1. Beoordeling van investeringsprojecten (Hoofdstuk 9)
Bepalen en waarderen van kasstromen
Oefening 3-1
Computer Systems NV, een onderneming die al jarenlang prachtige resultaten boekt, heeft het plan
opgevat om een nieuwe personal computer op de markt te brengen.
De verkopen voor de volgende drie jaar worden respectievelijk op 20, 30 en 36 miljoen euro geschat.
De bedrijfskosten exclusief afschrijvingen bedragen 60 % van de omzet en 50 % van deze bedrijfskosten
bestaat uit aankopen. Het aantal dagen klantenkrediet wordt geschat op 2 maanden, de
voorraadrotatie (uitgedrukt in verkopen) op 8 en het aantal dagen leverancierskrediet (uitgedrukt in
aankopen) op 75 dagen.
Het totale investeringsprogramma zal 15 miljoen euro kosten. De aangekochte uitrusting kan enkel
voor de productie van deze nieuwe personal computers gebruikt worden, zodat de verkoopwaarde op
het einde van jaar 3 kan verwaarloosd worden.
De relevante belastingvoet bedraagt 34 %. Investeringsgoederen dienen afgeschreven te worden op 5
jaar.
Bepaal de jaarlijkse vrije operationele kasstromen na belastingen
Oefening 3-2
Een belegger overweegt te beleggen in een aandeel dat afgelopen jaar een dividend betaalde van 10
euro. Men verwacht dat het dividend de volgende 2 jaar zal toenemen met 8% per jaar, gevolgd door
een periode van 2 jaar met een dividendgroei van 6% per jaar. Nadien verwacht men dat de groeivoet
zich stabiliseert op 4% per jaar. Indien deze belegger een rendement van 10% wenst te behalen op
zijn/haar belegging, wat is dan de hoogste prijs die hij voor dit aandeel zal willen betalen?
Oefening 3-3
Een bedrijf is eigenaar van een oliebron die volgend jaar een kasstroom oplevert van 2 miljoen euro.
De uitbatingskosten zijn te verwaarlozen. Men voorziet dat de oliebron gedurende een zeer lange tijd
kan geëxploiteerd worden. Men verwacht echter dat de te realiseren kasstromen elk jaar zullen
afnemen met 4%. De disconteringsvoet is 10%.
a. Wat is de waarde van de oliebron ?
b. Wat is de waarde van de oliebron indien wordt aangenomen dat de bron na 20 jaar plots is
opgedroogd en derhalve vanaf jaar 21 geen kasstromen meer kan opleveren ?
, Oefening 3-4
Veronderstel dat u een keuze moet maken tussen project A en project B:
Jaar kasstromen A kasstromen B
0 - 60 000 - 70 000
1 10 000 60 000
2 13 000 15 000
3 72 000 20 000
Het minimaal vereist rendement voor investeringen van dit risiconiveau bedraagt 12%.
a. Bereken de terugverdientijd, de net present value en het interne rendement.
b. Welk project zou u verkiezen? Leg uit waarom.
Oefening 3-5
De onderneming Tweety Twister overweegt de aankoop van een nieuwe productie-eenheid ten
bedrage van 120 miljoen euro. De onderneming verwacht dat deze productie-eenheid voor de
komende drie jaren jaarlijks een bedrijfswinst voor belastingen en voor rentelasten oplevert van 20
miljoen euro. De productie-eenheid wordt lineair over 3 jaar afgeschreven, de restwaarde na die
periode is verwaarloosbaar.
Dit project heeft hetzelfde bedrijfsrisico als de onderneming Mariachi, die gefinancierd is met 70%
eigen vermogen. Volgens een gereputeerd effectenmakelaarshuis bedraagt de bèta-coëfficiënt van
Mariachi 1,20. De risico-vrije rentevoet bedraagt 7% en de marktrisicopremie bedraagt 5%. De
relevante belastingvoet op ondernemingswinsten bedraagt 34%. De onderneming Tweety Twister zal
dit project financieren overeenkomstig haar gewenste kapitaalstructuurpolitiek, zijnde met 60% eigen
vermogen en 40% vreemd vermogen.
Bereken de NPV van het project.
Oefening 3-6
Vorig jaar kocht The Chellin Company een speciaal toestel voor een prijs van 12 000 euro. Op dat
moment werd verondersteld dat dit toestel een levensduur van 6 jaar had en dat de restwaarde na 6
jaar nul zou zijn. Het gebruik van de machine vergt jaarlijks zo’n 20 000 euro kaskosten.
Nu is er een nieuwe machine op de markt gebracht, waarmee dezelfde resultaten bereikt kunnen
worden, maar tegen lagere jaarlijkse kaskosten (17 000 euro). Dit nieuw toestel kost 21 000 euro en
heeft een verwachte levensduur van 5 jaar, waarna de restwaarde nul zou zijn. De oude machine kan
voor 8 000 euro verkocht worden aan een schroothandelaar. Machines worden lineair afgeschreven,
en de onderneming betaalt 30% vennootschapsbelasting op haar resultaat. De kapitaalkost na
belastingen bedraagt 8%.
a. Hoeveel bedraagt de initiële investering?
b. Bereken de incrementele kasstromen na belastingen.
c. Bereken de NPV en IRR
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Undercover99. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.