Samenvatting Fundamenten van de Psychologie (9,4) - Minor Toegepaste Psychologie HU
Samenvatting Fundamenten van de psychologie - Alle tentamenstof HU 2024! - (OS-MINPSYCHC1-18)
Samenvatting - De biologische basis van gedrag
Tout pour ce livre (33)
École, étude et sujet
Hogeschool Utrecht (HU)
Minor Inleiding Toegepaste Psychologie
Fundamenten Van De Psychologie
Tous les documents sur ce sujet (33)
3
revues
Par: yaramustafa • 1 mois de cela
Par: sarahbusker1 • 1 mois de cela
Par: martvanleeuwen49 • 1 année de cela
Vendeur
S'abonner
amyjorink
Avis reçus
Aperçu du contenu
FUNDAMENTEN VAN DE
PSYCHOLOGIE
HOOFDSTUK 1 – WAT IS PSYCHOLOGIE
EEN DEFINITIE VAN PSYCHOLOGIE
Psychologie is de wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij
gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan het gedrag
ten grondslag liggen. Psychologen proberen het menselijk gedrag te begrijpen.
Om inzicht in gedrag te krijgen moet men: observeren, meten, theorieën opstellen over de
interne, onzichtbare processen en motieven die eraan ten grondslag liggen. Psychologisch
onderzoek boekt voortdurend vooruitgang doordat men steeds nauwkeuriger kan
registreren wat er gebeurt.
Hermann Ebbinghaus (een van de pioniers van de psychologie) zei in zijn grootste werk
Über das Gedachtenis: ‘Van het oudste onderwerp zullen wij de nieuwste wetenschap
maken.’
ONTWIKKELINGEN
Klassieke oudheid
Plato en Aristoteles stelde zich vragen over het universum en de plaats van de mens erin.
De kerk vertaalde de geschriften van Plato en Aristoteles naar de kerkelijke leer.
Ø Plato: onderscheid tussen de ware, onzichtbare wereld van onveranderlijke, ideale
vormen en de zichtbare, veranderlijke wereld rondom ons (die een afspiegeling is
van de ware wereld).
o De menselijke ziel is een deel van de ware, ideale wereld. De ziel had kennis
van de ware wereld en kon tot deze kennis toegang krijgen door gebruik te
maken ban de rede. Observatie (was minder belangrijk) had enkel toegang tot
zichtbare, continu m
Ø Aristoteles: hechtte meer belang aan observatie, maar ware kennis kon niet op
observatie gebaseerd zijn. Om echte kennis te hebben, diende men onwrikbare
uitgangspunten (axioma’s). Die werden door de menselijke ziel gevoelsmatig als
vanzelfsprekend herkend. Dit herkennen noemde hij een ‘demonstratie’.
Wetenschappelijke revolutie
Tijdens de wetenschappelijke revolutie ontstond er een andere vorm van kennisvergaring.
Er was een overtuiging dat de kennis gebaseerd moest zijn op systematische observaties en
experimenten.
1
, § Copernicaanse revolutie: Copernicus stelde dat aarde rond zon draait (1473-1543).
Galileo Galilei onderbouwde dit (1564-1642). Een nieuwe gregoriaanse kalender als
gevolg!
§ Newton (1643-1727) werkte de inzichten van Galilei verder uit rondom de
bewegingen van de planeten rond de zon aan de hand van een aantal relatief
eenvoudige wiskundige formules. Dit wordt als het beginpunt van de eerste
natuurwetenschap, de fysica, beschouwd.
Nieuwe kennis komt mede voort uit observaties en experimenten (bijvoorbeeld
groepsgedrag) niet uit het bestuderen van oude meesters. Dit leidde in de 18e en 19e
eeuw tot de industriële revolutie en tot grotere welvaart van de hele bevolking.
Volgens Snow (1959) vormden er twee aparte culturen:
1. De klassieke, humanistische cultuur
2. De nieuwe, natuurwetenschappelijke cultuur
Beide culturen hebben weinig contact met elkaar en de ene weet weinig over de ander. Ze
hebben tegenstrijdige opvattingen over wat belangrijk is.
Menselijk functioneren
Duitse fysioloog Hermann von Helmholtz (1821-1894) begon de snelheid van
zenuwimpulsen in de zenuwvezels te meten. Voordien dacht men dat deze snelheid
oneindig groot en niet te meten was. Hij ontwierp een methode om een zenuw in de poot
van een kikker te stimuleren en het signaal aan het eind verder op te vangen. Hierdoor
slaagde hij erin de snelheid van informatieoverdracht met een grote mate van
nauwkeurigheid te bepalen.
Ø Dit onderzoek werd door Nederlandse oogarts Fransciscus Cornelis Donders (1818-
1889) uitgebreid tot de mens. Donders werkte met drie condities:
In elke conditie werden geluiden aangeboden als stimulus.
1. Steeds dezelfde stimulus werd aangeboden. Dit leidde tot een a-reactie (eenzelfde
reactie op steeds dezelfde stimulus)
2. Vijf lettergrepen aangeboden door elkaar en de persoon moest deze zo snel
mogelijk achter elkaar herhalen. Dit leidde tot een b-reactie (reactie waarbij zowel
een discriminatie van de stimulus als een keuze van het antwoord gemaakt moest
worden)
3. Vijf lettergrepen opnieuw aangeboden, maar de persoon diende alleen 1 stimulus te
herhalen. Dit was de c-reactie (reactie waarbij alleen een discriminatie van de
stimulus gemaakt moest worden)
Ø Donders had een apparaat ontwikkeld waarin hij de tijd tussen de aangeboden
stimulus en het moment waarop de proefpersoon antwoordde heel precies kon
meten
Dit onderzoek van Donders betekende het begin van de mentale chronometrie (Een
techniek waarbij men de psychologische processen in informatieverwerking probeert te
achter halen door te kijken naar de tijd die mensen nodig hebben om allerhande taken uit
te voeren)
2
,Evolutietheorie
De evolutietheorie door Charles Darwin (1809-1882) - Levende wezens waren het resultaat
van een aanpassingsproces aan veranderende omstandigheden. Er is volgens Darwin sprake
van:
Ø Genetische variatie: binnen elk soort bestaan aangeboren individuelen verschillen
waardoor niet elke eigenschap bij elk lid van de soort in even grote mate aanwezig
is.
Ø Natuurlijke selectie = eigenschappen die goed aansluiten bij de omgeving zorgen
ervoor dat het individu goed kan groeien en veel nakomelingen heeft.
Eigenschappen die niet goed aansluiten bij de omgevingen, bedreigen de
overleving- en voortplantingskansen van het individu.
De omgeving verandert voortdurend en telkens bieden bepaalde eigenschappen meer
voordelen dan andere. Dieren en planten met de goede kenmerken zullen zich meer en
succesvol kunnen voorplanten, terwijl de dieren en planten met slechte kenmerken krijgen
de moelijker om te overleven en zich in de veranderende omgeving voort te planten.
Daarom zullen zij uitsterven. Survival of the fittest: zorgt ervoor dat dieren en planten
continu veranderen onder invloed van de lokale omgeving.
*‘Fit’ staat hiervoor best passend en niet voor fit als in gezond.
De evolutietheorie zorgde voor:
§ Verscheidenheid aan levensvormen begrijpen
§ Kijk op de mens veranderde
o Voordien dacht men dat het eigene van de mens bestond uit een ziel, die niet
verbonden was met de rest van de wereld en dus niet onderworpen was aan
aardse wetmatigheden
o Steeds meer wetenschappers gingen de mogelijkheid inzien dat de mens uit
dieren geëvolueerd was.
HET ONTSTAAN VAN DE PSYCHOLOGIE
Rene Descartes (1596-1650): een van de eersten die het eigen, onafhankelijke denken van
de Griekse filosofen opnieuw op de voorgrond plaatste, hoewel zijn denken sterk beïnvloed
bleef door de gangbare opvattingen
Ø Dualisme:
Verwijst naar de overtuiging dat mensen uit twee onafhankelijke elementen bestaan:
ene lichaam (omhulsel en heeft verder geen invloed op de geest) en een geest (vrije
wil en vormt de kern van het menselijke denken) -> deze visie sloot aan bij Plato en
katholieke kerk
Ø Rationalisme:
De waarheid kan achterhaald worden door gebruik te maken van de rede. Om de
mens te begrijpen moet men over hem nadenken. De rede leidt nieuwe informatie
af uit de bestaande door het toepassen van logica.
3
, Ø Nativisme
Verwijst naar de overtuiging dat de mens aangeboren kennis heeft, die het
uitgangspunt vormt van alle andere, afgeleide kennis. (hier ook invloed van Plato,
Aristoteles en katholieke Kerk)
Ø Laatste overtuiging: was nieuw en hield in dat het universum een machine vormde
die wiskundig beschreven kon worden.
Tegenbeweging tegen nativisme en rationalisme
§ Het empirisme (17e)
“De inhoud van de geest komt tot stand via zintuigelijke ervaringen” en zou dus niet
aangeboren zijn.
Ø John Locke (1632-1704) – grondlegger
• Alle menselijke kennis kwam voort uit ervaringen met externe, voelbare
voorwerpen en niet vanuit aangeboren ideee n.
• Hogere-ordekennis kwam tot stand door combinaties (associaties) van
eenvoudigere ideee n – ‘associaties van ideee n’
Wilhelm Wundt (1832-1920): Eerste wetenschapper die zichzelf psycholoog noemde. 1879
richtte hij aan de Universiteit van Leipzig, het eerste psychologisch laboratorium op. 1874
publiceerde hij een boek dat voor het eerst de wetenschappelijke psychologie beschreef.
Hierin definieerde hij de wetenschappelijke psychologie als een alliantie tussen enerzijds de
fysiologie die ons informeert over de levensfenomenen die we met onze zintuigen kunnen
waarnemen, en anderzijds de psychologie waarbij de persoon van binnenuit naar zichzelf
kijkt. Introspectie, het kijken naar eigen bewustzijn van binnenuit.
Structuralisme
= bepaalde structuur ontdekken in de geest. Bepaalde handelingen koppelen aan geest
van de mens. Hij probeerde op basis van introspectie (kijken naar het eigen bewustzijn van
binnenuit) de structuur van bewustzijn te ontdekken. Onderscheid:
§ Innere Wahrnehmung = introspectie van filosofen
§ Experimentelle Sebstbeobachtung = proefopzet waarbij
Proefpersoon in een gestandaardiseerde situatie geplaatst werd, eenzelfde proef
herhaaldelijk uitvoerde en diende te reageren met eenvoudige, kwantificeerde
antwoorden.
Alfred Binet (1857-1911): ontwikkelde de eerste bruikbare intelligentietest en stond
daarmee aan de basis van de toegepaste psychologie.
Functionalisme: interesseerde zich vooral voor het nut van het bewustzijn. Grote
belangstelling voor individuele verschillen tussen mensen en ook voor de verschillen tussen
mensen en dieren.
William James (1842-1910) beschreef mentale processen als een voortdurend veranderende
stroom van gedachten en gevoelens.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amyjorink. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.