Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting artikelen Master klinische forensische psychologie (KPF) €7,09   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting artikelen Master klinische forensische psychologie (KPF)

 84 vues  5 achats
  • Cours
  • Établissement

In dit document heb ik een samenvatting gemaakt van alle verplichte literatuur van dit vak. Ook heb ik een samenvatting van alle colleges toegevoegd.

Aperçu 4 sur 61  pages

  • 19 octobre 2022
  • 61
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting: Master Forensische Psychologie

Week 1: Introductie en geschiedenis van forensische psychologie

History of forensic psychology Helfgott &Wallenborn hoofdstuk 1
De historische afkomst van de forensische psychologie begint bij de oude Grieken en in India,
hierbij werd een krankzinnigheidsverdediging gebruikt voor individuen met een intellectuele
achterstand. In de 18e/19e eeuw kwam de forensische psychologie ook in Europa, hierbij lag
de focus van de verdediging van het individu eerst op de krankzinnigheid en pas later op de
psychologie.

Voorbeeld: James Hadfield schoot een koning dood. James Hadfield kreeg een
krankzinnigheidsverklaring, doordat hij kampte met hoofdletsel  dit was nieuw,
omdat om in aanmerking te komen met de krankzinnigheidsverdediging je buiten
contact met de realiteit beschouwd moest worden (dit was bij hem niet het geval).

In 1800 kwam de criminal lunatic wet = een wet waarbij je standaard voor onbepaalde tijd
opsluiting kon krijgen bij krankzinnigheid.

 Philippe Pinel kwam met de ‘manie sans délire’ (manie zonder waanvoorstellingen)
in de 18e eeuw. Dit werd ook wel de krankzinnigheidswet/ moral insanity genoemd.
Dit hield in dat krankzinnigheid werd gezien als een morele aandoening in plaats van
een intellectuele aandoening.
 1843 Mc Naughten rule: Mc Naughten werd beoordeeld als krankzinnig op moment
van aanval door de jury. Het oordeel van de jury was niet schuldig wegens
kranzinnigheid. Deze regel zorgde voor een wettelijke norm voor krankzinnigheid,
wanneer is iemand in feite krankzinnig.
 1895 Mc Keen Cattell: deed onderzoek naar ooggetuigenisverklaringen. Hij stelde
dat ooggetuigenissen onbetrouwbaar zijn
 1900 Journal of forensic psychology practice
 20e eeuw Freud en Munsterberg: kwamen met het belang van de praktische
toepassing van psychologie in het rechtsgebied.
 De integratie van psychologie bleef lastig tot de getuigenissen van de
psycholoog toelaatbaar waren in de rechtszaken.
 1969 American psychology-law society: deze wet promoot de bijdrage van
psychologie aan het begrip van recht en juridische instellingen.


Psychologische theorieën over misdrijven

Psychopathie = een klinische aandoening gekenmerkt door affectieve interpersoonlijke
eigenschappen in combinatie met antisociaal gedrag.
 Psychopathie bestaat uit persoonlijkheidskenmerken en gedragskenmerken
1. Persoonlijkheidskenmerken: oppervlakkige charme, grootsheid, pathologisch
liegen en gebrek aan wroeging
2. Gedragskenmerken: slechte gedragscontrole, impulsiviteit,
onverantwoordelijkheden en criminele veelzijdigheid.


Maria Verschoor- Tilburg University
Master forensische psychologie (KPF)

,Biologische/neurologische theorieën
 Adrian Raine: crimineel gedrag is een klinische aandoening die te zien is op
hersenscans. De hersenscans laten tekortkomingen zien in de activiteit van de
prefrontale cortex (impulsbeheersing). Ook kan crimineel gedrag komen door
overgeërfde genen.

Gedragstheorieën
 Conditionering: gedrag wordt gevormd door het koppelen van prikkels (klassieke
conditionering) of door het bestraffen of belonen van gedrag (operante conditionering)
 Leertheorie: gedrag wordt gevormd door het gedrag van andere te observeren, sociaal
leren en door associaties.


College week 1: forensische psychologie introductie college – Jelle Sijtsema

Verschillende dadergroepen:
 Jeugddelinquenten
 Patiënten met psychopathie
 Patiënten met een ontwikkelingsstoornis
 Zedendelinquenten
 Plegers van huiselijk geweld

Geschiedenis van de forensische psychologie

De oorsprong
- Begon rond 460-377 V.C, Hippocrates stelde dat er rekening gehouden moest
worden met geestesziektes in de rechtszaal.
De Middeleeuwen
- De familie van de geesteszieke droeg zorg voor deze persoon en had ook
verantwoordelijkheid over deze persoon (onder curatele stellen). De familie werd
ook gestraft wanneer deze persoon iets verkeerd deed, doordat zij die
verantwoordelijkheid hadden. Ook had de familie het recht om diegene op te sluiten.
15 – 17e eeuw
e

- 15e eeuw: mensen die niet goed paste binnen de maatschappij werden opgesloten in
‘dolhuizen’ (huizen voor delinquenten die geestesziek waren)
- In de 16e- 17e eeuw werd er ook vaak gedacht dat iemand die geestesziek was, bezeten
door de duivel was, hierdoor ontstonden er heksenvervolgingen/bedevaartstochten
- Johannes Wier (1515-1588) was een van de eerste die een link legde dat er iets in het
hoofd kon zijn wat de oorzaak was van het gedrag van de delinquenten.
- Er kwam meer oog voor de verklaringen van de daden
De Verlichting
- 18e eeuw: het verlicht denken kwam op, mensen hadden een vrije wil en dus ook een
vrije wil voor delinquent gedrag
- Code pénal: wetboek van strafrecht geïntroduceerd door Napoleon. In dit wetboek
stond dat er regels waren waar rechters zich aan moesten houden, ook stond er in dat
niet alle daders gelijk zijn  er kwam meer nuance
- Er kwam meer aandacht voor psychische afwijkingen

Maria Verschoor- Tilburg University
Master forensische psychologie (KPF)

,19e eeuw
- Pinel: manie sans délire: het is niet zo dat alle delinquenten minder begaafd waren.
Delinquenten zijn gezonde mensen met tekorten op het gebied van omgaan met
emoties. Het ligt dus niet per se aan IQ!
o Er kwamen meer gevallen waarin delinquenten niet werden gestraft vanwege
mentale problematiek
- 1841 krankzinnigheidswet: mensen kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden
gehouden voor hun daden, maar hebben ook zorg nodig.
o Mensen hebben minder aan een zware straf, maar hebben meer baat bij zorg 
dit werd later de TBS
Strafrecht jeugdigen 19e en 20e eeuw
- Eerder werd er geen onderscheid gemaakt in straf tussen kind en volwassene
- Tijdens de code pénal: zonder oordeel des onderscheids er was een mogelijkheid dat
kinderen/jongeren het onderscheid tussen goed en kwaad nog niet wisten
- 1905 invoering kinderwetten
- Van straffen en wreking naar verbetering
- Verschuiving van belang daad naar belang dader
o Meer gericht op herstel en rechtvaardige straffen
20 eeuw
e

- Voorstel van Van Hamel: onderscheid in vergrijpen en de daar bijhorende straf
o Lichte vergrijpen: maatregel of straf ter afschrikking
o Zwaardere vergrijpen: behandeling en verpleging van lange duur
o Zeer zware vergrijpen: terbeschikkingstelling van de regering en behandeling
van 10 jaar
- 1928 psychopatenwetten: opname strafrecht: TBS van de regering en verpleging 
dit zorgde er eigenlijk voor dat bijna iedereen in de TBS terechtkwam  daardoor
kwam er in 1933 een stopwet hiervoor.
Ontwikkeling na de 2e wereldoorlog:
- Commissie naoorlogs strafrecht: de aandacht lag meer op het verlenen van zorg
binnen de zorginstellingen (voor veteranen na de oorlog)
- Betere zorg voor gevangenen en speciale zorg voor gedetineerde met een psychische
stoornis
- Jaren ’60: toename duur tbs-maatregel  vanaf nu TBS alleen voor mensen met zeer
ernstige daden
- 1995 introductie van de longstay-afdelingen: dit was voor gedetineerde die speciale
zorg nodig hadden, wat niet gegeven kon worden in de reguliere gevangenis/TBS

Achtergrond NLse forensische context: TBS
Wanneer straffen of behandelen?
- Waar wordt iemand van verdacht?
- Welke indruk maakt diegene (ziek/gestoord)
- Wat staat voorop: noodzaak behandelen of noodzaak straffen?

Wanneer TBS?
Er moet een delict gepleegd zijn waarvoor minstens 4 jaar gevangenis kan worden opgelegd
(de ernst is hier een criterium). De dader moet niet (helemaal) verantwoordelijk te houden zijn
als gevolg van psychische ziekte/stoornis. En wanneer er niet behandeld wordt moet dit leiden
tot herhaling van delict (recidive)
Maria Verschoor- Tilburg University
Master forensische psychologie (KPF)

,  Bij instroom is de kans op recidive theoretisch gezien 100%, dit moet met de tijd
afnemen. De behandeling moet gericht zijn op het terugdringen van het recidiverisico tot een
maatschappelijke aanvaardbare norm.

Week 2: Klinische forensische psychologie

Artikel Andrews et al.: The risk-need-responsivity model

In het Risk-need responsivity model staan er 3 principes centraal voor een effectieve
rehabilitatie van daders:
1. Risicoprincipe: bepaalt het niveau van de interventie/behandeling. Het is dus
aangepast aan het risiconiveau van de dader. Bij lage niveaus minimale interventie en
bij hoge risiconiveaus intensievere behandeling
2. Behoefteprincipe: houdt zich bezig met de behoeftes van de dader die verband
houden met crimineel gedrag.
3. Responsiviteit principe: de stijl van ingrijpen is afgestemd op de leerstijl van de
dader.
 Behandelingen die voldoen aan de risk-need responsivity principes zijn geassocieerd met
significante vermindering van recidive.

Het Good Lives Model is een alternatieve benadering die gebaseerd is op het RNR model.
Het GLM-Model legt veel nadruk op de menselijke motivatie, bevorderen van het welzijn
van de dader en stelt de unieke en sterke eigenschappen van het individu centraal.
 Dit model heeft veel te danken aan de ‘strain theory’ en het ‘freudian frustration-
agression model’.

Het model stelt dat het bereiken van primaire doelen bij deze individuen wordt geblokkeerd
door verstoringen in identiteit en het hebben van criminogene behoeftes. Mensen streven naar
het behalen van de 11 basisbehoeftes om zo tot een ‘good life’ te komen. Een ‘good life’
wordt bereikt wanneer mensen Human goods bereiken. Een voorbeeld van human goods zijn:
vriendschap, werk, relaties etc. Alleen de route naar het bereiken van deze human goods kan
een criminele route worden.
 Mensen plegen strafbare feiten, omdat ze zoeken naar waardevolle uitkomsten.
(Human goods).

Het Good-life model heft ook een aantal kritiek punten op het RNR-model
 Onvoldoende aandacht voor human agency
 Minimaliseert de rol van motivatie
 Geeft een enge kijk op de menselijke natuur
 Bagatelliseert relevantie van contextuele/ecologische factoren
 Heeft een voorkeur voor een ‘one size fits all’ benadering
 Het model is the theoretisch


Artikel Barnao: The Good Lives Model

Het GLM-model is een theorie over rehabilitatie van daders, waarbij de focus op de dader en
het delict ligt. Het is de bedoeling om de daders uit te rusten met de middelen voor een ‘good
life’, zonder daarbij schade aan andere te verrichten.
Maria Verschoor- Tilburg University
Master forensische psychologie (KPF)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Maria078. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72964 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,09  5x  vendu
  • (0)
  Ajouter