Mens en Recht Bunthof 12e editie 2023 / 55 meerkeuzevragen met antwoorden / hele boek / niveau: beginner
Mens en Recht, editie 11. Hoofdstuk 1,2,3,6,16
Samenvatting Mens en Recht 1
Tout pour ce livre (92)
École, étude et sujet
Christelijke Hogeschool Ede (CHE)
HBO Social Work
Recht (SW2RECH16)
Tous les documents sur ce sujet (22)
Vendeur
S'abonner
Yvanka12
Avis reçus
Aperçu du contenu
Rechten samenvatting
Thema 1 Recht en Regels
Thema 2 Indeling van het recht
Thema 3 Samenlevingsvormen en scheiding
Thema 4 Ouderschap en gezag
Thema 5 jeugdhulp en kinderbeschermingsvormen
Thema 6 vreemdelingenrecht
Thema 7 Gezondheidsrecht
Recht en regels
1.1
In de Nederlandse samenleving leven en handelen mensen en organisaties met dikwijls verschillende belangen.
Om te voorkomen dat er conflicten ontstaan, kunnen er duidelijke afspraken gemaakt worden. Het gaat om
rechten en plichten van individuen en van de overheid. Deze rechten en plichten komen voort uit normen en
waarden die algemeen gelden in de maatschappij. Door dit in zogenaamde rechtsregels (Regels die zijn
vastgelegd in rechtsbronnen) vast te leggen, met de wijze waarop die regels gehandhaafd kunnen worden,
krijgt het recht vorm.
Het recht brengt een doelmatige ordening aan in de samenleving. Tevens geeft het recht spelregels voor
gedragingen tussen individuen onderling en voor het handelen door de overheid. Daarnaast stuurt het recht
het individuele gedrag van de burgers.
Recht en rechtvaardigheid zijn geen synoniemen van elkaar, maar het recht is in het beginsel wel gericht op
rechtvaardigheid.
Wat is recht?
- alle rechtsregels die gelden binnen een democratische rechtsstaat. Rechtsstaat is dat wij ons daaraan houden.
- regels zijn bedoeld om de samenleving te ordenen en om conflicten te voorkomen of op te lossen.
- recht en rechtvaardigheid is geen synoniem
- rechts is wat een rechter beslist
- recht is gevolg van geldende waarden en normen in de samenleving. Bv. Homohuwelijk.
1.2
Recht is er niet zomaar, het wordt door mensen gemaakt. Pas als regels algemeen als rechtsregels zijn aanvaard
en vastgelegd, behoren ze tot het recht. Er zijn vier rechtsbronnen (vindplaats van het recht).
1 De wet- en regelgeving- Een geschreven rechtsbron. Wetten bevatten rechtsregels die zijn vastgelegd door de
overheid. De hoogste wetgever in Nederland is de Staten-Generaal samen met de regering. Een wet komt tot
stand als de regering en de Staten-Generaal met een wetsvoorstel instemmen. Alleen wetten afkomstig van de
hoogste wetgever worden met wet aangeduid, denk aan burgerlijk wetboek, de jeugdwet en Gemeentewet.
Een wettenbundel is een verzameling van officiële wetten die door de uitgever zijn geselecteerd en samen in
een boek zijn opgenomen. De hoogste wet in Nederland is de Grondwet, deze bevat dan ook onder andere alle
grondrechten. In lagere regelgeving komt het woord ‘wet’ niet voor. Een regel enkel afkomstig van de regering
wordt ook wel koninklijk besluit genoemd. De regering houdt zich overging niet alleen bezig met regels. Er zijn
dus ook KB’s die geen regels bevatten. Een KB dat wel regels bevat, wordt een algemene maatregel van
bestuur genoemd. Een regeling afkomstig van een minister heet een ministeriele regeling. Een regeling van de
provinciale staten of van de gemeenteraad wordt een verordening genoemd. Nederland is lid van de Europese
Unie en heeft een deel van haar regelgevende bevoegdheden overgedragen aan de organen van de EU. Deze
,organen stellen verordeningen en richtlijnen vast die gelden in de gehele EU. Deze Zogeheten
gemeentschapsverordeningen en -richtlijnen zijn daarmee hoger dan de Nederlandse Grondwet.
2 Jurisprudentie- dit ontstaat doordat algemene regels in de diverse wetten en in de overige regelgeving
moeten worden toegepast in individuele situaties, die vaak heel verschillend zijn. De rechter moet uitzoeken
hoe regels zijn bedoeld en doet uitspraak. Afhankelijk van de soort zaak of het niveau van de zaak wordt zo’n
uitspraak vonnis, uitspraak of arrest genoemd. Een uitspraak van de hoogste rechter in Nederland, de Hoge
Raad der Nederlanden heet een Arrest. Elke uitspraak heeft een uniek nummer en wordt bij publicatie
voorafgegaan door de letters ECLI. In de rechtspraak wordt nieuw recht gevormd door rechters, daarom wordt
jurisprudentie ook wel rechtersrecht genoemd. Jurisprudentie is een ongeschreven rechtsbron. De rechter heeft
een aantal interpretatiemethode: letterlijk lezen van de wet, toepassen op de situatie en historische. Dan kijkt
de rechter terug in de geschiedenis. Ceville rechtszaak is tussen mensen en je gaat naar een bestuursrechter als
het tussen individu en wet gaat.
3 Gewoonte- Dit is een ongeschreven rechtsbron. De regels van gewoonterecht zijn nergens opgetekend,
maar ontstaan in de loop van de tijd door het gebruik ervan in algemene kring.
4 Verdrag- verdragen zijn afspraken tussen twee of meer staten die op schrift zijn gesteld en die gelden in de
staten die partij zijn bij het verdrag. Daartoe moeten de partijen wel zijn geratificeerd, of terwijl ermee akkoord
hebben verklaard. Veel bepalingen in verdragen hebben directe werking, dat wil zeggen dat iedereen zich daar
direct op kan beroepen. Ook wanneer deze niet zijn opgenomen in wetten of regelgeving.
1.3
Er bestaat dwingend recht en aanvullend recht. Sommige rechtsregels leggen aan individuen of partijen die een
juridische relatie ofwel rechtsbetrekking met elkaar hebben, dwingen bepaalde rechten of plichten op. Dit
noem je dwingend recht, hiervan mag dan ook niet worden afgeweken. Er zijn ook rechtsregels die partijen
mogelijkheid geven om zelf dingen te regelen. Dit noem je ook wel semidwingend recht. Semi is half. Ten slotte
zijn er regels die alleen gelden bij als specifieke afspraken ontbreken. Dit is het aanvullend recht.
Semidwingend en aanvullend recht komen vooral voor bij het sluiten van een overeenkomst. Wanneer de
wetgever een van de partijen wil beschermen, dan wordt een regel van dwingend recht vastgelegd.
Niet alle regels hebben dezelfde rechtskracht. In alle regelingen bestaat de volgende rangorde, waarbij de
eerste regeling het hoogste in rang is:
1 Verdragen
2 Gemeenschapsverordeningen en richtlijnen
3 Grondwet
4 Overige wetten
5 Algemene maatregelen van bestuur
6 Ministeriële regeling en richtlijnen
7 Provinciale verordeningen
8 Gemeentelijke verordeningen
In hogere regelgeving wordt niet alles tot in detail geregeld. Dit wordt dan overgelaten aan de lagere
regelgevers. Daarnaast bevat het recht in verdragen en in de almaar omvangrijker wordende Europese
regelgeving steeds vaker concrete, algemeen verbindende regels. Als lagere regeling in Nederland in strijd is
met de hogere regeling en hierop een beroep wordt gedaan, dank kan de rechter de lagere regeling buiten
toepassing laten.
Het objectieve recht bevat alle geldende regels, dus alle rechten en plichten die in de rechtsbronnen zijn
vastgelegd. (Bijstandsuitkering)Het subjectieve recht wil zeggen, recht dat aan iemand persoonlijk is toegekend.
1.4
De grondwet, de hoogste wet in Nederland bevat in het eerste hoofdstuk de grondrechten. Grondrechten zijn
de meest elementaire en onvervreemdbare rechten van een individu, die zowel door de overheid als door
andere gerespecteerd moeten worden. De grondrechten vormen als ware het fundament van een
menswaardige samenleving. Belangrijke rechten: recht op gelijke behandeling, recht op vrijheid van
meningsuiting, recht op privacy, recht op ontastbaarheid van het menselijk lichaam en het belangrijkste recht:
Recht op toegang tot de rechter. Al deze rechten worden ook wel Klassieke grondrechten genoemd. De
,overheid mag op deze rechten in het beginsel geen inbreuk maken, tenzij de wet haar die bevoegdheid
verleent.
Voor het maken van inbreuk op een grondrecht moet echter altijd een wettelijke grond bestaan. De rechter
oordeelt of de inbreuk rechtmatig is, dat wil zeggen overeenstemming met het recht. Naast de klassieke
grondrechten zijn er ook sociale grondrechten. Dit zijn rechten van een individu die door de overheid zo goed
mogelijk bereikbaar moeten worden gemaakt.
De sociale grondrechten vormen feitelijk een opdracht voor de overheid om ervoor te zorgen dat er in
Nederland onder andere een goede gezondheidszorg, voldoende woon- en werkgelegenheid en
welvaartsspreiding is waarvan iedereen het beginsel gebruik kan maken. Als de overheid daarin tekortschiet,
kunnen politieke middelen, zoals acties en beïnvloeding van Kamerleden, worden ingezet om de naleving van
de sociale grondrechten te bewerkstelligen.
1.5
Het recht vormt enerzijds het kader waarbinnen de hulp- en dienstverlening in het domein sociaal werk
plaatsvindt. Het bepaalt de juridische verhouding tussen de hulp- en dienstverlening en zijn client, en geeft
inhoud aan de verantwoordelijkheden en verplichtingen van beide partijen. Anderzijds bepaalt het recht de
juridische (on)mogelijkheden van de cliënt om zijn eigen welzijn vorm te geven.
Er is sprake van een toenemende juridisering van de maatschappij. Dit is ook wel de neiging om alles zwart op
wit te zetten en overal regels voor te bedenken.
Begrippenlijst hoofdstuk 1:
Algemene maatregel van bestuur: koninklijk besluit dat rechtsregels bevat
Aanvullend recht: rechtsregels die alleen gelden als specifieke uitspraken tussen partijen ontbreekt
Arrest: uitspraak van de rechter
Dwingend recht: rechtsregels waarvan partijen niet mogen afwijken
Gemeenschapsverordeningen en richtlijnen: regelingen die door organen van de EU zijn vastgesteld
en die in de EU-lidstaten gelden
Juridisering van de maatschappij: Alles in regels vastleggen
Jurisprudentie: uitspraken van de rechter
Klassieke grondrechten: rechten van een individu waarop de overheid alleen inbreuk mag maken als
de wet haar toestaat
Koninklijk besluit: regeling of ander besluit afkomstig van de regering
Ministeriële regeling: regeling afkomstig van een minister
Objectief recht: alle geschreven en ongeschreven rechtsregels
Rechtsbron: vindplaats van het recht
Rechtsregels: regels die zijn vastgelegd in rechtsbronnen
Semidwingend recht: rechtsregels waarvan alleen ten gunste van de andere partij mag worden
afgeweken
Sociale grondrechten: rechten van een individu die door de overheid zo goed mogelijk bereikbaar
moet worden gemaakt
Subjectief recht: recht dat aan iemand persoonlijk is toegekend
Verdrag: Afspraak tussen 2 of meer staten die op schrift is gesteld en die geldt in de staten die partij
zijn bij het verdrag
Verordening, provinciaal of gemeentelijk: regeling afkomstig van de provinciale staten of van de
gemeenteraad.
Wet: Regeling afkomstig van de regering en de staten generaal
Wetsartikel: genummerde bepaling in een wet
, Indeling van het recht
2.1
Het recht kan worden ingedeeld in publiekrecht en privaatrecht. Het publiekrecht bevat regels voor
het uitoefenen van gezag door de overheid in haar relatie met de burger en tussen de
overheidsorganen onderling. Het privaatrecht heeft betrekking op de rechtsverhouding tussen
(rechts)personen; daarbij komen enkele belangrijke wetten aan de orde. Gezien publiekrecht &
privaatrecht betrekking hebben op een bepaald onderwerp, kan het recht worden ingedeeld in
zogenaamde functionele rechtsgebieden.
Publiekrecht: De overheid oefent gezag uit op burgers doormiddel van wetgeving, bestuur en het
toepassen van sancties; dit behoort tot het publiekrecht. Het publiekrecht kan symbolisch worden
voorgesteld als een verticale verhouding tussen ‘machtige overheid’ & ‘ondergeschikte burgers’. Het
publiekrecht wordt onderverdeeld in staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht.
In het staatsrecht is geregeld hoe de wetgeving tot stand komt, de diverse organen van de overheid
en hun bevoegdheden.
Het bestuursrecht bevat regels voor organen van de overheid en andere organen die met openbaar
gezag zijn bekleed. Onder besturen valt ook het nemen van besluiten, waardoor aan burgers
bepaalde rechten worden verleend of plichten worden opgelegd. Alle besluiten die door de
bestuursorganen genomen worden waarin een (rechts)persoon recht wordt verleend/ plichten
worden opgelegd, noem je wel beschikkingen. Beschikkingen hebben vaak ingrijpende gevolgen voor
de burger(s). Daarom gelden voor de bestuursorganen algemene beginselen van behoorlijk bestuur
(abbb).
1. Zorgvuldigheidsbeginsel; dit verlangt van een bestuursorgaan dat het een besluit zorgvuldig
voorbereid en dat de belangen daarbij betrokken zijn zorgvuldig afweegt.
2. Rechtszekerheidsbeginsel; rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor de burgers moeten
gewaarborgd zijn. Dit vereist dat burgers erop kunnen vertrouwen dat rechten en plichten
niet zomaar veranderen.
3. Gelijkheidsbeginsel; dit dwingt het bestuursorgaan om gelijke gevallen zoveel mogelijk gelijk
te behandelen.
4. Motiveringsbeginsel; het bestuursorgaan moet zijn besluiten goed motiveren, dat wil zeggen;
aangeven wat de reden ervan is en hoe het hiertoe is gekomen.
5. Verbod van misbruik van bevoegdheid; bevoegdheid mag niet voor een ander doel gebruikt
worden.
De abbb dwingen een bestuursorgaan om zich ten opzichte van de burger behoorlijk te gedragen. De
meeste abbb zijn, net als de meeste andere regels voor het optreden door de overheid, vastgelegd in
de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Awb bevat tevens regels met betrekking tot de
rechtsbescherming van de burger tegen de overheid, zoals de mogelijkheid van bezwaar en beroep.
Iedereen kan een klacht indienen bij een bestuursorgaan. Als behandeling van de klacht daar geen
oplossing biedt, dan kan de klager de Nationale ombudsman vragen om een onderzoek in te stellen.
De aanbevelingen die de ombudsman doet aan het bestuursorgaan worden vrijwel altijd opgevoed.
Het derde rechtsgebied binnen het publiekrecht is strafrecht. Hieronder vallen de gedragingen die de
wetgever strafbaar heeft gesteld, evenals de straffen die de rechter kan opleggen en de regels voor
de manier waarop daders berecht moeten worden. De belangrijkste wetten waarin strafrecht
opgetekend is, zijn wetboek van strafrecht & wetboek van strafvordering. Het (medisch) tuchtrecht
neemt naast het strafrecht een bijzondere plaats in, omdat het feitelijk is bedoeld om bepaald
gedrag af te dwingen binnen een bepaalde beroepsgroep.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Yvanka12. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.