Samenvatting interculturele psychologie HBO Pedagogiek NHL Stenden
Complete samenvatting tentamen HBO Pedagogiek jaar 1 Psychologie I
Tout pour ce livre (22)
École, étude et sujet
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
HBO Pedagogiek
Interculturele Psychologie
Tous les documents sur ce sujet (9)
Vendeur
S'abonner
davidemedema
Aperçu du contenu
Samenvatting interculturele psychologie:
Hoofdstuk 1: Wat is interculturele psychologie?
Omgaan met culturele verschillen.
Door maatschappelijke veranderingen zoals globalisering en meer migratie is
interculturele psychologie steeds belangrijker.
Immigranten moeten bepalen hoe ze zich zullen opstellen ten opzichte van
Nederlanders zonder migratie achtergrond en die moeten hun houding ten opzichte
van immigranten bepalen.
Inzicht geven in de invloed die culturele verschillen hebben op interacties tussen
mensen en in effectieve interventies om die interacties zo effectief mogelijk te laten
verlopen. Dit boek kijkt vanuit een cultureel-relativistisch perspectief, de ene cultuur
is niet minderwaardig dan de andere cultuur.
Definitie van cultuur:
Er zijn 2 aspecten binnen het begrip cultuur: 1. Subjectieve aspecten zoals normen,
waarden en opvattingen. 2. Objectieve cultuur: observeerbare producten zoals
boeken, gebouwen. Dus de scheiding van materiële en immateriële zaken.
Als psycholoog kijken vooral naar sociale producten, dit is moeilijker te verklaren.
Definitie van cultuur: een door gemeenschap gedeeld systeem van waarden, normen,
ideeën, attitudes, gedragingen, communicatiemiddelen en de producten er van, die
van generatie op generatie worden overgeleverd. Voorbeelden gemeenschappen:
stammen, naties, organisaties, bevolkingsgroepen. Voorbeelden producten:
instituties, gebouwen, wetten, woordenboeken, standaardtaal en sociale media.
Elementen van cultuur:
1. Cultuur wordt niet door iedereen in een gemeenschap in gelijke mate gedeeld: er zijn
verschillen in hoe mensen de cultuur verwerken, beoordelen, interpreteren, in hun
geheugen opslaan en hun gedrag laten beïnvloeden. De hechtheid beïnvloed de mate
waarin sterke sociale normen bestaan binnen die cultuur en of er sancties zijn als
deze worden overtreden. Pelto (1968) noemt een aantal kenmerken van hechtheid
zoals waar afstamming plaats vindt dus via man of via vrouwen. Leven de
gemeenschappen in dichtbevolkte gebieden.
2. Cultuur beïnvloedt het gedrag van de leden van een gemeenschap, maar omgekeerd
hebben ook mensen invloed op de cultuur: Cultuur beïnvloedt gedrag van mensen
maar bepaalt het niet.
3. Cultuur is niet statisch, maar past zich aan: gericht op ecologische en economische
omstandigheden: cultuur past zich aan aan de maatschappelijke ontwikkelingen.
4. Overdracht van cultuur vindt plaats door enculturatie en socialisering: enculturatie:
het leren van cultuurelementen in de ruimste zin dus de formele en informele
processen. Socialisering: gerichte, normatieve vorm van enculturatie.
5. Cultuur en ras zijn geheel verschillende zaken: Ras verwijst vaak naar fysieke
kenmerken. Een raciale groep is een culturele groep wanneer mensen met
overeenkomstige fysieke kenmerken ook cultuurelementen delen. Door meer
voorkomende vermenging wordt het moeilijker die groepen te onderscheiden, een
belangrijke vraag is of het überhaupt zin heeft om indelingen op grond van fysieke
kenmerken te maken want vaak gaat dit samen met waardering van verschillende
, groepen. Beter: mensen in delen op grond van culturele achtergrond want culturen
kunnen naar elkaar toe groeien en zich ontwikkelen.
6. Cultuur en etniciteit zijn meer met elkaar verwante begrippen: Cultuur kan de basis
vormen voor het bepalen van een etnische groep. De rol van fysieke kenmerken
worden steeds kleiner. Het belangrijkste kenmerk is de identificatie met de groep.
Etniciteit is niet hetzelfde als nationaliteit.
7. Cultuur is niet hetzelfde als nationaliteit: nationaliteiten zijn vaak gevormd op basis
van een gemeenschappelijke cultuur met als belangrijkste element
gemeenschappelijke godsdienst of taal. Nationaliteiten verschillen door dat men leeft
in een gebied met een bepaald klimaat en een bepaalde staatkundige structuur en
economie, die beïnvloeden naast de cultuur ook het gedrag en denken van mensen.
1.4 Over het ontstaan van culturele verschillen:
Cultuur wordt van de ene tot andere generatie overgedragen, het resultaat van een
reeks aanpassingen van een gemeenschap aan de ecologische omgeving. Triandis
ontwikkelde een eco-cultureel model om de invloed van cultuur op gedrag te
beschrijven: ecologie > cultuur> enculturatie> individuele eigenschappen> gedrag.
Nadeel is van Triandis’ model dat vereenvoudig van de werkelijkheid is. Er kunnen
ook terugkoppelingen zijn en niet altijd een opeenvolging is.
Cultuur versterkt door door socialisering gevormde collectieve eigenschappen dus
door gedrag te kopiëren van belangrijke mensen om ons heen versterken we
aspecten van onze cultuur.
1.5 Cultuurdimensies:
Geert Hofstede noemt vier dimensies waarmee je nationale culturen kunt onderscheiden via
een statistische analyse van de gemiddelde scores per land op 14 werkgerelateerdewaarden.
1. Machtsafstand: de ongelijkheid van mensen in een bepaalde samenleving op allerlei
gebieden zoals mentale/fysieke kenmerken, status, rijkdom, macht, wetten en regels.
De manier waarop een samenleving met gelijkheid omgaat, verschilt van land tot
land. Landen met een lage machtsafstand bestaan tussen diverse groepen en streven
naar zo veel mogelijk gelijkheid en gelijke rechten voor iedereen.
2. Onzekerheidsvermijding: In samenleving is er behoefte aan zekerheid. Als deze
behoefte zwak is accepteren ze sneller het leven zoals het komt.
Onzekerheidsvermijding kan het dagelijks leven ingrijpend beïnvloeden: op de
bekende weg blijven, wisselt niet gemakkelijk van baan en staat afwijzend tegenover
nieuwe ideeën. Veel regulatie door wetten en voorschriften.
3. Individualisme vs collectivisme: hoe sterk is de band tussen het individu en allerlei
groepen in een samenleving. Individualistische samenleving: losse banden.
Collectivisme: opkomen voor de belangen van de groep en loyaliteit en in geval van
nood bescherming.
4. Masculiniteit vs femininiteit: masculien: de traditioneel mannelijke gerichtheid op
assertiviteit, prestaties, succes en geld verdienen. Feminien: de rol van zorg voor
anderen en de leefomstandigheden, bescheidenheid, intuïtie en emoties. Masculiene
landen: verschillen tussen mannen en vrouwen groot en in feminiene landen
verschillen die nauwelijks wat betreft normen, waarden en handelingen.
Hofstede heeft een grote bijdrage geleverd aan hedendaagse onderzoek op het gebied van
cultuurverschillen. Keerzijdes Hofstede: conclusies zijn hoofdzakelijk gebaseerd: een
sectieprobleem. Gericht op IBM medewerkers, bedrijfsculturen kunnen erg verschillen van
elkaar. De gegevens zijn 50 jaar oud. Onduidelijk: feitelijke of gewenste cultuur.
, Hoofdstuk 2: De invloed van cultuur op taal, cognitie en zelfbeeld.
Het vermogen cultuur te produceren is een eigenschap die de directe biologische grenzen
van motoriek en waarneming verlegt. Door zijn hoge intelligentie en het vermogen taal te
produceren is de mens in staat moeilijke problemen op te lossen en effectiever te
communiceren. Cultuur is ook van invloed op onze percepties van de sociale omgeving en de
positie die we als individu innemen in deze omgeving.
2.2 Cultuur en taal:
Taal is een van de onderscheidende kenmerken van een culturele groep want door
taal kunnen gemeenschappelijke waarden van een culturele gemeenschap worden
overgebracht en bekrachtigd. Bij vertalen gaan soms nuances verloren maar vaak
nemen talen ook woorden of uitdrukkingen van elkaar over om de oorspronkelijke
betekenis te behouden.
Scheldwoorden en verwensingen laat de cultuur zien en verwijzen naar belangrijke
culturele waarden.
Taal wordt beïnvloedt door cultuur. Cultuuraccommodatie is het proces dat door taal
bijbehorende culturele attitudes en waarden worden geleert. Dit heet ook wel Sapir-
Whorf hypothese. Taal heeft niet alleen invloed op denken maar ook op gedrag.
Angelsaksische culturen worden vaak bvb getypeerd als competitief. Priming is het
activeren van associaties in het geheugen: door gebruik van de ene of andere taal
worden waarschijnlijk allerlei cognities geactiveerd die gekoppeld zijn aan die talen.
Taalonderwijs is altijd bijna onderdeel van inburgering. Zo gaan immigranten denken
en handelen naar wat gebruikelijk is in de nieuwe cultuur.
2.3 Cultuur en cognitie:
Chua, Boland & Nisbett deden onderzoek naar de vraag hoe culturele achtergrond
van invloed is op de manier waarop mensen hun omgeving waarnemen. Uit het
onderzoek kwam dat mensen uit westerse culturen zich fixeren op het object en
mensen uit oosterse culturen hun aandacht richten op de hele afbeelding. Toen de
achtergrond werd vervangen, scoren de mensen uit de westerse cultuur beter op de
herkenningstaak. Westerse cultuur= nadruk op persoonlijke autonomie en formele
logica > aandacht voor specifieke objecten en categorieën. Oosterse cultuur=
holistische manier van denken met aandacht voor elementen in de visuele omgeving,
icl de bredere context en relaties tussen verschillende onderdelen. Want gericht op
harmonie en contextueel begrip voor situaties.
Fundamentele attributiefout: de neiging om eigen gedrag vooral toe te schrijven aan
de situatie, tegenover de neiging om het gedrag van anderen toe te schrijven aan de
persoon.
2.4 Cultuur en intelligentie:
Intelligentie is een gevoelig onderwerp maar is ook gedeeltelijk erfelijk bepaald: voor
zo’n 40% tot 75/80%. Intelligentietests kunnen een redelijk goede voorspelling geven
van school- of beroepssucces. Verschillen in intelligentiescores tussen
immigrantengroepen en de autochtone bevolking, deze verschillen kunnen ontstaan
door culturele bias in test, verschillen in scholing of taalvaardigheid in de
standaardtaal of een combinatie van deze factoren. Er zijn verschillende factoren die
verschillen in gemeten intelligentie tussen uiteenlopende culturele groepen kunnen
verklaren; 1. Definitie van intelligentie verschilt sterk van cultuur tot cultuur. Nadruk
in westen: cognitieve, verstandelijke vermogen. Nadruk andere culturen: ook sociale
aspecten. Verschil in uiting: in individualistische culturen worden het laten zien van
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur davidemedema. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.