Samenvatting ALLE literatuur van Rechtshandhaving en Politie
32 vues 3 fois vendu
Cours
Rechtshandhaving En Politie
Établissement
Universiteit Leiden (UL)
Dit is een samenvatting van alle literatuur van het vak Rechtshandhaving en Politie. De artikelen staan onder elkaar en zijn onderverdeeld in de weken waarbij zij horen.
Zowel Nederlands als Engels geschreven!
Samenvatting Literatuur Rechtshandhaving en Politie
Otten, Cloë
3122336
Bachelor Criminologie
,Week 1
Naeye – H8. De organisatie van de politie
De bestuurlijke drukte in het nationale politiebestel
- Bestuur, justitie en politie waren op zo’n complexe manier met elkaar vervlochten dat dit
had geleid tot een grote bestuurlijke drukte.
- Door de Politiewet 2012 is het aantal betrokken organen en functionarissen fors
teruggebracht.
- Belangrijkste wijziging: geen zelfstandige onderdelen met eigen rechtspersoonlijkheid op
regionaal niveau.
- Er is een einde gekomen aan de diverse organisatiestructuur van de oude politieregio’s. Met
de vorming van het nationale politiekorps zijn de verschillen gelijkgetrokken.
H10. Het dualistisch gezag over de politie
- De politie staat onder het exclusieve gezag van de burgemeester wanneer zij optreedt ter
handhaving van de openbare orde of ter uitvoering van de hulpverleningstaak (art. 11) en
onder het exclusieve gezag van de officier van justitie wanneer zij optreedt ter strafrechtelijke
handhaving van de rechtsorde of taken verricht ten dienste van de justitie (art. 12).
- Verschuiving verantwoordelijkheid: de verantwoordelijkheid voor de politie berust bij de
Minister van Veiligheid en Justitie. De Minister is zowel eindverantwoordelijk voor het
functioneren van de politie als van het OM.
10.1 Het gezag
- Het uitoefenen van gezag over de politie betekent de macht hebben om te beslissen over de
inzet en het optreden van de politie en te bepalen welke prestaties de politie moet leveren en
daarop te sturen.
- De burgemeester moet verantwoording afleggen jegens de gemeenteraad en de Minister
jegens het parlement.
- Het gezag gaat over de concrete inzet van de politiecapaciteit. In de lokale driehoek worden
afspraken gemaakt obv het door de gemeenteraad vastgestelde integraal veiligheidsplan.
- In het regionale beleidsplan wordt de door de minister toebedeelde operationele sterkte
verdeeld.
- Op landelijk niveau stelt de minister de landelijke beleidsdoelstellingen vast alsmede de
doorvertaling hiervan voor de regionale eenheden en de landelijke eenheid. De Minister moet
het College van Procureurs-Generaal en de regioburgemeester horen.
10.2 Het gezagsdualisme
- Het bevoegd gezag, in ondergeschiktheid waaraan de politie haar taken uitoefent, op het
lokale niveau nog steeds over twee organen verdeeld.
- Het gezagsdualisme heeft tot een praktijk geleid waarin de politie in het concrete geval
‘twee petten’ heeft en min of meer naar believen zelf kan bepalen welke pet haar het beste
past.
- Het is regelmatig lastig om het onderscheid te maken tussen de aard van de gebeurtenis. De
politie kan tegen strafbare feiten optreden met de inzet van opsporingsbevoegdheden maar in
het voorkomende geval net zo goed de voorkeur geven aan waarschuwend optreden om
herhaling in de toekomst te voorkomen.
,10.3 Gezagsmatige doorzettingskracht
- Het dualisme functioneert asymmetrisch. Het gezag van de burgemeester is gebaseerd op
een open bevoegdheid, het gezag over de strafrechtelijke handhaving is vastgelegd in
gedetailleerde systemen van wettelijke bevoegdheden en beleidsregels.
- De politieambtenaar heeft op het terrein van de openbare orde beleidsruimte die kan worden
ingevuld zonder tussenkomst van de burgemeester. Voor de opsporingstaak heeft de politie
justitiële rugdekking nodig.
- Wanneer op het lokale niveau de politie stilzit of dwars ligt, kan de officier terugvallen op
de hoofdofficier van justitie die zich zo nodig ‘horizontaal’ kan verstaan met de politiechef
terwijl het College van Procureurs-Generaal de zaak zo nodig kan aankaarten bij de Minister
van Veiligheid en Justitie, die op zijn beurt op grond van art. 27 lid 1 de korpschef ‘verticaal’
de nodige aanwijzingen kan geven om het geschil van inzicht te beslechten.
- Voor de burgemeester ontbreekt zo’n hiërarchische lijn. Hij heeft medewerking van het
hoofd van het territoriaal onderdeel of van de politiechef nodig.
10.4 Randvoorwaarden voor gezagsafstemming
- In de Politiewet 2012 zijn diverse randvoorwaarden opgenomen teneinde de gezagsdragers
in staat te stellen hun gezag over de politie te effectueren.
a. Op het lokale niveau
- De OvJ, burgemeester en politiechef moeten op basis van gelijkwaardigheid regelmatig
overleggen over de taakuitvoering van de politie en het beleid. Dit is het driehoeksoverleg, het
doel is dat er afspraken worden gemaakt over de inzet van de politie obv het integrale
veiligheidsplan.
- Iedere burgemeester moet zijn gemeenteraad horen over het ontwerpbeleidsplan.
- De aanwijzing van het lokale hoofd van een territoriaal onderdeel geschiedt alleen na
verkregen instemming van de burgemeester en de OvJ.
b. Op het regionale niveau
- Regelmatig overleg tussen de regioburgemeester en de hoofdofficier van justitie. Overige
afstemming moet plaatsvinden in het kader van de totstandkoming van het vierjaarlijkse
regionale beleidsplan.
c. Op landelijk niveau
- Er is een geïnstitutionaliseerd overleg waarin beheer en beleid op elkaar worden afgestemd.
De Minister van V en J moet in aanwezigheid van de korpschef minimaal viermaal per jaar
overleg voeren met de regioburgemeesters, twee burgemeesters als vertegenwoordigers van
kleinere gemeenten en de voorzitter van het College van Procureurs-Generaal.
10.5 Het medegezag van de Minister van Veiligheid en Justitie
- Omdat het beheer de voorwaarden schept voor een adequate gezagsuitoefening, zou de
positie van de minister ook kunnen worden getypeerd als een vorm van medegezag.
- Beheersverantwoordelijkheid betekent in dit verband dat de minister, in aanvulling op het
gezag van de burgemeester en de OvJ, een overkoepelende gezagspositie heeft ten aanzien
van de wijze waarop de politie haar taken uitvoert.
10.6 Het gezag van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- De werkzaamheden die de korpschef en de politiechef van een regionale eenheid uitvoert ten
behoeve van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), worden verricht onder
verantwoordelijkheid van de Minister van BZK.
- Door de Minister van V en J, op voordracht door de korpschef en in overeenstemming met
, de Minister van BZK, worden politieambtenaren aangewezen.
> regionaal; operationele ambtenaren Afdeling Regionale Informatiedienst.
> landelijk; operationele ambtenaren Afdeling Landelijke Informatiedienst.
- Het hoofd van de AIVD is het bevoegd gezag ten aanzien van de sturing op de uitvoering
van de AIVD-taken door de politie.
- De strategische afspraken met het korps worden vastgelegd in een Nationaal Strategisch
Jaarplan.
H11. Het dualistisch beheer van de politie
- Het beheer van de politie betekent zeggenschap hebben over de organisatie en de
instandhouding van het politieapparaat en de bevoegdheid tot het treffen van maatregelen
opdat de politie zo doeltreffend mogelijk functioneert.
- Het beheer staat ten dienste van het bevoegd gezag in ondergeschiktheid waarvan de politie
haar taken uitoefent.
11.1 Het opperbeheer
- Om zijn centrale beheersbevoegdheid te kunnen waarmaken beschikt de Minister van V en J
over robuuste bevoegdheden en sturingsinstrumenten.
- De minister kan de korpschef algemene en bijzondere aanwijzingen geven met betrekking
tot de uitoefening van diens taken en bevoegdheden.
11.2 Het beheer en de leiding van de korpschef
- De korpschef is belast met het beheer en de leiding van de politie en legt voor de uitoefening
van zijn taken en bevoegdheden verantwoording af aan de minister. Hij fungeert in een
duidelijke ondergeschikte positie ten opzichte van de minister.
- De korpschef is belast met de inrichting van de politieorganisatie en het is zijn taak om
landelijk beleid voor het beheer van de politie te ontwikkelen en uit te voeren.
11.3 Beheersafstemming op landelijk niveau
- Op landelijk niveau is voorzien in een soort driehoeksoverleg waarin beheer en beleid op
elkaar worden afgestemd.
- In het overleg is de korpschef geen gelijkwaardig overlegpartner maar schuift aan waardoor
hij rechtstreeks van het overleg kennis kan nemen en zo nodig toelichting kan geven.
- De bedoeling van dit landelijke driehoeksoverleg is dat de besluitvorming goed wordt
afgestemd. Het overleg valt of staat met de manier waarop betrokkenen het kunnen opbrengen
in harmonie samen te werken.
11.4 Beheer volgt beleid?
- De Politiewet 1993 was volgens de MvT gebaseerd op de dominantie van het gezag,
uitgedrukt met het adagium: beheer volgt gezag.
- De regering heeft benadrukt dat ook de Politiewet 2012 onverkort gebaseerd is op het
adagium beheer volgt gezag.
- De gezagsuitoefening van de burgemeester en de officier van justitie vindt plaats binnen een
robuust beleidsmatig kader dat grenzen stelt en richting geeft. De minister heeft door zijn
aanwijzingsbevoegdheid doorzettingsmacht om het regionale beleidsplan te doen aanpassen
aan deze landelijke doelstellingen.
- Het beleidsmatig kader vormt als het ware de verbindende schakel tussen gezag en beheer.
- Er is sprake van een zekere uitholling van het terrein waarop het gezag over de politie aan de
orde is. Gemeenten laten het gemeentelijke toezicht, de handhaving en overlastbestrijding,
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur cloeotten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.