Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting alles van seminarie bestuursniveau: social profit BPM €6,99
Ajouter au panier

Resume

samenvatting alles van seminarie bestuursniveau: social profit BPM

 5 vues  0 fois vendu

Alle lessen, PPT's en bijkomende bijlagen samengevat in 1 overzichtelijk bestand. Indien je dit leert ken je alles van het vak.

Aperçu 4 sur 84  pages

  • 17 octobre 2022
  • 84
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
jérômemarynissen1
LES 1
Introductie, plaatsbepaling & definities

Social profits: deel v economie die sociale winsten wil creëren
- Vzw
- Jeugdbeweging
- ...

DEF 1: Wettelijke definitie: landgebonden

- Non profit dienstverleners (c3) diensten aan burgers verlenen
o Onderwijs,...
o Mogen max 20% beleidsbeïnvloeding doen vb lobby
o Verbod op winstverdeling
o Komen in aanmerking voor fiscale giften
- Non profit beleidsvoerders (c4)
o Formele lobbycomponenten
o Komen niet in aanmerking voor fiscale giften

( Internationale vergelijking
Beleidsbeïnvloeder USA: Geen fiscaal gunstregime -> (Verkopen van ‘gadgets’)
Beleidsbeïnvloeder Vlaanderen: Mogelijkheid tot subsidies & fiscaal aftrekbaar
giften)

DEF 2: Functionele definitie

- Je bent wat je doet -> dienen van publiek belang: hulp aan specifieke
doelgroepen
- Manier waarop

DEF 3: Economische definitie (non-profit: wel winst maken maar
niet uitkeren) theorievorming

- Inkomstenstructuur: Inkomen niet hoofdzakelijk uit verkoop van goederen
en diensten, of belastingen, maar uit giften en bijdragen van leden en uit
overheidssubsidies

Oefening 1: Verschillen en gelijkenissen tussen vzw en bedrijf

Gelijkenissen:
- Zijn beiden echtspersonenen
- Kunnen allebei formeel jobs creëren
- Beiden hebben een raad van bestuur
- Kunnen beiden groot zijn

Verschillen
- Winst mag gemaakt worden maar niet uitgekeerd
- Andere inkomstenbronnen
o Social profits hangen meer van publieke financiering af dan
bedrijven
o Giften en donaties enkel voor non profit organisaties

, o Liquide reserves van social profits zijn gemiddeld groter dan
bedrijven
o Afhankelijk van subsidies vandaar grotere reserves gezien
onderhevig aan externe schokken
- Minder risico voor vzw


DEF 4: Structureel-operationele definitie -> nuttig voor
internationale vergelijking
examenvraag!!
-> deze goed begrijpen
-> Is deze organisatie een middenveldorganisatie ja of nee ->
definitie toepassen
Al de 5 punten moeten beantwoord worden om te kunnen zeggen of
de organisatie tot de social profit sfeer behoort

1) Georganiseerd, geïnstitutionaliseerd
- Mate van formaliteit en organisatie
- groep mensen met gemeenschappelijke doelen die activiteiten
ontwikkelen
- gemeenschappelijke visie van aanpak
ex:
o Betekent dit dan dat je beroepskrachten in dienst moet hebben?
Neen, ook op vrijwillige basis kunnen werken en er is een raad van
bestuur die samenkomt en bepaalde strategiën uitzet
o Wanneer is er sprake van een social profit organisatie, moet er
hiervoor een vzw opgericht worden.

2) Privaat, afgescheiden van de overheid
• Geen deel van overheidsapparaat
Gemeente kan vzw oprichten maar dit is niet privaat opgericht: valt
uit de boot
• Kunnen wel subsidies van overheid ontvangen
• Lakmoesproef: kan de organisatie zichzelf opheffen?
Als overheid nodig is dan heeft deze wss ook hand gehad in het
oprichten ervan
Dit zijn publieke vzw’s en zin geen onderdeel v cursus

3) Zelfbesturend
• Organisatie moet eigen activiteiten kunnen controleren
• Eigen procedures en autonomie
• Overheidsvertegenwoordiger in RvB kan

4) Non profit-distributing
• Mogen winst maken
• Maar winst mag niet uitgekeerd worden
• Investeren in de organisatie
• Geen expliciet winstmotief

5) Vrijwillig
• Vrijwilligers werken mee in de organisatie (vb. via raad van bestuur)
• Lidmaatschap, donaties etc. zijn ook vrijwillig. Dit sluit bvb. verplicht aan
te
sluiten beroepsverenigingen uit

,INTERNATIONALE CLASSIFICATIE NPO’s
- Cultuur en recreatie
- Onderwijs en onderzoek
- Gezondheid
- Sociale diensten
- Klimaat
- Ontwikkeling en wonen
o Civil society = SP
 3 mengvormen binnen
sferen




Wat is sociale economie?
Mensen met een afstand tot arbeidsmarkt (kwetsbare mensen) toch te betrekken
vb wereldwinkel

Vlaanderen
Vier hoofddomeinen die samen goed zijn voor meer dan
90% van de werkgelegenheid in de non-profit sector:
• Gezondheidszorg (vb. ziekenhuizen)
• Onderwijs
• Welzijnswerk
• Socio-culturele sector

Functies van middenveldorganisaties: meestel +1 tegelijk
- Gemeenschapsvormende rol
- Politieke rol
- Dienstverlenende rol

Veelheid aan afbakening, definities & concepten; ~iedereen verstaat
er iets anders onder?’
• Civil society
• Nonprofit sector
Betekenen allemaal social
• Social profit sector
profit
• Voluntary sector
• Charitable sector
• Third sector

• Social economy -> specifiek segment
• Social enterprise -> social ondernemerschap

Tekst van salomon -> figuur NPI’s is belangrijkst zie dia 44
NPI’s =
Drie kernkarakteristieken

, - ‘privateness’: initiatief is opgericht door burgers, en behoort niet tot de
publieke sfeer (private, self-governing)
- ‘Publiek belang’; dienen van het publieke belang, en niet primair
(meer)waarde creëren voor de initiatiefnemers en hun directe omgeving
(non-profit-distributing)
o Cooperatieven: Beperkte winstverdeling aan leden; hybriditeit tov
de marktsfeer
Vb. brood coöperatieve sm Vooruit
o Sociale ondernemingen: Focus op verdienactiviteiten/markt-
gerichte oplossingen voor sociale problemen; hybriditeit met de
markt. Spanning zit niet op winstverdeling maar op wat doe je?
Vb. micro-kredieten,
maatwerkbedrijven

- ‘vrij keuze’; betrokkenheid uit vrije wil (engaging people without
compulsion)
o Druk tss formeel en informeel: Burgerlijke actie, niet
formeel/permanent georganiseerd (vb. betoging; ad-hoc
vrijwilligerswerk)
 Hybriditeit tov gemeenschap

Tabellen uit artikels kunnen kennen!
Conclusies en redeneringen kennen!

LES 2

Waarom zijn er social profits (nodig)?




Kan de markt het niet doen ... ?
- Sommige goederen zijn niet/zeer moeilijk te commercialiseren (cf.
public goods theorie, vb. lucht free-rider probleem)
- Beperkte vraag (~koopkracht; vb. Geneesmiddelen zeldzame
ziektes)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jérômemarynissen1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté