Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Genetica €6,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Genetica

 52 vues  7 fois vendu

Samenvatting van 33 pagina's voor het vak Genetica aan de VIVES

Aperçu 4 sur 33  pages

  • 19 octobre 2022
  • 33
  • 2019/2020
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)
avatar-seller
fiengoeminne
1. Inleiding Genetica
Genetica
= erfelijkheidsleer
= de wetenschap die overerving van eigenschappen van ouders op
nakomelingen bestudeert.

Mendel= grondlegger van de genetica

2. De chromosomen
Onderdelen van de kern:
• Kernlichaampjes= nucleoli
• Kernplasma= nucleoplasma
• Chromatisch netwerk =
chromatine-korrels

Voorstelling chromosoom:

Een chromosoom bestaat uit 2
chromatiden en een centromeer.

Chromosomen zijn enkel zichtbaar in
eerste fase van de celdeling (profase;
zie later).

Chromosomen zijn dragers van de genen.
Gen= een erfelijkheidsfactor
= een stukje DNA dat eiwit specifieert

Homologe chromosomen= een chromosomenpaar die sterk op elkaar lijken

Diploïd= organismen waarvan hun chromosomen in groepjes van 2 liggen (= 2n)
→ zoogdieren (vb. Golden en Elstar = appelsoorten)
Haploïd= organismen of cellen waarvan ze maar over 1 van de twee chromosomen
hebben (= n) → gameten (vb. zaadcel of eicel) van mensen en zoogdieren
Polyploïd = organismen waarvan de chromosomen in groepjes van 3 of meer liggen
• Triploïd= 3n (vb. Jonagold)
• Tetraploïd= 4n

Basisstel van chromosomen:
De verschillende chromosomen van een basisstel hebben allen een verschillende
bouw en ze dragen genen voor andere kenmerken.
Vb. de mens heeft 2 basisstellen (2n)

De mens heeft 46 chromosomen → 23 chromosomenparen
Tarwe heeft 42 chromosomen



1

,3. Enkele definities
Gen= stukje DNA (desoxiribosenucleinezuur) dat een eiwitketen specificieert

Gameten= vrouwelijke of mannelijke geslachtscellen




Zygote= ontstaat door versmelting van 2 gameten

Chromosoom= dicht opgewonden/opgestapelde chromatinedraden

Plasmoon= plasmagenen = genen die niet in de kern liggen maar in het cytoplasma

Allel of allele= één gen die op dezelfde plaats op homologe chromosomen gelegen
zijn (vb. Van elk gen heeft een diploïd organisme twee allelen.)
• Homozygoot= wanneer de allelen gelijk zijn aan elkaar (vb. bruine oogkleur)
• Heterozygoot= wanneer allelen niet gelijk zijn aan elkaar (vb. Op het ene
chromosoom blauwe oogkleur, op het andere chromosoom bruine oogkleur)
Homozygote plant= alle genen zijn homozygoot (vooral bij zelfbestuivende planten)

Genotype= geheel van erfelijke factoren van een individu → erfelijke aanleg
Fenotype= geheel van waarneembare kenmerken van een individu

Inteeltlijn:
• Bij planten: nakomelingen door gedwongen zelfbestuiving
• Bij dieren: nakomelingen door paring tussen verwanten

Hybriede
• Bij planten: doelbewuste kruising → graad van heterozygotie opdrijven
(kweken op kenmerk)
• Bij dieren: kruising tussen 2 verschillende rassen om 2 kenmerken van de
verschillende rassen in 1 soort te krijgen.
Monohybriede, dihybride, trihybriede, polyhybriede, …= aantal kenmerek dat men
onderzoekt en die heterozygoot zijn.
Vb. monohybriede: 1 eigenschap waarvan genen heterozygoot zijn
Dihibriede : 2 genen heterozygoot




2

,4. De wetten van Mendel
4.1. Inleiding
Soorten kruisingen:

• Monohybriede kruisingen: kruisingen van 2 organismen van dezelfde soort, die
slechts 1 eigenschap verschillen (vb. AA x aa)
• Dihybriede kruisingen: kruisingen van 2 organismen van dezelfde soort, die in
2 eigenschappen verschillen (vb. AABB x aabb)
• Polyhybriede kruisingen: kruisingen van dezelfde soort, die in meerdere
eigenschappen verschillen (vb. AABBCCDDD x aabbccdd)

Voor de Mendelproeven gebruikt mendel steeds dezelfde kruisingstechniek:

1. P-generatie = parenterale generatie= oudergeneratie
= organismen waarmee de kruisingen tot stand komen
2. F1- generatie =eerste filiale generatie = eerste bastaardgeneratie
= eerste generatie nakomelingen
3. F2- generatie= tweede filiale generatie
= nakomelingen door zelfbestuiving, onderlinge kruising of terugkruising van F1-
generatie.

Enkele begrippen:

• Zuivere rassen: komen tot stand door vele generaties zelfbestuiving, alle
eigenschappen zijn homozygoot.
• Zelfbestuiving: enkel bij planten, bestuiving door eikern en stuifmeelkorrel van
dezelfde plant of bloem
• Onderlinge kruising: enkel bij planten, planten die ontstaan zijn uit dezelfde
ouders opnieuw kruisen
• Terugkruising: enkel bij planten, planten opnieuw kruisen met één van de
genotypes van de ouders

4.2. Dominantieregel
= Bij F1-planten enkel dominante eigenschap mag tot uiting komen in het uiterlijk

Erffactor is

• Dominant als:
o Als hij tot uiting komt in uiterlijk wanneer hij in het enkelvoud is
• Recessief als:
o Niet tot uiting komt in de F1- generatie
o Het ongewijzigd kan doorgegeven worden aan de volgende
generatie

Alternatieve overerving (algemene): hoge en lage planten

P- generatie: AA x aa (genotype)
Hoog laag (fenotype)
Gameten: A a

F1- generatie: Aa alle planten zijn identiek

3

, F2- generatie:
• Door zelfbestuiving (Aa x Aa)
→ gameten: man.: A of a
= vierkant van Punnet
vrou.: A of a
Man. en vr. A a
A AA Aa
a Aa aa

• Door onderlinge kruising (Aa x Aa)
= gelijkaardig als zelfbestuiving, want alle nakomelingen zijn identiek

• Terugkruising
Met dominante ouder (Aa x AA)
→ gameten: A, a en A
Man. en vr. A
A AA
a Aa
→Besluit: alle planten zijn hoog

Met recessieve ouder (Aa x aa)
→ gameten: A, a en a
Man. en vr. a
A Aa
a aa
→ Besluit: de helft van de planten zijn hoog en de andere helft laag

!!Uitzonderingen op de dominantieregel!!
• Geslacht-gekoppelde erfelijkheid (zie apart hoofdstuk
• Intermediaire overerving (kleur bloemen)
P-generatie: WW x RR (genotype)
Wit rood (fenotype)
F1- generatie: WR (genotype)
Roze (fenotype)
→ gameten: man.: W of R
vrou.: W of R

F2- generatie:
o Zelfbestuiving (WR x WR)
Man. en vr. W R
W WW WR
R WR RR
→ besluit: ¼: wit
¼: rood
½: roze
o Onderlinge kruising (WR x WR)
o Terugkruising (WR x WW) of (WR x RR)



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fiengoeminne. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53022 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  7x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté