Samenvatting van alle zeven hoofdstukken voor deeltentamen B van inleiding in de psychologie. Ik heb voor dit tentamen een 10.0 gehaald! Ik hoop dat je er wat aan hebt! :)
Alle HC- aantekeningen van Inleiding in de Psychologie + afbeeldingen
Tout pour ce livre (93)
École, étude et sujet
Universiteit Leiden (UL)
Pedagogische Wetenschappen
Inleiding In De Psychologie Deeltentamen 2
Tous les documents sur ce sujet (17)
3
revues
Par: evasuermondt • 1 année de cela
Par: poonam_br • 2 année de cela
Par: frederiekwillemsen4 • 2 année de cela
Vendeur
S'abonner
lc95
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting psychologie deeltentamen B
H10 Motivatie en emotie
Motivatie is waarom mensen en dieren zich gedragen en denken zoals ze doen.
Daar zijn verschillende motieven voor:
- Fysiologische factoren, zoals hormonen of bepaalde gebieden in het brein
- Needs, biologische behoeftes zoals eten, wc gaan, zorgen ervoor dat we bepaald gedrag een
vertonen
- Emoties, hoe je je voelt heeft veel invloed op je gedrag
- Cognitieve factoren, hoe je denkt over iets, verwachtingen, percepties, controle etc.
- Sociale en omgevingsfactoren: Invloeden van familie, tv etc
Theorieën over motivatie
1. Instinct doctrine
Instinct doctrine, mensen worden gedreven door een soort aangeboren instinct. (William
McDougal)
- Gedrag wordt bepaald door instinct, aangeboren, niet-aangeleerd gedrag, dat wordt uitgelokt
door een bepaalde situatie.
- Deze hoort bij een evolutionaire benadering, het instinct is er om overlevingskansen te
vergroten.
- Bij dieren werd dit de fixed-action patterns genoemd. Aangeboren gedrag.
- Inmiddels wordt het modal-action patterns genoemd. Bepaald gedrag laat aangeboren neiging
zien, maar het vertoont zich wel of niet door ervaring van het individu. Motivatie kan worden
beïnvloed door geërfde neigingen maar niet alles is te verklaren vanuit aangeboren gedrag.
Daarnaast geeft instinct alleen aan dat het gedrag gebeurt en niet waarom.
- Volwassenen worden minder gedreven door instinct, maar door gewoontes. Dat is wel
aangeleerd gedrag en wordt uitgelokt in bepaalde situaties. Geconditioneerd gedrag. De link
met overlevingskansen is verdwenen en gewoontes zijn moeilijk af te leren.
- Vanuit de evolutionaire benadering wordt ook de keuze van huwelijkspartner verklaard. Om de
kans dat je genen worden doorgegeven zoveel mogelijk te vergroten, kunnen mannen daarom
moeilijker wachten met seks, voelen ze zich aangetrokken tot vrouwen die er vruchtbaar uitzien
en vrouwen juist tot mannen met een hoge sociale status en financiële middelen.
2. Drive reduction
- Homeostase/equilibrium is verstoord, fysiologisch systeem wat ervoor zorgt dat alles in je
lichaam stabiel blijft en zich constant aanpast.
—> Ontstaat biologische need
—> Psychologische drive, het plotselinge gevoel om iets te gaan doen en de need te vervullen
—> Gedrag wat need vermindert en drive vervult
—> Homeostase is hersteld
- Fysieke needs —> primary drives, biologisch en aangeboren bepaald
- Andere needs —> secondary drives, dingen die aangeleerd zijn in de loop van de tijd, zoals het
hebben van geld.
Je kan aan niks anders meer denken tot de need vervult is.
Het doel van de drive is om de homeostase te herstellen, om rust te ervaren of dat je lijft optimaal
kan functioneren.
Homeostase hoeft niet alleen fysiek te zijn. Mensen houden ook van homeostase in
gedachten/percepties en hun gedrag.
,- Cognitive dissonance theory, als er dissonantie is tussen het gedrag en gedachten vinden
mensen dat niet fijn en willen ze dat oplossen. Het gedrag en de gedachten moeten op één lijn
zijn.
- Als mensen dissonantie ervaren lossen ze het vaak op door de gedachten aan te passen in
plaats van het gedrag. Ze praten het gedrag goed, want dit is vaak makkelijker dan het
gedrag aanpassen.
3. Arousal theorie
Ons gedrag wordt bepaald door de behoefte om een optimale niveau van arousal (wakkerheid,
activiteit, spanning) te ervaren.
- Fysiologische arousal, een algemeen niveau van activiteit dat reflecteert in verschillende
fysiologische gebieden, zoals hartslag, spierspanning en bloeddruk. Het optimale niveau hiervan
verschil per persoon.
- Arousal kan verminderd of meer worden door honger/dorst/medicijnen/plotselinge geluiden etc.
- Het optimale niveau van arousal wordt als prettig ervaren.
- Het optimale niveau van arousal verschilt per persoon, de ene houdt van meer rust, de ander
zoekt spanning op.
- Als er te weinige arousal is kan dit effect hebben op de prestaties, bijvoorbeeld te slaperig
- Te veel arousal kan ook effect hebben op prestaties, bijvoorbeeld te angstig.
- Het optimale niveau wordt bepaald door temperament/persoonlijkheid. Kan door erfelijke
factoren in het zenuwstelsel bepaalt worden.
- Mensen zijn opzoek naar hun optimale niveau van arousal, ze vertonen gedrag om hun arousal
te verminderen of te verhogen als het niet op het optimale niveau zit.
4. Incentive theory
Gebaseerd op de leertheorie, operant conditioneren. Kijkt niet naar fysiologische motoren, maar
naar emoties en omgeving.
- Gedrag wordt bepaald door externe factoren, niet door fysieke factoren
- Positive incentives, de positieve gevolgen van het gedrag
- Negative incentives, de negatieve gevolgen van het gedrag
We vertonen het gedrag wat positieve gevolgen geeft en worden weggeduwd dan gedrag dat
negatieve gevolgen heeft.
De ene keer zijn we meer gevoelig om gedrag te vertonen voor een bepaalde incentive dan een
andere keer. We zullen bijvoorbeeld eerder gedrag vertonen waarvoor we eten krijgen als we
honger hebben. (biologische drive)
Intrinsieke motivatie:
- Dingen doen omdat je het wilt, omdat je iets wilt leren, omdat je het leuk vindt etc.
- De beloning komt vanuit jezelf, positieve emoties etc.
- Mensen die dingen doen vanuit intrinsieke motivatie ervaren over het algemeen meer plezier,
hebben meer energie, volharding en creativiteit. Ook lijken ze er beter van te leren.
Extrinsieke motivatie:
- Dingen doen omdat het moet
- Doen voor een externe beloning
- Tastbaar, bijvoorbeeld geld, cijfer etc
- Waardering van een ander
Op lange termijn werkt intrinsieke motivatie beter. Ook neemt intrinsieke motivatie af als er daarna
een extrinsieke motivatie bijkomt. De gevolgen van extrinsieke motivatie komen vooral voor als de
externe beloning verwacht en tastbaar is, minder bij een onverwacht compliment.
5. Cognitieve theorieën
,Tegenwoordig veel aandacht voor de cognities die gedrag bepalen. Wat voor gedrag je uitvoert
hangt sterk af van je gedachtes, bijvoorbeeld:
- Hoe risicovol is het gedrag?
- Hoeveel zelfvertrouwen heb je in dat je gedrag gaat werken
- Wat voor barrières heb je om het gedrag uit te voeren.
6. Maslows hierarchy of needs
Maslow zegt dat pas als je behoeftes op lagere niveaus hebt vervuld zal je gemotiveerd zijn tot
gedrag op hogere niveaus.
- Fysiologisch, lichamelijke behoeften eten, drinken, slaap
- Safety, veilige plek, zekerheid, geld
- Love/belonging, liefdevolle relaties
- Esteem, zorgen dat anderen respect en waardering voor je hebben
- Zelf-actualisatie, tot je volle potentieel komen, alles uit je laten komen wat erin zit. Meer
altruïsme.
Alderfer zegt dat deze zaken van Maslow wel invloed op elkaar hebben maar niet perse in een
hiërarchie. Als het op het ene vlak misgaat, gaat het misschien op het andere vlak ook mis of juist
omdat het op het ene vlak misgaat heb je extra motivatie voor de andere.
Hij stelde de existence, relatedness, growth theory op.
- Existence, fysiologische behoeften
- Relatedness, liefdevolle relaties (love/beloning)
- Growth, vaardigheden ontwikkelen (self-act)
Honger en eten
Biologie
- Signalen van de maag: De maag trekt zich samen als het weinig voedsel heeft en door druk in
de maag neemt het hongergevoel af. Zonder maag hebben mensen nog steeds honger dus het
wordt ook door andere zaken bepaalt.
- Signalen van de dunne darm: In de darmwand zitten cellen die voedingsstoffen detecteren en
neurale signalen naar de hersens sturen, hierbij spelen bacteriën ook een rol.
- De aanwezigheid van voedingsstoffen in het bloed. Dit wordt door de hersens in de gaten
gehouden. Ook de hormoonspiegels wordt op peil gehouden, die zorgt voor het gevoel van
verzadiging of trek.
Je eet niet alleen omdat je trek hebt. Met verschillende smaken eten we meer. Daarnaast spelen
sociale en culturele factoren ook een rol. Met meer mensen eet je meer. We hebben een food
culture, veel aangelegenheden draaien om eten. In elke cultuur zijn weer andere normen en
waarden rondom eten.
Overgewicht
- In Nederland meer dan de helft van de volwassenen.
- Overgewicht is teveel eten en te weinig sporten.
- Obesitas is BMI boven de 30
- BMI is gewicht/lengte in het kwadraat
- Obesitas zorgt voor verhoogd risico op overlijden, 6/7 jaar eerder overlijden, verhoogde
bloeddruk, kans op beroerte, hartklachten, ademhalingsproblemen, diabetes type 2, kanker en
bij adolescenten misschien ook angst en depressie.
Theorieën overgewicht:
- Genetische aanleg
- Drive reduction: Brein reageert niet of traag op hormonen die aangeven dat je vol zit. Hierdoor
heb je een biologische need om meer te eten en een psychologische drive om dit te gaan
vervullen.
, - Aangeboren meer gevoelig voor fysieke beloning die eten geeft, je voert het gedrag meer uit
want geeft positief gevoel
- Door inname van veel vet en suiker zorgt voor aantasting cognitieve processen in brein wat
invloed heeft op de regulering van de voedselinname
- Videogames zorgt voor minder beweging
- Overgewicht kan door overnemen gedrag ouders of weinig ouderlijk toezicht
- Eten is manier van coping
- Incentive theorie, aangeleerd gedrag om meer te eten want dat geeft goed gevoel.
- Evolutionaire benadering (instinct theorie)
- Voorouders hadden weinig eten dus degenen met genen voor goeie vetopslag overleefden en
dat hebben wij nu nog steeds, maar niet meer nodig.
Behandelmogelijkheden:
- Streng dieet averecht, verbranding minder snel
- Medicatie voor snellere verbranding of hormonen onderdrukken die eetlust aangeven
- Maagverkleining
Beste optie:
- Aanpassen levensstijl
- Gezonder dieet, minder verzadigde vetten, meer groente/fruit
- Meer bewegen
- Preventie vanaf jonge leeftijd het beste. Niet blijven proppen, water drinken, bewegen,
borstvoeding.
Anorexia nervosa
- Anorexia is het zichzelf uithongeren en dramatisch gewichtsverlies. 95% zijn jonge vrouwen.
Vaak zijn er onomkeerbare gezondheidsproblemen, zoals minder sterke botten. Ze zijn
geobsedeerd met eten en de bereiding ervan en toch weigeren ze te eten. Veel overlijden aan
honger, chemische disbalans of zelfmoord
- Oorzaken zijn genetische aanleg, hormonale en biochemische disbalans, sociale invloeden en
psychologische problemen. Ze vinden zichzelf vaak dik, zijn bang om aan te komen,
perfectionistische persoonlijkheid, zelfstraffen, culturele versterkte obsessie met dunheid en
aantrekkelijkheid.
- Behandelingen zijn medicijnen, opname en psychotherapie, maar nog betere behandelingen en
interventie manieren worden gezocht.
Boulimia
- Veel eten en daarna overgeven of laxeren
- Komt ook vooral bij vrouwen, maar mensen met boulimia zien het vaak als problematisch maar
mensen met anorexia niet.
- Boulimia is meestal niet dodelijk, maar kan wel voor uitdroging, voedingsproblemen en slecht
gebit zorgen.
- Oorzaken zijn perfectionisme, hoge prestatie, laag zelfbeeld, stress en culturele preoccupatie
met dun zijn en emotionele problemen. Ook problemen met verzadigingsmechanismen in het
brein kunnen van invloed zijn
- Behandeling is door individueel en groepspsychotherapie en soms antidepressiva
Binge eating disorder
- Periodes van heel veel eten maar zonder overgeven
- Komt meestal voor na een ander restrictief dieet
- Het kan zijn dat dit in families voorkomt
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lc95. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
