Hoofdstuk 1: Inleiding in de anatomie en fysiologie
1.1.1 Het verband tussen anatomie en fysiologie + vb.
Anatomie:
= de studie van inwendige en uitwendige structuren en de fysieke relaties tussen lichaamsdelen (structuur en bouw lichaam).
- Microscopische: structuren die niet zichtbaar zijn zonder vergroting
- Macroscopische: kenmerken die met blote oog zichtbaar zijn
Fysiologie:
= de studie van het functioneren van de anatomische structuren
Anatomie en fysiologie hebben een nauwe relatie, doordat alle specifieke functies door specifieke structuren worden vervuld.
Alle fysiologische functies worden door anatomische structuren uitgevoerd. Bouw en functie hangen samen.
vb. beenderstelsel stelt zich aan aan lichaamsgewicht.
Uit anatomische informatie komen aanwijzingen naar voren over mogelijke functies; fysiologische mechanismen kunnen vaak verklaard worden op basis
van de achterliggende anatomie.
Homeostase:
= bestaan van een stabiele intern milieu
= homeostatische regulering: aanpassingen fysiologische systemen waardoor homeostase wordt gehandhaafd
Welke drie anatomische structuren zijn noodzakelijk voor de homeostatische regulering?
- Receptor: die gevoelig is voor bepaalde verandering in omgeving, ofwel een prikkel (stimulus)
- Besturingscentrum of integratiecentrum: dat informatie van de receptor ontvangt en verwerkt
- Effector: cel of organel reageert op signalen van besturingscentrum waardoor werking prikkel
- versterkt → + feedbackmechanismen
- verzwakt → - feedbackmechanismen
1.2.1 Negatieve terugkoppeling + 2 vb.
- Ongeacht of prikkel bij receptor toeneemt of afneemt, wekt een variatie buiten de normale grenzen een automatische reactie op waardoor de
situatie wordt gecorrigeerd.
- = een reactie van het lichaam die tegengesteld is aan prikkel
Bv. regulering kamertemperatuur
- Receptor: thermometer meet stijging temp.
- Controlecentrum: activering thermostaat
- Effector: airconditioning ingeschakeld
- Effect: kamertemperatuur daalt
Bv. warmteregulatie: lichaamstemperatuur te laag.
- Receptor: Sensoren lichaamstemperatuur
- Controlecentrum: warmteregulatie centrum hersenen
- Effector: bloedvaten, zweetklieren in huid
- Effect: afname bloedstroom, rillen, afname transpireren…
= lichaamstemperatuur wordt normaal, homeostase hersteld
Bv. te veel aan suiker in bloed: pancreas maakt insuline aan (te weinig, pancreas maakt glucagon aan)
1.2.2. Positieve terugkoppeling + 2 vb.
- De aanvankelijke prikkel brengt een reactie teweeg waardoor die prikkel wordt versterkt.
- Prikkel brengt een reactie teweeg en verstrekt hem ook.
- Betrokken bij regulering van mogelijke gevaarlijke of belastende processen, die snel moeten worden voltooid.
Bv. bloedstolling bij wonde: schade maakt chemische stoffen vrij die bloedstollingsproces op gang brengen. Ketting van reacties waardoor stolsel
gevormd wordt. Naarmate stolling vordert, komen meer stoffen vrij die proces verder versnellen.
, Bv. Weeën: hormonen komen vrij. Prikkel versterkt waardoor nog meer hormonen vrijkomen en weeën frequenter en sneller opvolgen.
- Deze vorm van terugkoppeling is schadelijk in situaties waarin stabiele toestand moet worden bereikt, omdat bij dit proces elke afwijking ten opzichte
van de gewenste situatie wordt versterkt.
Verband tussen ziekte enerzijds en homeostatische regulering anderzijds:
Homeostase is het bestaan van een stabiel intern milieu. Als de homeostatische regulatie verstoort raakt, treed er een malfunctie van de organen op of een
orgaanletsel, m.a.w. een ziekte. Het lukt niet om de gemiddelde lichaamswaarden te bereiken, als de situatie niet wordt gecorrigeerd, kan dit tot dood leiden.
Anatomische termen (vetgedrukt) beschrijven gebieden lichaam, anatomische houdingen, richtingen en lichaamsdelen
Anatomische termen doel: gestandaardiseerd referentiekader bieden voor beschrijving menselijk lichaam Anatomische regio’s / oriëntatiepunten: aanduiden, benoemen
en toepassen op figuur (vertalen Ned. - Lat.)
Anatomische positie: staand, met handen langs lichaam, de handpalmen naar voren en voeten bij elkaar.
Anatomische richtingen: