Inleiding recht Y.Werbrouck
Inleiding tot het recht
Deel 1: Wat is recht?
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- --------
Federale staatsstructuur (complex!) komen zo tot verschillende richtingen.
• Verschil tss wet en decreet
o Wet is nationaal vastgelegd
o Decreet is v een deelgebied
2 fundamentele rechtssystemen
• Angelsaksen recht = Met volksjury die beslist + beroepsrechter zit er voor zaak te sturen (gn
beslissingen)
• Europees continentaal recht = Volksjury bij ons enkel bij assisen (ergere zaken), bij ons
beslist de beroepsrechter, ook al is er volksjury
o Strafrecht: Burger heeft iets misdaan (gestolen, iemand geslagen...)
▪ Politie zal pv opstellen, openbaar ministerie beslist of de zaak voldoende is
om voor de rechter te brengen (openbaar ministerie vraagt aan rechter om
te veroordelen) rechter oordeelt of burger schuldig is of niet. Rechter legt
ook een straf op, kiest dit zelf (minimum en maximum ligt vast via de wet)
▪ Vb: Reuze Gommers (Sanda Dia), komt meestal in de kranten
o Burgerlijk recht:
▪ Vredesdiscussie (burenruzie, lawaaihinder, ondernemingen), twee burgers
of meerdere die met mekaar een betwisting hebben over een bepaald punt,
dan beslist een rechter wie van de twee gelijk heeft (nt altijd een individu,
soms ook vennootschappen).
Heel belangrijk in recht om dingen te kunnen bewijzen!!
Per jaar meer dan 1 miljoen rechterlijke beslissingen (70% is burgerlijk recht, 30% is strafrecht)
In BE gehele structuur v rechtbanken (vrederechter, ondernemingsrechter...)
1.1 Kenmerken vh recht
Verjudisering = meer met recht bezig zijn, meer aan de voorgrond verschijnen
Verschillende soorten recht: familierecht, erfrecht, strafrecht, fiscaal recht...
Recht heeft als doel SL te ordenen
• SL heeft steeds meer mensen en dreigt chaotisch te worden
• Duidelijkheid over wie wat mag doen met welke middelen
• Rechtstreeks v toepassing op ons gedrag
Recht w opgelegd door de SL
• Oorsprong ligt id wil vd SL (gewijzigde SL)
• Aanpassen vh recht toevertrouwd aan gegeven organen (parlement)
o Stem vh volk
• Alles gebeurt via wettelijke procedures
• Ingrijpen vd overheid (zij beslissen wat een recht wordt)
1
, Inleiding recht Y.Werbrouck
Naleving vh recht kan w afgedwongen
• Vaak ontbreekt een georganiseerde structuur om ze af te dwingen of te veranderen
• Taak voor de overheid om ze af te dwingen
• Bestaan v structuren en instellingen om ze af te dwingen (politie, fiscus, parket...)
1.2 Soorten regels
• Geheel van regels: veel soorten regels id SL
o Beleefdheidsregels (juridische gedragsregels)
o Afdwingregels
o Wijzigingsregels
• Regels liggen nt voor eeuwig vast (procedures/regels om ze te wijzigen)
Je mag nt zelf de wet overtreden, ook al doet iemand anders dat (vb: een inbreker mag je nt met
geweld toetakelen). Wat dan met zelfverdediging? Wij mogen onszelf met geweld verdedigen als dit
het laatste redmiddel is en als ons fysieke integriteit in gevaar is. Als je nog kan vluchten, moet je
volgens de wet vluchten (vechten is geen oplossing).
1.3 Definitie van het recht
= Geheel van regels (vb: gedragsregels) die als doel hebben de maatschappij te ordenen. De
overtreding (nt-naleven) van die regels w gesanctioneerd door een wettelijk voorzien systeem van
sancties. Die regels w opgelegd door de maatschappij, via haar vertegenwoordigers (parlement).
1.4 objectief recht vs subjectief recht
Objectief recht (the law)= rechtsregels die los staan vd concrete personen en de situaties waarop ze
toepasbaar zijn.
Subjectief recht(rights) = een erkende bevoegdheid om naar eigen goeddunken bepaalde
handelingen te stellen. Handeling om jezelf te verdedigen, over een bepaalde zaak, over het
uitoefenen v politieke inspraak...
1.5 rechtssubject vs rechtsobject
Rechtssubject = persoon of groep die subjectieve rechten en juridische plichten k hebben. Kort
gezegd zijn rechtssubjecten dragers v subjectieve rechten en plichten. Twee soorten
• Natuurlijke personen: mensen v vlees en bloed (hebben een naam, bekwaamheid,
nationaliteit...) die samen de omvang van hun rechten bepalen
• Rechtspersonen: groeperingen, instellingen en stichtingen die bepaalde rechten en plichten
hebben (!!Geen echt persoon!!)
o Juridische constructie met een eigen specialiteit
Rechtsobject = voorwerp waarover de personen hun subjectieve rechten kunnen uitoefenen.
Vb: je koopt een mixer in de winkel. Zowel jij als de verkoper zijn een rechtssubject. Het rechtsobject
is dan de mixer (eigendomsrecht over de mixer).
2