SW Hoofdstuk 1: Ons gedrag en sturing daarvan
Gedrag verwijst naar acties en reacties van een mens/dier op zijn omgeving.
Gedragsstudies altijd vanuit een bepaalde referentiekader:
Structuralisme
Biologische invalshoek (biologische psychologie)
Behaviorisme
Psychodynamische invalshoek
…
Structuralisme:
• Begin van de wetenschappelijke psychologie
Stroming binnen de psychologie die de basisstructuren van de geest en de gedachten trachtte te ontrafelen
Introspectieve verslagen (beschrijvingen van eigen ervaringen) als basis
Geen wetenschappelijke basis
kritiek (subjectief; geen representativiteit en generaliseerbaarheid)
Representatief wil zeggen dat de mensen in je steekproef een mooie afspiegeling vormen van de mensen in je
populatie. Je populatie bestaat uit de hele groep mensen waar je uiteindelijk in je conclusies uitspraken over wilt doen.
Nectar-kubus:
Wanneer je een paar minuten naar de Necker-kubus kijkt, lijkt het perspectief te veranderen.
Een tijdlang zie je de kubus misschien van rechtsboven, maar dan verandert de afbeelding plotseling
en lijkt het alsof je er van linksonder tegenaan kijkt.
Besluit: Als je hebt gezien hoe het perspectief verschuift, laat je de kubus aan iemand anders zien en
vertel je wat er zal gebeuren. Jouw beschrijving is een introspectief verslag van jouw eigen
psychische ervaring!
Biologische invalshoek (biologische psychologie):
• Invalshoek die de oorzaken van gedrag zoekt in het functioneren van de genen, de hersenen en het zenuwstelsel en
het endocriene (= hormonale) stelsel.
Bv. Wanneer Nina ongesteld gaat worden, is ze meer prikkelbaar. Dit noemt men PMS (= premenstrueel syndroom).
Bv. Stoornissen zoals ADHD (genetica) die een invloed uitoefenen op het vermogen tot focus en alertheid
(concentratieproblemen).
Behavioristische invalshoek:
• De bron van onze handelingen zitten in stimuli en in de omgeving
Niet in innerlijke psychische processen
Concreet: het leven zit vol beloningen en straffen en die bepalen hoe we ons gedragen
Niet onze biologie of onze geest
Bv. Van nature zal Stijntje (4 jaar) niet de neiging hebben om op te ruimen. Wanneer hij door zijn mama wordt
aangespoord en beloond, zal hij dit gedrag sneller opnieuw stellen.
Conclusie: oorzaken zoeken door straffen en belonen. Kijken hoe andere invloed hebben op je gedrag
, Psychodynamische invalshoek:
• Het gedrag wordt grotendeels bepaald door de energie van irrationele verlangens
We worden ‘bewogen, gemotiveerd tot iets’
Onbewust
Grondlegger = Freud
Freud stelt de geest voor als een soort snelkookpan vol onbewuste seksuele en destructieve verlangens en
herinneringen aan traumatische gebeurtenissen, waarin de druk steeds hoger oploopt
Psychodynamische invalshoek focust zich op de behandeling van psychische stoornissen en veel minder met
wetenschappelijk onderzoek
Irrationeel = iets wat onwerkelijk is maar wel naar verlangen. Hun kijken waarom mensen bepaalde dingen doen bv.
Zelfmoordgedachten, alcohol drinken,…
Leren
• Leren is het eigen maken van nieuwe gedragsmogelijkheden die vaak maar niet altijd direct zichtbaar zijn. Het resultaat
van dit leren mondt uit in een vrij stabiel en blijvend nieuw gedrag.
Leren start dus zeer vroeg in onze ontwikkeling
De pasgeborene leert al dat het maken van bepaalde bewegingen (in het begin zeer toevallig) een zeker gevolg kan
hebben
Bv. Als ik met mijn handje het autootje raak, zal deze bewegen; als ik lach of geluiden maak, dan reageert mijn mama of
papa heel enthousiast; als ik ween, komen ze mij uit mijn bedje halen, …
Bv. Je veters leren strikken, leren schrijven
• Leren start zeer vroeg en is een blijvend proces.
Er is ongelooflijk veel dat we geleerd hebben en nog zullen leren:
Leren zitten, lopen, klimmen, praten, eten met mes en vork, …
Op school leer je rekenen, schrijven, lezen, …
Maar ook hoe je moet omgaan met leeftijdsgenoten, leerkrachten, …
We leren met ons hoofd, met onze handen, met onze benen, … met onze hele persoon. Door de ontwikkeling van
ons denken zullen wij in staat zijn steeds ingewikkeldere denkprocessen te maken en dus ook op een andere manier leren
en bijleren!
Manier waarop we leren / de hoeveelheid nieuwe gedragsmogelijkheden die we ons eigen maken = individueel
verschillend.
Omdat er verschillende beïnvloedende factoren zijn:
De hoeveelheid prikkels uit onze omgeving, onze individuele (genetische) mogelijkheden, onze motivatie om iets te
willen leren, onze opvoedingsgeschiedenis of –milieu,…
Hogere intelligentie = sneller nieuwe dingen aanleren
deze persoon = mogelijk ook meer gemotiveerd om nieuwe dingen aan te leren. Anderzijds is het zo dat mensen (ook
al is de intelligentie lager) die zeer sterk gemotiveerd zijn om iets bij te leren, dit ook sneller zullen doen.
Conclusie: je blijft elke dag leren. Er zullen altijd verschillen zijn door je opvoeding, geloof, omgeving,..
Motivatie = je ouders die je aanmoedigen.
Voorbeeld leren:
Als jouw motivatie om dit jaar te slagen heel hoog is, ga je meer studeren en meer bijleren. Uiteraard hangt hier ook de
stimulatie mee samen die je van thuis uit meekrijgt.