1. Inleiding tot de psychodiagnostiek
1.1 Omschrijving en belang van psychodiagnostiek
Jolanta = ingenieursjob in Europees bedrijf
Rik = begeleiding i.v.m. scheiding ouders
Dounia = opname owv drankverslaving (altijd kijken of je eerste idee wel klopt)
1.1.1 Alledaagse impliciet diagnosticeren
Diagnosticeren = toekennen van oorzaken aan verschijnselen of gedragingen
(attributietheorie)
Impliciet = onbewust, zonder erover na te denken
Iedereen doet het…, elke dag … vooral als er een afwijking is van een verwacht
patroon exp. Dakloze (ze hebben de neiging om meer de zakenpak gekleedde man/
vrouw te helpen dan de dakloze.)
- We doen dat niet bewust diagnosticeren soort oorzaak of gedrag aan toekennen
en je gaat daar ook effectief aan handelen.
- Je gaat een soort inschatting maken van iets en daar op handelen.
Vaak gebruikt als entertainment:
- Online of in tijdschriften: “testjes”
- Media, televisie en documentaires: extremer (on)gewenst gedrag (extreem gedrag
gebruiken, en interpretaties daarvan maken, wat is hier aan de hand,.. en zo aan de
slag gaan)
Impliciet diagnosticeren (zorgt voor fouten in onze denken) oordeelsfouten owv tekorten
en vertekeningen in denken = foutenbronnen bepaalt ons gedrag (is een probleem omdat
het ons gedrag bepaalt)
Onderzoek naar foutenbronnen:
- Hoe gaan mensen om met kansen en waarschijnlijkheden?
- Wat is de oorzaak?
Omgaan met kansen en waarschijnlijkheden:
Bv1: Mijn vriend is professor. Hij schrijft graag gedichten, is nogal verlegen en klein van
gestalte. Op welk terrein is hij werkzaam: Chinese literatuur of psychologie?
Bv2: Welk type woorden zijn het meest frequent in het Nederlands?
Beginnen met letter r makkelijker om op te zoeken
Woorden die ‘r’ als vieerde letter hebben?
Oorzaak van foutenbronnen:
Experiment: “Bart is 34 jaar, intelligent maar weinig creatief. Hij is dwangmatig en maakt een
saaie indruk. Hij was altijd sterk in wiskunde maar zwak in taal”
- Rangschik naar waarschijnlijkheid
o Bart is accountant
o Bart speelt in een hardrockband
o Bart is een accountant die in een hardrockband speelt
85% vindt het meest waarschijnlijk en het minst waarschijnlijk
De kans dat je twee eigenschappen hebt is sowieso groter dan 1 eigenschap te hebben.
,Kans dat bart accountant en hardrocker is altijd kleiner dan de kans dat hij een hardrocker is.
Heuristieken = (vuist)regels om sneller tot de oplossing van een probleem te komen (vaak
impliciet of onbewust) onbewust om heel snel te beslissen.
Informele, intuïtieve en speculatieve oplossingsstrategieën, ontwikkeld om snel beslissingen
te nemen (overleven), in tegenstelling tot algoritmen, die altijd en overal werken, zijn
heuristieken specifieke strategieën die we leren gebruiken in specifieke situaties en die niet
altijd een oplossing garanderen
hoe meer ervaring met een taak hoe beter heuristieken ontwikkeld zijn (heuristieken zijn
vaak oorzaak van foutenbronnen.
Andere statistische fouten
- Vliegen gevaarlijker dan autorijden (auto heeft meer kans op ongeval dan vliegen)
- Lijst van 19 beroemden mannen en 20 gewone vrouwen meeste mensen denken
dat er meer mannen dan vrouwen op de lijst waren (omdat ze dan beroemd zijn en
gekend zijn.)
o Hoe gemakkelijker voorbeelden van een fenomeen te binnen schieten, des te
frequenter is dat fenomeen.
Beschikbaarheidsheuristiek = (gebeurtenissen) als iets makkelijk uit het geheugen op te
halen is, schatten mensen dat dit vaker gebeurt
Voorbeelden: (ppt)
Representativiteitsheuristiek = (groepen) hoe meer iemand een overeeenkomstige
kenmerken vertoont die typisch zijn voor leden van een bepaalde groep, hoe groter de kans
is dat de persoon ook tot die groep behoort.
Voorbeelden (ppt)
(opdracht ppt, eerste voorbeeld = beschikbaarheidsheuristiek en de tweede
representativiteitsheuristiek)
1.1.2 Impliciet diagnosticeren in PSD
Meer gebruik van heuristieken indien meer ervaring met een thema, opletten voor
confirmation bias en andere foutenbronnen
Mogelijke foutenbronnen:
- Vaak geen systematische en consistente werkwijze
- Informatie zoeken die idee bevestigt (confirmation bias = mensen gaan info zoeken
die hun idee bevestigt)
- Te vlug adviezen formuleren
- Gebrekkige betrouwbaarheid en validiteit van de onderzoeksmiddelen en
ongeschikte normen
- Voor de hand liggende diagnosen en interventies over het hoofd zien
- Diagnostisch proces onvoldoende afgestemd op de hulpvragen van de cliënt
- Besluitvorming onvoldoende gebaseerd op beschikbare gegevens; geen objectieve
criteria hanteren (= verhoging van subjectiviteit)
- … verder op ppt dia 21 en 22.
,Fouten en vertekeningen mogelijk in elke fase van de psychodiagnostische besluitvorming
de invloed van foutenbronnen kan verminderd worden door gebruik van een duidelijk,
systematisch denkkader = EXPLICIETE DIAGNOSTIEK
1.1.3 Expliciet diagnosticeren als oplossing
Prescriptief kader of model = wetenschappelijk verantwoorde vormgeving van het proces
o.b.v. valide en betrouwbare producten (instrumenten/ methodieken)
PSYCHODIAGNOSTISCH PROCESMODEL (ppt 26)
Basis van het PSD procesmodel
Empirische cyclus (observeren, hypothese,..) hypothesetoetsend denken (de groot, 1994)
Empirische cyclus (EC) in statistiek (statistiek, blondines en brunettes)
Voorbeelden aan diagnostiek tijdens examen
EC van RIK :
- Observatie/ exploratie = concentratiemoeilijkheden, moeilijk stil zitte, impulsief, snel
boos,…
- Inductie = Rik heeft ADHD.
- Deductie = hij heeft ADHD indien resultaten van observatie, vragenlijsten,… bij
verschillende informanten erop wijzen dat er voldaan wordt aan de DSM 5 criteria
voor ADHD?
- Toetsing = gedragingen enkel in thuiscontext, niet op school, ontstaan na
vechtscheiding
- Evaluatie = wordt er voldaan aan DSM 5 criteria voor ADHD neen
- Obs en ecp = Rik heeft geen ADHD, gedragingen zijn begonnen na echtscheiding
ouders. (zo start je een nieuwe cyclus) inductie = heeft de vechtscheiding niet
verwerkt.
Andere voorbeelden op ppt 30 en 31.
Expliciete psychodiagnostiek in de praktijk?
- Explicieter werken met (gevalideerde) theorieën
- Bewust rekenschap geven van de keuze van bepaalde theorie
- Praktijkkennis gebaseerd op gesystematiseerde praktijkervaringen
- Duidelijk de denkstappen vastleggen die geleid hebben tot het advies
- Onderzoek doen naar de waarde van theorieën en de effecten van interventies
- Resultaten (durven) uitwisselen met collega’s (e.g. supervisie-intervisie)
1.1.4 Belang van (bestuderen van) PSD
Alledaagse impliciet diagnosticeren (niet gelijk aan) expliciete diagnosticeren door
wetenschappelijk opgeleide psychodiagnostici die mogelijkheden en kansen gaan schatten,
afwegen en herzien o.b.v. psychodiagnostisch procesmodel (empirische cyclus) adviezen
en behandeling op maat van de cliënt (Enkel op deze manier kan je je cliënt adviezen geven
op zijn eigen maat)
, 1.2 Maatschappij en psychodiagnostiek
HISTORISCHE VOORLOPERS (psycho)diagnostiek voor psychologie als wetenschap.
- 2200 v. Chr. (tot nu) RATRACE (heel veel mensen die een bepaalde plek willen)
o Selectie in Chinese keizerrijk
o Gideonsbende (Oude T), appostelen
o NU: Overheid, politie, bedrijven
de
- 4 eeuw v. Chr. GRIEKSE TYPOLOGIEËN
o Hippocrates, Plato,…
o NU: Big Five
de
- 13 eeuw (tot nu) SCHOOLPRESTATIES via EXAMENS
o Univ. Van Bologna: mondelinge examens
o 17de eeuw: univ. Van Oxford
o NU: LVS (België)/ CITO toetsen (Nederland)
de
- 16 eeuw METEN UITZONDELIJKE INTELLIGENTIE
o Eerste poging door Haurte (Spanje)
- 18de & 19de eeuw PERSOONLIJKHEID obv UITERLIJK
o Frenologie (schedelomtrek) (kon men zeggen wie/hoe dat je was)
o NU: samenhang tussen lichamelijke, biologische kenmerken & intelligentie
MAATSCHAPPELIJKE CONTEXT
- VS: RECRUTERING LEGER (WOI 1914-1918)
o Collectieve tests: intelligentie, PH, meestal niet evidence based
- EU: IN SCHADUW VAN VS (Na WOII)
o Tot 1950: intuïtieve psychodiagnostiek
- VS: DIVERSITEIT IN TEST & TESTGEBRUIK (na WOII ’40-’45)
o Tests voor specifieke vaardigheden (selectie)
o Toename beschikbare tests
o Sterkere en kritische bezinning op theoretische achtergronden
- EU: BEVOLKINGSGROEI/ VERSTEDELIJKING (eind 19de eeuw)
o Mensen selecteren & afwijkend gedrag identificeren
- EU: OPKOMST WETENSCHAPPEN EN BIOLOGIE (eind 19de eeuw)
o Ontstaan psychologie
- VS: VERSPREIDING TESTS & TESTMISBRUIK (emigratie vanuit Europa)
o Immigranten
e
EIND 19 EEUW
- BIJDRAGE UIT AANVERWANTE DISCIPLINES
o PSYCHIATRIE (Classificatie, diagnose en niveau van geestelijke afwijkingen.)
PINEL (1747), salpêtriëre (Frankrijk, vanaf 1795)
Zachte psychologische aanpak (<> wrede “behandelingen” voor
bezeten patiënten)
o Open, vriendelijke relatie naar patiënt
o Doelgerichte activiteiten
o Correcte fysieke verzorging & voeding
Diagnostiek obv observatie en onderzoek
Dossier voor elke patiënt
Kennis bij personeel door training
ESQUIROL (1772), (student van pinel)