alleen bij pas geboren kinderen;
 Niet als kinderen rechtop zitten.
Wel consequent:
 Voorkeur voor face-like-objects na geboorte, gedurende eerste maand neemt dat af.
Achterliggende theorie:
 Net na geboorte moeten hersenverbindingen nog gevormd worden die face-processing mogelijk
maakt: nodig voor herkennen van gezichten en emoties en die liggen aan de basis voor sociale
interacties.
 Omdat vorming hersenverbindingen de eerste maand prominent aanwezig is, ligt de focus daarop
de eerste maand. Als basale banen voor face-processing zijn gelegd, neemt aandacht voor andere
sociale wezens af.
Conclusie: na geboorte is er al direct een interesse in sociale wezens.

Dyadische peer-relaties = een-op-een peer-relaties.
Contingentie
Contingente reacties = reacties die voortbouwen op wat de andere persoon heeft gedaan.
 Vanaf 6 M.O.
 Dyadische verschillen bij aanraking.
In bepaalde volgorde gaan kinderen dingen aanraken (schouder-voet). Per tweetal zelfde volgorde:
beide kinderen raken eerst schouder aan, dan voet = contingente reacties. Volgorde verschilt
tussen tweetallen; per tweetal worden nieuwe regels bepaald van hoe ze op elkaar reageren.
 Bewijs voor de aanwezigheid van sociale interactie in de eerste levensmaanden met peers:
non-verbaal contact met wederzijdse betrokkenheid.
 Baby’s tonen meer interesse in leeftijdsgenoten dan volwassenen; langer kijken naar peers.
o Sociale voorkeuren ontstaan als baby’s veel tijd met elkaar doorbrengen. Dit is het principe
van homofilie – voorkeur voor mensen zoals zichzelf. Dit beïnvloedt relaties met
leeftijdsgenoten op latere leeftijd.

Prosociaal gedrag
Prosociaal gedrag = vrijwillige acties die bedoeld zijn om een ander individu of een groep individuen
te helpen of ten goede te komen.
Reacties op angst of distress = pogingen om in te grijpen voor een slachtoffer, om de situatie te
veranderen of de distress te verminderen.
 Pasgeborenen: huilen als reactie op huilen van anderen (eigen distress uiten)
 8 M.O. Niet meer alleen zelf ook huilen als uiting van eigen distress, maar reageren met:

3

, SAMENVATTING OvPR (2021-2022)


Kijken > Affect > Fysieke reactie > Eigen angst of distress uiten.
Onderzocht in een driehoek. Hoe reageren andere twee baby’s als er een baby begint te huilen?
Daaruit kwam bovenstaande volgorde.
 2 Y.O. Individuele verschillen beginnen. Temperament verschillen zijn van invloed op hoe een
kind reageert. Voorbeelden zijn probleemoplossing (knuffelen), agressie, amusement en aandacht.

Delen
Delen = samen met de ander gebruiken.
 1 Y.O. Affiliatief delen = delen met doel om samen te gaan spelen.
Focus van niet-delen verschilt: sommigen vooral op zichzelf gericht (niet letten op cues van
anderen die vragen om te delen), anderen weigeren gewoon.
 18 M.O. Delen als het gevraagd wordt neemt toe.
Begrip van eigenaarschap (‘mama’s jas’) neemt toe, wat resulteert in meer delen; r= .70.
Als je begrijpt dat mensen iets kunnen bezitten, neemt het delen toe; je begrijpt dat het fijn is iets
te hebben. Onderzoek: mama vraagt ‘mag ik daar ook mee spelen?’ 75% van 18 M.O. kinderen
zegt ‘ja’. Spontaan delen lukt nog niet goed.
 2 Y.O. Spontaan delen. Kinderen beginnen onderling te delen; er lijkt een empathisch component
in het spel te zijn. Kinderen die meer gevoelig zijn voor angst van anderen (distress), zijn meer
geneigd om te delen. Maar, niet-delen komt ook heel vaak voor en is normaal, maar het delen zou
zich wel moeten ontwikkelen rond deze periode.
 4+ Y.O. Delen neemt nog meer toe en is gerelateerd aan Theory of Mind (TOM) waarbij een
kind de capaciteit heeft om zich te verplaatsen in andermans mental state (emoties en intenties). Er
is vanaf die leeftijd sprake van coöperatieve probleemoplossing.

Samenwerken
Samenwerken = gezamenlijk inzetten om doel te bereiken.
 1 Y.O. Kan al samenwerken, maar rudimentair (herhalen van andermans bewegingen).
 2+ Y.O. Complexere samenwerking, waarbij acties verbaal op elkaar worden afgestemd (1..2..nu).
Kinderen beter in anticiperen, kunnen beter samenwerken. Hangt samen met taalontwikkeling.
 Samenwerking vs. competitie: kinderen moeten een keuze maken hoe ze de ander benaderen.
o Gender differences ontstaan; meisjes samenwerken, jongens competitie. Niet duidelijk
waarom; wellicht sociale normen van invloed.

Conflict
Conflict = verschil van mening / bezwaar maken tegen elkaars gedrag en optreden om eigen middelen
of ruimte te verdedigen tegen aantasting door anderen.
 Conflict is functioneel. Helpt bij sociale vaardigheden; welke strategieën zijn er om je zin te
krijgen? Oefenen  geraffineerd worden  betere/complexere manieren ontwikkelen om iets te
krijgen.
 1 Y.O. Conflict over speelgoed begint
o Onderzoek Caplan: observeren in groepen van drie. Twee condities: iedereen voldoende
speelgoed; daarna opnieuw waarbij veel speelgoed was weggehaald (competitie).
Resultaat: meeste conflict als er weinig speelgoed is. Toch nog steeds conflict als er
voldoende speelgoed is; één kind wil alle auto’s, terwijl ieder kind één auto kan hebben.
o Meest gebruikte strategie: teruggeven speelgoed, maar ook vaak fysieke kracht (trekken).
 1 Y.O. Conflicten oplossen door fysieke kracht, maar nooit echt hard slaan.
 2 Y.O. Gebruik ook verbale middelen / coöperatieve probleemoplossing (“ik eerst, dan jij”)
o Onderzoek over vier dagen geobserveerd: meestal trekken, 35% gebruikt fysieke kracht om
conflict op te lossen, slaan komt veel minder voor, hard slaan komt zelden voor.
o Vergelding in conflict vindt plaats (reciprociteit). De ene dag pakt de ene iets af, volgende
dag pakt de ander iets af van de eerste.
 3 Y.O. Geslachtsverschillen beginnen.
o Trekken neemt af bij meisjes, ook fysieke dingen nemen af.


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Psychologie2023. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67163 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  63x  vendu
  • (4)
  Ajouter