Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Boom Juridische studieboeken - Recht in context, ISBN: 9789462907652 Inleiding Rechtswetenschap (RR111) €6,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Boom Juridische studieboeken - Recht in context, ISBN: 9789462907652 Inleiding Rechtswetenschap (RR111)

 33 vues  4 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting Boom Juridische studieboeken - Recht in context, ISBN: 7652 Inleiding Rechtswetenschap (RR111). Volledig, met uitzondering van: Hoofdstuk 8, paragraaf 7 en 8 Hoofdstuk 9, paragraaf 2 Hoofdstuk 10, paragraaf 4 Hoofdstuk 11, paragraaf 1, 2 en 4 tot en met 6 Hoofdstuk 12, para...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 87  pages

  • Non
  • Recht in context; volledig, met uitzondering van: hoofdstuk 8 paragraaf 7 en 8, hoofdstuk 9 paragraa
  • 11 octobre 2022
  • 87
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting Recht in Context
Hoofdstuk 1
1.1 Wat is recht?
Het recht is te herkennen uit concrete gevallen: de oplossing van een concreet
juridisch probleem (casus) is een aanknopingspunt om vast te stellen wat geldig
recht is en hoe het zijn uitwerking heeft op het leven van mensen.
Positieve recht = Het recht dat op een bepaald moment in een land geldt.
Contextualisme = Recht kan uitsluitend worden gekend in de context van de
omstandigheden waarin het recht functioneert.
- Je kijkt naar de omstandigheden waaronder het recht tot stand is gekomen, opdat
de (oorspronkelijke) context van wat wij nu als leerstuk kennen, wordt verhelderd.
- Het recht in concreto, in een actuele zaak, een geval of casus, kan slechts goed
begrepen worden als er ten volle aandacht wordt besteed aan alle omstandigheden
van dat geval (gedachte ontleend aan de Griekse filosoof Aristoteles: de mens moet
handelen naar de eisen van de omstandigheden).
Domein van de rechtswetenschap:
Traditioneel wordt in de rechtswetenschap een onderscheid gemaakt tussen
enerzijds de rechtsdogmatiek, en anderzijds de benaderingen van het recht waarbij
ook de bevindingen van andere wetenschappen worden gebruikt (bijv. de
maatschappijwetenschappen waarin empirisch onderzoek wordt gedaan).
Met rechtsdogmatiek bedoelen wij in aanvulling op wat wij hiervoor al opmerkten:
1. de studie van het geldende recht;
2. de casuïstiek, dat wil zeggen het geheel van de juridische casus;
3. de ordening van het recht door tekstanalytische methoden.
Multidisciplinariteit = als de rechtswetenschap met andere wetenschappen
verbonden wordt, dienen die andere wetenschappen soms als hulpwetenschappen,
waarvan de resultaten in en door het recht worden gebruikt.
Interdisciplinariteit = de relatie tussen de rechtswetenschap en een andere
wetenschap is nauwer doordat er tussen de rechtswetenschap en die andere
wetenschap fundamentele punten van overeenkomst zijn. Dat wil zeggen de
wetenschappelijke verbondenheid en samenwerking van disciplines op het niveau
van hun grondslagen.
In strikte zin is de rechtswetenschap dus te beschouwen als rechtsdogmatiek (= hoe
steekt het recht in elkaar). In brede zin omvat de rechtswetenschap zowel de studie
van de rechtsdogmatiek als die van interdisciplinaire benaderingen van het recht.
Voor wie het recht in zijn context bestudeert, omvat de rechtswetenschap dus niet
alleen de rechtsdogmatiek, maar ook de rechtssociologie, de rechtsgeschiedenis, de
rechtsantropologie, de rechtsfilosofie en ook de argumentatieleer en de retorica en
andere maatschappij- en geesteswetenschappen. Een verbreding van de context
van het recht voert ons dus onherroepelijk in de richting van een multi- of
interdisciplinaire bestudering van het recht.

[1]

,Als wij immers het recht alleen bestuderen als een gegeven systeem van regels
zonder aandacht te besteden aan de context, dan komt de rechtsdogmatiek als het
ware los te staan. Om de rechtsdogmatiek te contextualiseren is het allereerst nodig
aandacht te besteden aan het instrument van het recht: taal. Voor recht is taal het
medium.
1.2 De taal van het recht
Samenleven en menselijke betrekkingen onderhouden is slechts mogelijk als wij
minimaal een gemeenschappelijke taal kunnen spreken. Spitsen wij dit toe op het
recht, dan kunnen wij de vergelijking maken met het leren van een nieuwe taal. Wij
moeten de taal van het recht argwanend beschouwen. De taal van het recht bevat
namelijk begrippen die wij menen te kennen, bijvoorbeeld uit ons dagelijks
taalgebruik. Maar in juridische zin kunnen die wel eens een heel andere betekenis
hebben – de context is immers een andere dan die van het gewone taalgebruik – en
daarom is voorzichtigheid geboden.
De taal van recht begrenst zo de werkelijkheid in het algemeen, en de samenleving
meer in het bijzonder. De onbegrensde vrijheid wordt omgezet in een beperkter
aantal variatiemogelijkheden. Die moeten op hun beurt weer passen in de
aangebrachte structuur, want anders is letterlijk en figuurlijk sprake van onzin. In het
geval dat iets niet past binnen de rechtstaal hebben wij te maken met hier wat niet
gezegd kan worden en dus juridisch niet relevant is. Gevolg hiervan is dat het recht
en de taal van het recht op een bepaalde manier in een dominante positie worden
gebracht. Een belangrijk doel van die taal van het recht met zijn eigen logica en
begripsvorming is immers om antwoord te geven op maatschappelijke problemen,
het reguleren en beheersen van de maatschappelijke werkelijkheid. Beheersbaarheid
van conflictsituaties is een van de functies van het recht. Recht probeert te
voorkomen dat het conflicten ontstaan die alleen maar met geweld beslecht kunnen
worden. Door het conflict te vertalen in juridische termen worden oplossingen
mogelijk.
Ultimum remedium = het uiterste redmiddel om eigenrichting tussen individuen in de
samenleving te voorkomen (met name in het strafrecht).
Die pacificerende kant van het recht kent ook zijn grenzen. Zo geeft de juridische
oplossing van een conflict wel een functioneel herstel van menselijke betrekkingen,
in die zin dat beslist wordt wat de verhouding tussen partijen of tussen overheid en
burger zal zijn, maar geeft zij zelden ook emotioneel herstel.
En in die taal zit nu precies het probleem, want woorden zijn nooit op voorhand
duidelijk en de context waarbinnen woorden worden geuit is van invloed op de
betekenis.
Jan Vranken; 1995. Het recht is een ‘discursieve grootheid’ in navolging van
Scholten. Dat wil zeggen ‘het altijd voorlopige resultaat van een proces van
meningsvorming en overtuiging.




[2]

,1.3 Betekenis en context: drie voorbeelden
Rechtsvinding = in de rechtspraak heeft de rechter tot taak om de betekenis van het
geldende recht vast te stellen in het licht van het geval waarover hij moet oordelen.
Casuïstische rechtsvinding = de rechter bepaald de betekenis van een geval
gebaseerd op de omstandigheden.

Het is in de rechtspraak niet ongebruikelijk om de rechtsgevolgen van een bepaalde
casus niet aan te duiden in de vorm van een algemene regel, maar om die
afhankelijk te maken van de omstandigheden van het geval.
- VB 1: HBU-Saladin
- VB 2: Haviltex

1.4 Casuïstische rechtsvinding
Regelgeleide rechtsvinding = rechtsvinding aan de hand van scherpe, vaststaande
regels (Engelse term: hard en fast rules), die minder gericht is op de context van het
geval, en meer op de toepassing en ontwikkeling van algemene regels.

Casuïstische rechtsvinding is meer gericht op de billijkheid in concreto, als uitvloeisel
van het streven naar rechtvaardigheid. Als wij bij het oplossen van een juridische
casus de vraag vooropstellen: ‘Wat is een rechtsvaardige oplossing?’, leidt dat tot
een focus op het geval in kwestie en aandacht voor wat daar rechtsvaardig zou zijn.
Omdat elk geval verschillend is, resulteert casuïstische rechtsvinding in
verscheidenheid.
→ Verdedigers: Amsterdamse school van Scholten, Bregstein, Pitlo, Schoordijk en
Van Dunné.

Regelgeleide rechtsvinding daarentegen is meer gericht op rechtseenheid, de
rechtsgelijkheid en rechtszekerheid. Bij deze vorm van rechtsvinding stellen we de
vraag voorop: ‘Welke regel moet worden toegepast?’. Het is belangrijker om te
zorgen dat regels steeds juist worden toegepast in samenhang met andere regels,
omdat alleen zo voorspelbaar is hoe het recht zal uitwerken en omdat dan de
eenheid van het rechtssysteem wordt gewaarborgd. Regelgeleide rechtsvinding
draagt dus vooral bij tot de ontwikkeling van het recht als systeem.
→ Verdedigers: de Leidse school van Meijers, Drion e.a.

In de loop van de twintigste eeuw heeft rechtspraak een ontwikkeling in de richting
van casuïstische rechtsvinding laten zien. Er is sprake van een verschuiving van wat
in Duitsland Normgerechtigkeit (= gerechtigheid op basis van de wettelijke norm)
wordt genoemd naar Einzelfallgerechtigkeit (= gerechtigheid in het individuele geval).
In de confrontatie tussen regel en feiten kunnen de laatste de eerste beïnvloeden,
aanvullen, verfijnen, kortom: aanpassen om in concreto een bevredigend
rechtsoordeel te kunnen opleveren.
Het rechterlijk oordeel dient generaliseerbaar te zijn en moet daarom op algemene
gezichtspunten steunen, ook wanneer de wet slechts vage aanwijzingen geeft.




[3]

, De ontwikkeling in de richting van casuïstische rechtsvinding is niet zonder kritiek
geweest.
Barendrecht; Recht als model van rechtsvaardigheid. Gekeerd tegen
casuïstische rechtsvinding onder meer op grond van het
rechtszekerheidsargument.
Van Zaltbommel; De betekenis van het recht als systeem. Betoogd dat de
toepassing van de redelijkheid en billijkheid de ondergang van het systeem
van het privaatrecht betekent.
Casuïstische rechtsvinding stuit op voor de hand liggende bezwaren. Met name de
zorg voor rechtseenheid en rechtsgelijkheid verdient aandacht.
Ten aanzien van rechtseenheid:
- de eenheid van de gronden waarop wordt geoordeeld: in de rechtsvinding dient de
eenheid van gronden te worden gerealiseerd, wil men niet in rechterlijke willekeur
vervallen. Wanneer niet op grond van dezelfde criteria wordt geoordeeld, dan
vervalt met in arbitraire beslissingen, zoveel is wel duidelijk.
- de eenheid van resultaten van beoordeling: er is echter niet gezegd dat de
oordeelsvorming steeds dezelfde resultaten oplevert. Geen casus is gelijk en
daarom zullen – ook bij de hantering van uniforme criteria – in de uitkomsten grote
verschillen optreden. Verschillende gevallen verdienen verschillende behandeling.
Ongegronde gelijkheid is evenzeer in strijd met het gelijkheidsbeginsel als
ongegronde ongelijkheid.
Het gelijkheidsbeginsel eist:
- dat gelijke gevallen gelijk dienen te worden behandeld (en ongelijke ongelijk naar
de mate van hun ongelijkheid). Dat vergt niet alleen dat dezelfde criteria worden
gehanteerd, zoals hiervoor werd aangegeven, maar ook dat in toekomstige gelijke
gevallen dezelfde beslissing wordt genomen. Rechtsoordelen dienen daarom
generaliseerbaar te zijn (= dat zij een regel opleveren die zich voor herhaalde
toepassing leent). Dat besef zien wij overigens ook al in de klassieke bespreking van
het gelijkheidsbeginsel bij Aristoteles waar de eis dat gelijke gevallen gelijk
behandeld dienen te worden direct gerelativeerd wordt door de toevoeging dat dit
dient te geschieden naar de mate van hun gelijkheid. De mate van gelijkheid is altijd
weer contextbepaald en dwingt dus tot het bezien van de omstandigheden van het
geval. Rechtsgelijkheid impliceert niet uniformiteit, maar generaliseerbaarheid.
Rechtsgelijkheid, evenals rechtseenheid, verzet zich dus niet op voorhand tegen
casuïstische rechtsvinding, zolang goed uitgelegd kan worden waarom de
omstandigheden van de casus beslissend zijn.
Maar moeten burgers niet af kunnen gaan op een duidelijke regel, zeker in het
strafrecht, zodat zij tevoren weten hoe zij zich dienen te gedragen? De
rechtszekerheid is een groot goed, maar zij is tegelijkertijd niet onbeperkt. Vaak stelt
het recht duidelijke regels die, in het licht van de bijzondere omstandigheden van het
geval, ineens niet meer zo duidelijk zijn. Scherpe, vaststaande regels bieden vaak
schijnzekerheid, omdat bij het eerste het beste moeilijke geval uitzonderingen
moeten worden gemaakt.
- VB 1: rechtsfilosoof H.L.A Hart (1907-1992) ‘Verboden voor voertuigen’ in het park.

[4]

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Tara23. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

71184 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  4x  vendu
  • (0)
  Ajouter