SAMENVATTING TEKSTEN
SEKSUALITEIT EN GLOBALISERING
INHOUDSOPGAVE
What’s wrong with globalization (Sparks, 2007) .............................................................................................. 1
Rethinking Globalization: Glocalization/Grobalization and Something/Nothing (Ritzer, 2003) ....................... 3
Making Sense of Globalization (Held & Mc Grew, 2002) .................................................................................. 5
Globalization_and_sexuality (Farr, 2007) ......................................................................................................... 9
Some notes on new frontiers of sexuality & globalisation (Boelstorff_2012) ................................................. 21
Sexuality and Globalization (Altman_2004) .................................................................................................... 27
People flows in Globalization (Freeman_2006) ............................................................................................. 30
The disappearing of a migration category: migrants who sell sex (Augustin_2006) ....................................... 36
Feminists and the global sex industry Jeffries_2008 ....................................................................................... 44
Will the real sex slave please stand up? (O’Connell Davidson_2006) .............................................................. 52
Stopping the Traffic in Women: Power, Agency and Abolition in Feminist Debates over Sex-Trafficking - Kathy
Miriam ........................................................................................................................................................... 58
Sex tourism – Williams from Ritzer – 2012 ..................................................................................................... 65
Paradigms of sex toerism - Ryan & Hall – 2001 ............................................................................................... 68
Sex tourism – Opperman – 1999 .................................................................................................................... 73
Female sex tourism: a contradiction in terms? (Sanchez Taylor) .................................................................... 78
Sex tourism: do women do it too? (Jeffreys) .................................................................................................. 82
The meaning of the purchase _ Bernstein_2001 ............................................................................................. 86
Prostitutes’ customers: motives and misconceptions _ Monto_2009 ............................................................. 90
Who Pays for Sex and Why? An Analysis of Social and Motivational Factors Associated With Male Clients of
Sex Worker - (Pitts et al.) ............................................................................................................................... 93
,WHAT’S WRONG WITH GLOBALIZATION (SPARKS, 2007)
1. Intro
• Globaliseringstheorieën vormen geen accurate gids in het onderzoeken van de wereld.
• Groeiend ‘money, goods, services and people flows’
2. Theorieën van globalisering (1.1, P2)
• Er bestaan geen eenduidige theorie
o Overeenkomst: grotere onderlinge verbondenheid en acties over afstand
o Verschillende meningen
▪ Relatie tussen globalisering & moderniteit (Giddens, Appaduai,
Robertson, Volkmer, Albrow, Bauman, Herman & mcChesney)
▪ Eerder dan ‘evidence’ vinden we opinies, visies en voorspelling terug
rond globalisering, steunend op sociale theorieën.
3. Globaliseringsparadigma (1.1, P3)
• Zwakke theorieën rond globalisering
o structuren van onderwerping
o economie als centrale sociale verklaring
o vernietiging van minder winstgevende vormen van culturele productie door
grote kapitalistische bedrijven
o link met imperialisme paradigma’s (Herman & McChesney)
• sterke theorieën: globalisering als iets nieuw / nieuwe methodologie die niet-reductief is
– een complexe set van processen
4. Sterke theorieën: 5 centrale elementen + kritische reflecties (1.1, P3)
a. Non-reductief; set van complexe processen - een complexe set van processen
i. autonome logica: de veronderstelling dat de circulatie van cultuur een
autonome logica volgt onafhankelijk van economie en politiek is fout, er is
eerder een verschuiving van een politieke naar een economische logica
b. symbolische uitwisselingen staan centraal in het functioneren van de globale wereld/
symbolische uitwisseling = brede categorie van verschillende activiteiten (vb.
financiële flows tot verspreiding v TV-series) – doordat ze immaterieel zijn kunnen ze
afstand overbruggen
i. er is weinig reden om te claimen dat symbolische goederen belangrijker zijn
dan andere vormen van productie én dat ze in inherent globaal zijn
1
, c. geen dominerende of controlerend centrum, eerder een complex transnationale
constructie van denkbeeldige landschappen (Appadurai).
i. Activiteiten van de globale media bedrijven worden (niet) gedomineeerd
door de US market
d. Onderlinge verbondenheid staat centraal, niet langer coherente nationale culturen,
maar hybride culturen en transnationale mediabedrijven die nationale cultuur en
identiteit beïnvloeden – culturele artefacten circuleren over de wereld en ontstaan
bijna overal.
i. Hannersz: het centrum produceert en verdeeld; de periferie wijzigt en past
zich aan. (vb. Disney & Winnie The Pooh) / Veelal maat van de ‘home
market’
e. Vervagen van de macht van het Westfaalse systeem (centrale rol van natiestaten) in
zowel economie, politiek als in cultuur. De staat wordt ondermijnd en vervangen
door de directe interactie tussen internationale organisatie en nieuwe lokale
bewegingen
f. Geen bewijs dat het globale noch het lokale de staten ondermijnd. Het globale en
lokale zijn belangrijke dimensies en er is soms spanning tussen deze 3 termen
5. Conclusie P18
• De leidende vooronderstellingen geassocieerd met het globaliseringsparadigma zijn allen
fout.
• Deze ontwikkelingen kunnen eerder verstaan worden als kapitalistische ontwikkelingen
& imperialisme dan de productie van een nieuw fenomeen ‘globalisering’
• Vele kwesties die centraal stonden in kapitalisme, zoals ongelijkheid en exploitatie, en
imperialisme, zoals het gebruik van de macht van de staat om economische voordelen af
te dwingen voor de grootste en rijkste samenlevingen, blijven ook centraal bij de analyse
van de huidige maatschappij.
+++ P19 (ANDERE SAMENVATTING!!)
2
,RETHINKING GLOBALIZATION: GLOCALIZATION/GROBALIZATION AND
SOMETHING/NOTHING (RITZER, 2003)
P1: Glocalization = onderling doordringing van het globale en het lokale, resulterend in unieke
uitkomsten in verschillende geografische gebieden. Focus op globale heterogeniteit
(ongelijksoortigheid) en verwerpt het idee dat krachten afkomstig uit het westen leiden tot
economische, politieke en institutionele en culturele homogeniteit.
• P2: Sterk contrast met ‘modernisatie theorie’ waarbij het westen en de zorgen van het
westen centraal staan + idee dat de rest van de wereld moet zich schikken hiernaar
(democratischer worden, kapitalistischer…). Binnen globalisatie theorie blijven enkel
‘moderniteits’-ideeën overeind: de rol van verwestersing & amerikanisering in wereldwijde
processen.
P2: Grobalization =
• Ontkent het belang van glocalisatie niet, is complementair
• Focus op imperialistische ambities van naties, bedrijven, organisaties… en hun wens om
zichzelf op te dringen binnen verschillende geografische omgevingen.
• Hun belangrijkste doel is hun macht, invloed en winst zien groeien (grow – ‘gro’balization)
wereldwijd.
• Wordt geassocieerd met de snelle toename van ‘nothing’<-> Glocalisatie wordt eerder
geassocieerd met de toename van ‘something’. Globalisatie in zijn geheel beweegt zich dus
niet in één richting want grobalisatie en glocalisatie komen samen voor onder het brede
spectrum v globalisatie.
P3:Nothing: sociale vorm dat voornamelijk centraal bedacht, gecontroleerd en vergelijkenderwijs
verstoken worden van kenmerkende wezenlijke inhoud
<-> Something: sociale vorm dat voornamelijk inheems bedacht, gecontroleerd en vergelijkenderwijs
rijk is van kenmerkende wezenlijke inhoud.
-- Staan in relatie tot elkaar, op een continuüm
3
, P5:FOTO
Relatie tussen grobalisatie/glocalisatie en something/nothing
Kwadranten 1 en 4 zijn de belangrijkste: ze staan voor de belangrijkste spanningen en conflicten in de
wereld vandaag.
P5: Elective affinity (gekozen affiniteit/verwantschap) tussen tussen grobalisatie & nothing en tussen
glocalisatie & something. Er is geen noodzakelijke, wetmatige causale relatie tussen deze elementen.
Grobalisatie/nothing en glocalisatie/something hebben de neiging elkaar wederzijds te bevoordelen.
Het is m.a.w. gemakkelijker om ‘nothing’ te grobalizeren dan ‘something’.
+++ Andere samenvatting gebruiken!! Veel uitgebreider!! OF PPT staat ook uitgebreid!!
4