Dit is een SV die zowel lesnotities van het vak 'personen- en familierecht' als aanvullingen uit het boek omvat. Er wordt duidelijk aangegeven welke delen belangrijk zijn en er is een duidelijke structuur.
Hoofdstuk 1: Wat is personen- en familierecht?
Zie art. 2
Deel 1: Personenrecht Naturlijke persoon en Rechtspersoon oud BW,
3.38 BW
Wie: de actieve actoren aan het rechtsverkeer (3 relevante entiteiten) en 3.35
BW.
Aanknopingspunten? Geen definitie van de ‘persoon’. Wel onrechtstreeks
(onderscheid met zaken en dieren en onderscheide natuurlijke persoon en
rechtspersonen)
o Personen (‘persoon’ < lat.: persona = toneelmasker, rol op toneel van de
juridische wereld.)
Natuurlijke persoon: elke mens (Romeinense slaven: geen personen maar
wel mensen)
Mens van vlees en bloed = gematerialiseerd
Mens als juridische entiteit = gedematerialiseerd om de juridische
rol te bepalen (innerlijk, status…)
Doel °Hokjes in het recht
Rechtspersoon (sensu latu: de persoon in zijn geheel, sensu strictu: )
Ruime betekenis: synoniem van ‘persoon’
Beperktere betekenis: elke andere entiteit dan een natuurlijk
persoon.
Recht gaat om relatie met andere personen Voorwerpen en dieren zijn
geen deelnemers van het rechtsverkeer, dus je kan er dan ook geen
relatie mee hebben. (ik bezit een horloge, dus anderen mogen er niet
aankomen het gaat niet om de verhouding tussen mij en mijn horloge,
maar om mij en alle andere mensen die van de horloge moeten afblijven,
ook zo bij bvb mijn hond) Een recht is een plicht van een ander
Waarom belangrijkste categorie: vermogen om als denkend en voelend
wezen rechten en plichten op te nemen Antropocentrisch recht, door
en voor mensen.
o Voorwerpen Geen rechten, plichten of verboden
o Dieren 3.38 (dus geen voorwerpen meer! Vroeger was dit een deel van de
categorie voorwerpen, nu aparte categorie) Geen rechten, plichten of
verboden
Zijn dieren Rechtspersonen?
Argument voor: dieren hebben gevoelens, lijken op mens
Argument tegen: dieren kunnen geen plichten opnemen (maar plichten
zijn rechten van anderen DUS ze hebben geen rechten)
Zelfs dan: welke rechten en plichten zouden we geven aan dieren?
Enkel fundamentele rechten? Of ook meningsuiting vb?
o Quid AI en cyborgs? Actueel maar juridisch onopgeloste zaak.
, Conclusie: Cartesiaanse tweedeligheid: mensen vs. De rest STAAT ONDER DRUK (opkomst
dieren als derde categorie, opkomst artificiële intelligentie, dragers van leven zoals water en
lucht…)
= ACTOR-NETRWERKTHEORIE: erkent buiten mens ook niet-menselijke actoren.
Algemeen
o Identiteit, indeling in categorieën/ hokjes – alle personen
Bijzonder
o Identiteit in de natie (vreemdeling, nationaliteit…)
Staatsburgers/ vreemdelingen
o Persoonlijke kenmerken (minderjarig, TBP, geestesziekte…) – bepaalde
categorieën van personen
Huwelijk en wettelijke
samenwoning zijn beiden
Deel 2: Familierecht verhoudingen van staat (geen
contractvrijheid en geregeld t.o.v.
Geen wettelijke definitie (Wel art. 8 EVRM waarop je je kan derden.)
beroepen) Wettelijke en feitelijke
3 soorten familiale betrekkingen samenwoning in grote mate
o Partners (horizontaal) – Partnerrelatie gequalqueerd op het huwelijk.
(huwelijk, wettelijke SW…) Moeilijk te definiëren
wat partners nu juist zijn: hier zijn enkele mogelijke relevante
aanknopingspunten:
Persoonlijke relaties (gevoelens en uiting ervan)
Behoeften vervullen (wederzijds afhankelijk & zorg – niet per se
geld)
Duurzaamheid (lange duur, kinderen, samenwonen)
Consenting adults (min. 2 personen die er voor kiezen)
Ook andere mogelijk dan huwelijk, wettelijke en feitelijke
samenwoning
Vb) Latrelatie kan partneralimentatie vergroten
voor de ex-echtgenoot
Eigenlijk fout van de wetgever: behandelt enkel de seksueel
affectieve relaties met 2 personen. Maar anderen moeten ook
worden beschermd.
Maar nu: levensgemeenschap met samenwoning steeds meer in de
plaats van een partnerrelatie
DUS: feitelijk gezinsleven/ levensgemeenschap > bloedband/
juridische band
o Ouders en kinderen (verticaal) (afstamming en adpotie)
De secundaire afhankelijkheid: het kind wordt verzorgd door de
moeder, de moeder kan minder tijd in zichzelf steken, dus heeft hulp
nodig van de vader/ partner
1ste functie van het familierecht: immaterieel: maatschappelijke en
familiale waarden en normen
, 2de functie van het familierecht: materieel: in levensonderhoud
voorzien
o (Deze 2: samen ‘het gezin’)
o De uitgebreide familie: verwantschap (over generaties heen, verwantschap,
wanneer ouders niet voldoen een reserve vangnet)
Hoofdstuk 2: Personen
Afdeling 1: waarover gaat het?
Zie in leiding personenrecht
Afdeling 2: De natuurlijke persoon
§1: De mens
Welke entiteit is een mens (cf. ‘monstres’/ cyborgs)?
o Vroeger categorie: monstres = een persoon met een beperking: nu meestal
niet meer problematisch < medische oplossingen/ wettelijke oplossingen
o Nieuwe categorie, nog niet juridisch: cyborgs: dierlijke of mechanische
organen… Vb) Persoon met het hart van een varken/ synthetisch hart
o Leidt vaak tot moeilijkheden bij bepalen van wat de persoon is
Definitie met 2 voorwaarden: Natuurlijke persoon: elke entiteit die
o uit een mens is geboren
o op basis van menselijke gameten (zaadcel + eicel) (Ook niet de bevruchte eicel
bij een dier inplanten, of dierlijke cellen in een mens inplanten.)
§2: Vanaf de geboorte
In beginsel: geboorte12
o Voorwaarde: levend en levensvatbaar
o Geboorte = uit de baarmoeder komen (geen juridische definitie, dus hoe het
in de taal wordt begrepen Zal moeten worden aangepast want binnenkort
ook zwangerschap buiten de baarmoeder mogelijk)
Levend = het kind heeft in- en uitgeademd
Levensvatbaar = heeft alle levensnoodzakelijke organen (niet
wanneer er bvb een serieus hartprobleem is en sowieso enkele uren
1
Art. 44 BW: akte van geboorte bij levende/ levensvatbare mens (vermeldt
datum en uur)
2
Art. … BW: 180 dagen na de verwekking
, later sterft, dan is het niet levensvatbaar en heeft het dus nooit
geleefd, ook al heeft het geademd.)
Minder dan 180 dagen voor de verwekking:
vermoeden van niet-levensvatbaarheid (kan
worden betwist < steeds nieuwe medische
ontwikkelingen)
Dus pas op: ademen ≠ levensvatbaar zijn
o Akte van geboorte < ABS (na medisch attest arts of wroedvrouw)
o Kind heeft geleefd maar stierf voor de aangifte bij de ABS? Dan zowel de akte
van geboorte als de akte van overlijden opstellen.
Doodgeboorte & Akte van levensloos kind
o Nooit bestaan? Zeer pijnlijk voor de ouders °officiële erkenning dat het
kind er is geweest
°Akte van levensloos kind 3 (dus het kind heeft geen geboorteakte,
ook geen akte van overlijden want niet levend en levensvatbaar)
o Begrafenis/ crematie
Voor de 180 dagen: op verzoek van de ouders
Na de 180 dagen: verplicht
Wat staat er in die akte?
o < 140 d Spontane en niet-spontane abortussen mogelijk
Akte levensloos kind: onmogelijk (wel begraven/ crematie mogelijk)
o ≥ 140 en < 180 dagen
Akte levensloos kind: keuze (vader/ moeder/ meemoeder)
Voornaam: keuze
o ≥ 180 dagen
Akte levensloos kind: verplicht
Voornaam: keuze
Naam: keuze Naam die het kind zou hebben gekregen bij levende
geboorte
Wat staat er niet in de akte? Of het kind voor de vaststelling bij de geboorte heeft
geleefd Moeilijker voor de ouders.
Nog geen geboorte
3
Art. 58-59 oud BW
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur EmmaNW. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.