Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Wat zijn de kenmerken van het sociaal recht? (FOPDAS) (p16-26)
1 Originele rechtsbronnen en/of rechtsfiguren
In het sociaal recht vindt men rechtsfiguren die in andere rechtstakken
niet worden aangetroffen. Als voorbeeld hiervan kan worden verwezen
naar:
CAO (=overeenkomst tussen 1 of meer representatieve WNorganisaties en
een of meer WG of een of meer WGorganisaties)
Kan ook bindend zijn voor niet betrokken partijen
Principe van de relativiteit vh contractenrecht deels verlaten
(overeenkomst enkel bindend voor contracterende partijen)
Arbeidsreglement (=soort van huishoudelijk reglement in alle
ondernemingen van de private en publieke sector tav het personeel)
Verordeningsbevoegdheid van sommige sociale zekerheidsinstellingen.
RIZIV heeft verordeningsbevoegdheid waarmee ze KB’s kan wijzigen (id
ziekteverzekering)
Paritair beheer= Sociale partners mogen mee ‘besturen’ van sociale
zekerheidsdiensten.
‘Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie’= het wettelijk stelsel van de
openbare overlegorganen voor WGs en WNs in de bedrijfstak en op
nationaal niveau. Maken hiervan deel uit: de NAR, de CRB, de Sociaal-
economische raad voor Vlaanderen, de Economische en Sociale raad voor
het Brussels Hoofdstedelijk gewest en de paritaire comités.
2 Autonomie van het sociaal recht
Het sociaal recht bezit een eigen cohesie en wetmatigheid, hoewel deze
autonomie niet volledig is. Voor de oplossing van sociaalrechtelijke problemen
soms terugvallen op administratief recht, verbintenissenrecht, strafrecht
naargelang het geval.
3 Een mengeling van het publiek recht en het privaatrecht
Sociale zekerheidsrecht:
- Publiekrecht (grotendeels): Regelt de verhouding van de sociaal verzekerde tov een SZ
instelling.
- Privaat recht: Overeenkomsten tussen geneesheren en ziekenfondsen bepalen o.m. de
rechten voor de sociaal verzekerden.
De combinatie: toekenning leefloon
Arbeidsrecht
- Privaatrecht: Arbeidsovereenkomstenrecht, cao, regeling jaarlijkse vakantie +
vakantiegeld voor bed
- Publiekrecht: AVV cao, strafrechterlijk, werking vd Arechtbanken, jaarlijkse vakantie voor
arb (via SZ)
4 Dwingend recht
Wél keuze: Met wie AO sluiten + welke functie
Maar, ¾ van het sociaal recht is dwingend recht (ten voordele van een bepaalde
1
Gedownload door: pn99 | pjotrnotredamepn@gmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
groep)
Soms openbare orde recht: ten voordele van het algemeen belang
Het arbeidsovereenkomstenrecht is veelal van dwingend recht tvv de
werknemer (indien bepalingen de rechten van de WN inkorten/verplichtingen
verzwaren= nietig)
5 Overvloed aan strafbepalingen (miskenning recht -> misdrijf)
Belgisch sociaal recht: Alles is strafbaar, niet enkel wat zeer ernstig is. Niet altijd
gevangenis, kan adm boete zijn (zie verder).
6 Federaal recht (overwegend), soms gemeenschaps- of
gewestelijk recht
Bevoegdheid gemeenschappen bv: taalgebruik in sociale verhoudingen,
beroepsbijscholing, arbeidsverhoudingen in het onderwijs
Bevoegdheden gewesten bv: arbeidsmarktbegeleiding van leefloners, controle op
beschikbare werklozen = arbeidsbemiddeling
Leg uit: toegang tot de Belgische arbeidsmarkt en specifieke markten
(bv haven). (p26-29)
Binnen Europese Economische Ruimte = vrije verkeer van werknemers.
= Afschaffing van elke discriminatie tussen WN van de lidstaten op grond van
nationaliteit op het vlak arbeidsvoorwaarden (werkgelegenheid, beloning,…)
Buiten de E.E.R.: strikte normen
= Doel: bescherming nationale arbeidsmarkt + stabiliteit tussen vraag en aanbod
Systeem van arbeidsvergunningen en arbeidskaarten.
WG moet voor een in het buitenland verblijvende werknemer arbeidsvergunning
aanvragen voor toegang tot de nationale arbeidsmarkt. WN moet houder zijn van
een arbeidskaart.
VW voor kaart en vergunning = AO gesloten
Blue card: Vlotte toegang tot grondgebied België voor hooggekwalificeerde WN
uit niet EU-lidstaten.
Vaak immigratie- en aanwervingsstop bij economische crisis (hoge
werkloosheid)
Zie sancties voor WG die niet EU WN illegaal tewerkstellen!
Havencontingent: Binnen de gebieden die reglementair als havengebieden
werden omschreven kunnen de taken van havenarbeid enkel door erkende
havenarbeiders worden verricht. De erkenning als havenarbeider = arbeidskaart
nodig van PC. Deze vergunning wordt aan die arbeidskrachten verleend die
voldoen aan de reglementaire voorwaarden van geschiktheid, opleiding en
beroepsbekwaamheid kan ingetrokken worden
hebben soepele werkloosheidsregelingen, werken normaal op dagbasis, geen
werk = gunstige werkloosheidsregeling
(Bewijs van de individuele arbeidsovereenkomst) Welke AO en
bedingen moeten schriftelijk zijn? (p52-53)
2
Gedownload door: pn99 | pjotrnotredamepn@gmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
De arbeidsovereenkomst is in beginsel een consensuele overeenkomst die
mondeling kan worden gesloten en waarvoor geen schriftelijk bewijs nodig is. In
sommige gevallen vereist de wet evenwel dat, voorafgaand aan de
indiensttreding, een geschrift wordt opgesteld.
Soms betreft de eis van een geschrift de gehele overeenkomst. Zo moeten onder
meer schriftelijk worden opgemaakt: AO voor welbepaalde tijd of welbepaald
werk, de deeltijdse AO, vervangingsovereenkomst, AO voor huisarbeiders, AO
voor studenten, AO voor tijdelijke en uitzendarbeid, AO voor telewerk.
De wet vereist ook dat bepaalde bedingen schriftelijk moeten worden vastgelegd:
het proefbeding, het concurrentiebeding en het delcredere beding voor
handelsvertegenwoordigers.
Wat is het voorwerp van een AO?
4 elementen: wilsovereenstemming tussen WN en WG, deze gaat over de arbeid
die moet worden verricht, het gezag (=juridische ondergeschiktheid) en de
geldelijke tegenprestatie.
Al deze elementen zijn noodzakelijk voor een AO (vb: ambtenaar heeft geen
AO want geen overeenkomst)
De inhoud van een AO mag niet ingaan tegen de AOwet.
Wat is de definitie van een individuele AO (p39)
= Overeenkomst waarbij een werknemer zich ertoe verbindt om tegen loon,
onder het gezag van een werkgever, arbeid te presteren.
= Wederkerig contract: beiden zijn schuldeiser en schuldenaar (van arbeid/loon)
= Maar: Belangrijkste zaken zijn al vastgelegd door AO-wetgeving, cao’s en het
Areglement, weinig door de partijen zelf.
b) Leg rol van gezag uit: WG heeft het recht om bevelen te geven over waar,
wanneer en hoe WN werkt, WN heeft de plicht om bevelen op te volgen. Dit
maakt het onderscheid tussen arbeid binnen een AO en buiten een AO. Dit
onderscheid wordt ook gemaakt voor toepassing van de SZ wetgeving
(zelfstandige heeft geen AO).
= Juridische ondergeschiktheid
= In arbeidsrelatieswet worden een aantal algemene criteria gegeven voor
gezag: wil van de partijen(regels in de AO)? Vrijheid vd organisatie van
werktijden? Vrije organisatie van werk? Hiërarchische controle?
bewijs gezag nodig, behalve voor studenten, handelsver, apothekers –>
weerlegbaar vermoeden
bij onzekerheid hierover: als men vindt dat er geen gezag is wordt het een AO
mét gezag
zie schijnzelfst/schijnloontrekkendheid
c) Mag de rechter herkwalificeren? Enkel als de uitvoering van het contract ≠ wat
er afgesproken werd tussen de partijen.
Extra: weerlegbaar vermoeden AO in bep sectoren (5/9 criteria voldaan), sociale
ruling
3
Gedownload door: pn99 | pjotrnotredamepn@gmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Welke AO en bedingen moeten schriftelijk zijn?
AO(6): AO voor bepaalde duur/bepaald werk, deeltijdse AO,
vervangingsovereenkomst, AO voor huisarbeiders/studenten/tijdelijke
uitzendarbeid/telewerk
Bedingen: Scholingsbeding, concurrentiebeding, delcrederebeding voor
handelsvertegenwoordigers
Als deze zaken niet schriftelijk zijn opgemaakt is het AO niet nietig,
maar wordt er geen rekening gehouden met het beding.
Beschrijf de anti-discriminatiewetgeving bij de fase van aanwerving.
(p56-59)
Obv wet ter bestrijding van bepaalde discriminatie + Wet ter bestrijding van
discriminatie tussen mannen en vrouwen
= Bij aanwerving mogen de selectiecriteria niet gebaseerd zijn op: geslacht,
leeftijd (leeftijdsbarema’s) (minimumlonen obv anciënniteit mag wel), afkomst,
seksuele geaardheid, burgerlijke staat, vermogen, het geloof of de
levensbeschouwing (mag wel bij opiniedrager van opiniebedrijf), een handicap,
een fysieke/genetische eigenschap (mag wel fysieke gezondheid van de WN
controleren) of sociale afkomst.
Een direct en/of indirect onderscheid wordt verboden, tenzij het onderscheid
wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken
van het doel passend en noodzakelijk zijn.
Onderscheid op basis van geslacht is wel toegelaten indien het geslacht een
wezenlijke en bepalende beroepsvereiste is (mannelijke acteur nodig).
Positieve discriminatie mag wel, onder bepaalde VW: ongelijkheid in behandeling
is proportioneel, omkeerbaar (in 2 richtingen), enkel als het gedaan wordt om de
ongelijke behandeling op te heffen.
Direct onderscheid: wanneer iemand ongunstiger wordt behandeld dan ander in
een vergelijkbare situatie op grond van een van de beschermde criteria
Indirect onderscheid: wanneer een ogenschijnlijke neutrale bepaling, maatstaf of
handelswijze personen met een bepaald criterium in vergelijking met andere
personen bijzonder kan benadelen;
Directe discriminatie: direct onderscheid op grond van een beschermd criterium
dat niet gerechtvaardigd kan worden
Indirecte discriminatie: indirect onderscheid op grond van een beschermd
criterium dat niet gerechtvaardigd kan worden.
+ Bij wederaanwerving na collectief ontslag bepaald de OR de criteria
+ Gedragscode voor WG (gekoppeld aan discriminatieverbod)
= wervingskanalen nakijken (leiden deze tot gelijke kansen?), vacature op
discriminatieneutrale wijze omschrijven, aanpassingen aan W&S proces voor
persoon met H
4
Gedownload door: pn99 | pjotrnotredamepn@gmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.